Het verband tussen de herberg “De Pelikaan” in Hoeke en de Godshuizen “ De Pelikaen” langs de Groene Rei in Brugge
Jan Tilleman
Inleiding
Tijdens de cultuur-historische wandelingen, georganiseerd op “Ten Houcke Boven” en omgeving, wordt o.a. een oude potpolder in het daglicht gesteld. Het betreft een poldertje, gelegen tussen twee evenwijdige dijken, met de naam “Sweerts Polder”. Deze laatste wordt ook wel het “Westvelt poldertje” genoemd omdat een zekere Hubrecht Westveld in 1654 een groot gedeelte van deze polder geërfd heeft.[1] In 1666 kon hij in het betreffende poldertje ook nog een aantal percelen aankopen. Hubrecht was ontvanger van de tolrechten op de “Varsche Vaart”[2] Omwille van zijn ambt was hij een vermogend man die het zich kon veroorloven om zich in de kerk van Hoeke te laten begraven. (Een rijke stinkerd dus.) Zijn grafsteen bevindt zich vooraan links in de kerk tegenaan de communiebank. Op de tentoonstelling in de schuur van “Ten Houcke Boven” is een tentoonstellingstafel gewijd aan de “Sweerts polder”. Hierop is een potlood afdruk van het familiewapen van de Westveldt’s tentoon gesteld. Een tiental jaren geleden herkende een bezoekster uit Brugge dit wapenschild en wist te vertellen dat dit ook afgebeeld staat op een altaar in de Godshuizen “De Pelikaen” aan de Groene Rei in Brugge. Resultaat: een boeiende bal ging aan het rollen.
“De Pelikaan” in Hoeke was eertijds een herberg
Afb. 1: Het huis “De Pelikaan” in de St. Jacobsstraat te Hoeke.
Afb. 2: Naambord van “De Pelikaan”, in 2004 uitgereikt onder impuls van de toenmalige schepen van landbouw in Damme, Marc Mus, en met medewerking van de Landelijke Gilden Damme.
Tegenwoordig vinden we “De Pelikaan” terug als een woonhuis en stalling ondergebracht in een langgevel gebouw. De huidige bewoners, het echtpaar Urbain Kint (91 jaar) en Paula D’Hondt (86 jaar) hadden tot in de jaren 70 van vorige eeuw nog een trekpaard, een twee tal koeien, een paar varkens en wat kippen. Heden weet praktisch niemand nog dat deze bebouwing ooit een herberg was. Dankzij een inventaris met bijhorend plan van de onroerende goederen van “Jhr. Joseph Adriaen Lebailly, ontvanger generaal van ’s landts van den Vrijen” en verpacht aan sieur Francois Vermeire, komen we te weten dat dit huis in 1774 een herberg was. (Afb. 3) Op het kadasterplan van Hoeke met de aanpassingen tot 1842 treffen we de herberg aan in de sectie A met Nr. 188. (Afb. 4) De legger vermeldt Jan De Pover als eigenaar.
Afb. 3: De pelikaan (188) op de Popp kaart.
Afb. 4: Den Pellicaene op kaart gebracht door I. Drubbele in 1774.
De herberg, hier genoemd “Den Pellicaen”, is op beide kaarten weergegeven als gebouw in L vorm. Aan de achterzijde bevonden zich aanbouwsels die fungeerden als koterijen. Met de restjes van de uitgeschonken drank in de café werden namelijk varkens gekweekt. Deze waren evenals wat konijnen wellicht gehuisvest in de bijgebouwtjes of afdakjes achteraan. Het tolhuis of “Majesteijts Comptoir” waar Hubrecht Westveldt zijn ambt als tolheffer uitoefende is hier ook weergegeven.(nr. 275 op het kadasterplan) Zelfs de trappenkade om de aangemeerde schepen te betreden is afgebeeld. Het “Provincie comptoir”, eveneens langs de Verse vaart, (nr. 194 van sectie A) is later het gemeentehuis van Hoeke geworden.
Afb. 5: De Pelikaan op de Ferraris kaart.
Uit dezelfde periode stamt de militaire kaart van Ferraris, opgemaakt in opdracht van het Oostenrijks bewind, anno 1771 tot 1777. Op deze kaart vinden we “De Pelikaan” eveneens terug maar dan als enkelvoudig, rechthoekig gebouw. (Rechts van de getekende straat die naar de kanaaloever toe komt.) (Afb. 5)
De vroegste cartografische vermelding is bij mijn weten evenwel te vinden op een plan van de ’s Heer Baselishoek polder uit 1765. Hierop wordt “Den Pellicaene” aangeduid.
De grond waarop “De Pelikaan” gebouwd werd, betrof aanvankelijk schorreland gelegen tussen de Evendijk B en de vaargeul van het Zwin naar Damme. Door de steeds slechter wordende vaaromstandigheden (verzanding) besloot Graaf Filips de Goede in 1421 , de schorren en aanwassen langs het Zwin, in eeuwige cijns te geven aan het Brugse Vrije. Zo ontweek de graaf zijn plicht om de vaargeul in stand te houden.[3] De betreffende schorre waarop de herberg gebouwd werd is 12 gemeten 1 lijne en 20 roeden groot en strekt zich langs de huizen van Houcke door tot aan de vervallen woning van Wouter Wallemans. Na het kanaliseren van het Zwin (voltooid omstreeks 1554) werd de bedoelde schorre beveiligd tegen overstroming en kon men er aldus veilig op gaan bouwen.
De Godshuizen “De Pelikaen” aan de Groene Rei in Brugge.
Afb. 6: De Godshuizen, ook dishuis genoemd, “De Pelikaen” aan de Groene Rei in Brugge.
Het Godshuis de Pelikaan vinden we langs de Groene Rei in Brugge. De oprichting dateert van omstreeks 1708. Frans van Beversluys en zijn vrouw, Maria-Magdalena van Westveldt kochten een huis, “Het Seelken” genoemd, met toebehoren, dat gelegen was achteraan hun eigen woonhuis. Op de plaats van het aangekochte goed richtten ze een nieuw pand op om onderkomen te verschaffen aan 7 katholieke weduwen, ouder dan vijftig jaar en geboren in Brugge of het Brugse Vrije. Een weliswaar vernieuwde gevelsteen met jaartal 1634 verwijst naar de oorspronkelijke bouw van het pand. (Afb. 7) Een tweede gevelsteen met jaartal 1714 geeft het officiële stichtingsjaar weer. (Afb. 8) Sedert 1974 is het Godshuis omgebouwd tot vier woningen voor alleenstaande vrouwen. Op het altaar in de bidkapel die zich in het pand bevindt zijn de wapenschilden van de weldoeners weergegeven. (Afb. 9) Het wapenschild van Maria-Magdalena is hetzelfde als datgene wat weergegeven staat op de grafsteen van haar vader Hubrecht in de kerk van Hoeke.
Afb. 7: De gevelsteen met het bouwjaar van het huis dat aanvankelijk “Het Seelken” heette.
Afb. 8: De gevelsteen met het officieel stichtingsjaar van het “Dishuys Pelikaen”.
Afb. 9: Het altaar in de kapel van de Pelikaen met links het familiewapen van Frans van Beversluys en rechts het familiewapen van Maria-Magdalena van Westveldt.
De link tussen “De Pelikaan in Hoeke en “De Pelikaen in Brugge; Het wapenschild van Hubrecht Westveldt op de grafsteen in de kerk van Hoeke (links) en het wapenschild van Maria-Magdalena Westveldt op het altaar in de Godshuizen “De Pelicaen” in Brugge (rechts). Het schild in vieren gedeeld met links boven en rechts onder een (vermoedelijk) gouden ster. Rechts boven en links onder een (vermoedelijk) gouden maan. (Afb. 10) Beiden op een veld van (mogelijks, doch onbekend) sabel (zwart) of keel (rood).
Afb. 10: De link tussen “De Pelikaan in Hoeke en “De Pelikaen in Brugge. Het wapenschild van Hubrecht Westveldt op de grafsteen in de kerk van Hoeke (links) en het wapenschild van Maria-Magdalena Westveldt op het altaar in de Godshuizen “De Pelicaen” in Brugge (rechts). Het schild in vieren gedeeld met links boven en rechts onder een (vermoedelijk) gouden ster. Rechts boven en links onder een (vermoedelijk) gouden maan.
Over Hubrecht (van) Westveldt (± 1620 - 1668)
Waar Hubrecht Westveldt vandaan kwam en wanneer hij exact geboren is blijft momenteel nog een raadsel. Aan de hand van zijn sterfdatum (22 mei 1668) kunnen we zijn actieve loopbaan situeren medium de 17° eeuw. De tekst op zijn grafsteen luidt als volgt:
SEPULTURE VAN DHEER HUBRECH
WESVELT. CONTROLUR VAN
SYNE CONINCKLICKE MAYESTEYTs
TOLLEN. DIE STIERFDEN 22 MEYE
1668
ENDE VAN JOVFFRAUWE LIVINA
BRUYNSTEEN SYN HUYSVRAUW
DIE STIERF DEN 15 JANUARIUS
1663. DIE TSAEMEN DOOR DEN
SEGHEN GODTS GHEWONNEN
HEBBEN VIJF KINDEREN VAN
WELCKE HIER BIJ HUN RUSTEn
TE WETEN LIVINA MARIE DIE STIERF
DEN 10° SEPTEMBER 1658 ENDE MARI
CECILIA DIE STIERF DEN 12AUGUSTI
1660 ENDE FRANCOYS DIE STIERF
DEN 12 JULY 1660. ENDE CLARA
MARIE DIE STIERF DEN
ENDE JACOBUS DIE STIERF DEN
BIDT VOOR DE ZIELEN
In zijn huwelijk met Livina Bruynsteen had Hubrecht vijf kinderen waarvan er drie gestorven zijn in de periode 1658 – 1660. Van twee kinderen is de sterfdatum nooit ingevuld. Livina zelf stierf in 1663.
Hubrecht Westvelt kocht omstreeks 1653 nabij de Nachtegael,( een gehucht van Westkapelle), een poldertje van 7 gemeten groot, dat deel uit maakte van de “Robbe Moreel” polder. Op die grond heeft hij { “Gedaan timmeren een huus”}.[4] Alle verworvenheden op een rijtje duiden kennelijk het vermogen van Hubrecht Westveldt. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat hij nabij zijn tolkantoor in Hoeke een herberg zou opgericht hebben waar de passanten na de declaratie van hun goederen even konden verpozen. We zien trouwens hetzelfde verschijnsel op de Nachtegaele waar Jan Tamineaux (leeftijdsgenoot van Hubrecht Westvelt) naast zijn tolhuis, de herberg “De Nachtegael” oprichtte.
Wie zijn Frans van Beversluys en Maria-Magdalena van Westveldt?
Frans van Beversluys ( ? -1717) was gehuwd met Maria- Magdalena van Westveldt ( ? - 1727), de enige overlevende dochter, zo blijkt uit de archivalia, van de vermogende Hubrecht (van) Westveldt uit Hoeke.[5] Tijdens zijn actieve loopbaan was Frans achtereenvolgens klerk van de Vierschaar (1661-1671), griffier van de thesaurie van de stad Brugge (vanaf 1682) en “Ontvanger generaal van het Brugse Vrije” (vanaf 1698)[6]. Zodoende behoren Frans en Maria-Magdalena tot de gegoede burgerij in Brugge.( Afb. 11) Mede omwille van het feit dat het echtpaar kinderloos bleef, besloten zij om als weldoeners of mecenassen op te treden. Zo kreeg de Onze Lieve Vrouwkerk en haar armendis als gift een rente waarmee het beheer van de godshuizen na hun dood verder moest worden waargenomen .[7] In 1723 schonk Maria-Magdalena nog eens duizend tweehonderd negenenvijftig pond aan de dis om hun fundatie te verhogen. Hiermee moesten de woningen onderhouden worden en kregen de arme bewoonsters wekelijks een brood. Met Kerstmis kregen ze brood, vlees en brandhout. [8] De Edele Confrérie van het Heilig Bloed en het Groot Seminarie
mochten eveneens genieten van milde schenkingen.
Afb. 11: Het herenhuis, ook wel eens paleis genoemd, van Frans van Beversluys en Maria-Magdalena van Westveldt in de Predikherenstraat.
Tot slot de symboliek van de voedende Pelikaan. ( Afb. 12)
Afb. 12: Gevelsteen met de voedende pelikaan boven de toegangsdeur van de Godshuizen “De Pelikaen”.
Er zijn zeven jongen afgebeeld, wellicht naar het evenbeeld van O.L.V. van de zeven smarten. Doorgaans zijn er maar drie jongen vertegenwoordigd.
De voedende pelikaan is zo oud als het Christendom en staat symbool voor naastenliefde.[9] “Een deel van jezelf geven om je naaste te helpen”. Bij het op zoek gaan naar een reden om “De Pelikaen” als benaming te gebruiken is het interessant om weten dat de symboliek van de voedende pelikaan op andere plaatsen in de Zwinregio nog voorkomt. In de burgemeesterskamer van het belfort van Sluis, gebouwd eind 14° eeuw, bevinden er zich vier houtsculpturen in het plafond. Met name is er een vrouw met zwaard en zuil wat staat voor standvastigheid. Een andere geblinddoekte vrouw met zwaard en weegschaal staat voor gerechtigheid. Een man die zijn geld telt staat voor de handel in Sluis als Zwinhaven en de vierde is een pelikaan die drie jongen voedt wat symbool staat voor goedheid of bezorgdheid voor de onderdanen. Dit laatste kunnen we ontegensprekelijk ook toe eigenen aan Maria-Magdalena van Westveldt en haar echtgenoot.
Kreeg de herberg in Hoeke de naam van “De Pelikaan”, door Maria-Magdalena, de erfgename van Hubrecht Wesveldt, of had het al die naam door Hubrecht zelf? Haalden zij hun inspiratie in Sluis? …. Dat is best mogelijk.
Verwijzingen
[1] Rijksarchief Brugge: Rentebrief “Het Blauw Huys” 1772; kaft 54.
[2] De “Varsche of Zoete Vaart” is de in de 16° eeuw gerealiseerde rechttrekking van het “Zwin”.
[3] Roger Crois; Schorren en dijken langs het Zwin in 1421; Rond de Poldertorens 17° jg. Nr. 2 p. 49.
[4] Omloper van de Polder Moreel en de Zandbaai. Rijks Archief Brugge.
[5] Volgens sommige bronnen is Johanna Boudins de moeder van Maria-Magdalena. Hubrecht Westveldt had dus blijkbaar een tweede relatie naast zijn vrouw Livina Bruynsteen. https://nl.wikipedia.org/wiki/Godshuis_De_Pelikaan (Geraadpleegd: 14/02/2020)
[6] Bron: WIKIPEDIA zoals laatst bijgewerkt op 16 juli 2016.
[7] Frans van Beversluys en Maria-Magdalena van Westvelt werden begraven achter het hoofdaltaar in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Brugge.
[8] Hilde DE BRUYNE, De godshuizen in Brugge, Roeselare, 1994.
[9] http://volkoomen.nl/dieren/pelikaan.htm. Geraadpleegd op 14/02/2020.