☰ Extra

WOI in het Damse: hoe Victor Van den Bon oorlogsburgemeester van Sijsele werd

Caroline Terryn

2025 05 05 163954Postkaartenverzameling Folkert Schellekens

Op 14 oktober 1914 zag de Dorpsstraat van Sijsele er nog desolater uit dan op deze postkaart. De foto werd genomen na 1929, want het aarden karrenspoor naast de kasseistrook is al verhard..1 Tijdens de Eerste Wereldoorlog lag er langs weerszijden van de kalseide nog een ruime aardeweg - een soort zomerweg - voor de koeien, want het lopen op stenen werd toen nog voor koeien zeer gevaarlijk geacht... De bestuurders van karren met houten wielen verkozen ook dat zachtere wegdek. Zo gingen hun wielen langer mee. De kas­seistrook die doorgaans maar 3 m breed was, werd bestempeld als ‘winterweg’, als de zomerweg in een modderpoel veranderde.

De Grote Steenweg door Sijsele was een van de vele steenwegen die Keizerin Maria-Theresia (1740-1780) liet aanleggen. In 1769 was de Antwerpse Heirweg vanaf Male 800 m naar het zuiden verlegd, rechtgetrokken en heraangelegd met kasseien. Dat stuk met nieuwe Dorpsstraat moest deel uitmaken van een nieuwe verbinding Gent-Brugge, maar die werd pas jaren later gerealiseerd. Pas in 1783 was de rechtstreekse Steenweg Brugge-Gent een feit want het was wachten tot 1778 op de steenweg over Eeklo naar Gent en tot 1783 op de steenweg Maldegem-Sijsele-Brugge.2

De aanleg van steenwegen bracht een grote verandering, want voordien had de overheid vooral de waterwegen gestimuleerd: de middeleeuwse Lieve was in de 17de eeuw ver-
vangen door het kanaal van Gent naar Brugge. De inzet op korte steenwegen tussen steden moest onderlinge handel bevorderen, maar ook militaire doeleneinden dienen. De rechte kasseibanen maakten snelle troepenbewegingen door het land mogelijk.3

Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog verliep de invasie dan ook via de steenwegen. Die intocht van de Pruisen verliep erg brutaal. Naast de geregelde gevechten met het Belgisch leger, zaaiden vooral de zware wraakacties op burgers grote paniek. De Duitsers zagen overal ’franc-tireurs’ of ‘vrijschutters: burgerstrijders die het vijandelijk leger aanvielen, los van het eigen leger. Sommige verzetstrijders maakten deel uit van de Burgerwacht, andere opereerden op eigen initiatief. De Duitsers moesten constant op hun hoede zijn. Dat werkte danig op hun zenuwen. In Leuven liep het totaal uit de hand. Het Duitse leger stak de stad in brand als straf voor een beschieting op 25 augustus 1914. Naderhand bleek dat de Duitsers die beschieting zelf hadden uitgelokt. Ondertussen waren grote delen van Leuven verwoest, meer dan 200 - al dan niet gewapende - burgers vermoord en vele andere mishandeld en voor jaren getraumatiseerd. Op het stadhuis na, want daar zaten hoge Duitse officieren, waren alle belangrijke monumenten vernield, ook de historisch waardevolle universiteitsbibliotheek.

Op 14 oktober was de Dorpsstraat uitgestorven

Het barbaarse Pruisisch leger ging op 14 oktober dwars door Sijsele trekken. De angst in het dorp langs de steenweg was enorm. Waar gemiddeld 10% van de Belgische bevolking op de vlucht sloeg als de Duitsers naderden, was dat in Sijsele meer dan 90%! De pastoor van Sijsele meldde in 1919 in zijn officieel verslag dat iedereen, de gansche bevolking was gevlucht verschrikt tot de dood toe op een vijftiental inwoners na’".A Zelfs de burgemeester had de biezen gepakt.

Toen we ons onderzoek startten, namen we eerst de verslagen van het schepencollege van Sijsele door.5 Tot onze verbazing stond daarin te lezen: 14 oktober 1914, Oorlog begint. Die laconieke opmerking werd gevolgd door een leegte van vier jaar. Pas door de combinatie van de verslagen van de gemeenteraadszittingen en het Parochieverslag uit 1919 konden we begrijpen waarom het Sijseelse collegebestuur er tijdens de oorlogsjaren het zwijgen toe deed: het was stilzwijgend afgetreden.

Ook het gemeentebestuur was weggevlucht

Volgens het officiele verslag van de parochiepastoor waren slechts ‘een 15 tal inwoners gebleven in het dorp.’ Twee van de 15 dappere burgers vermeldde hij bij naam: onderpastoor Joestens en Victor Van den Bon. Beiden werden een half uur gevangen genomen. Meestal gijzelden de bezetters de hoogste verantwoordelijken van het dorp. Blijkbaar hadden de pastoor en de burgemeester het dorp verlaten, want anders hadden de Duitsers hen wel gegijzeld. Toch wel een bizarre situatie. Moest de burgemeester niet ter plaatse blijven en als een kapitein als laatste het schip verlaten? Schepen Charles Logghe was sinds januari 1913 dienstdoend burgemeester, na het overlijden van burgemeester Charles Claeys.6 Ook de andere schepenen en gemeenteraadsleden waren blijkbaar niet meer aanwezig want de Duitsers gijzelden de niet- verkozen Victor Van den Bon.

Dat het voltallige Sijseelse collegebestuur op de vlucht was geslagen, kan enkel verklaard worden door een enorme paniek. In Sijsele zat de schrik er goed in omdat het dorp langs de grote baan van Gent naar Brugge lag en de barbaarse troepen geheid door het dorp zouden marcheren. Sijsele ging niet ontsnappen aan terechtstellingen, verkrachtingen, brandstichtingen en andere gruweldaden die de Duitsers pleegden bij de inname. De angst was zo groot dat de verkozenen van het volk niet op post bleven, maar mee wegvluchtten.

Sijsele heeft wel degelijk schade geleden bij de inname. De Duitse soldaten forceerden ramen en deuren om de huizen van de gevluchte bevolking te plunderen. De vraag kan gesteld worden of er ook ging geplunderd zijn als de bewoners wel aanwezig zouden geweest zijn. De gemeenteraad besloot op 20 oktober de schade te laten schatten en op 5 mei 1915 meldde Victor Van de Bon in diezelfde gemeenteraad dat de schade werd hersteld.7

Victor Van den Bon vluchtte niet; wie was hij?

In die ‘netelige toestand’, zoals het gemeenteraadsverslag de dag van de inname beschreef, had Victor ‘kranig opgetreden.’8 Victor Van den Bon was een gekend figuur in Sijsele en wist van aanpakken. Hij werd in 1877 geboren in Knesselare, maar verhuisde als kind naar Sijsele waar zijn ouders de

Spermaliehoeve betrokken. Dat was een van de grootste landbouwbedrijven van de gemeente. Victor verhuisde nog voor zijn zesde want zijn broer Hugo werd in 1880 nog in Knesselare geboren, maar Petrus zag in 1883 het levenslicht in Sijsele.9

2025 05 05 164032Dit stemmig schilderijtje van de Spermaliehoeve - waar Vic­tor opgroeide - wordt bewaard door Victors kleinzoon Camiel Van den Bon uit Sijsele.

Victor is de oudste van 10 kinderen. Als oudste zoon wordt Victor niet klaargestoomd om zijn vader als landbouwer op te volgen: hij gaat studeren. Hij is niet de eerste in de familie die een hoger diploma zal halen: de oudste broer van zijn vader is dokter in Oedelem en aldaar ook burgemeester van 1880 tot 1890. Victor vat in de Normaalschool van Gent de studies voor onderwijzer aan, maar dan slaat het noodlot toe: zijn vader overlijdt op 44 jarige leeftijd. De achttienjarige Victor moet zijn opleiding afbreken en naar huis keren om er voor zijn moeder, zus en 8 jongere broers te zorgen en de leiding te nemen over een grote boerderij.10

Na enkele jaren hervat hij zijn studies. Ook zijn broer Hugo wordt onderwijzer. Drie broers worden missionaris van Scheut, een wijkt uit naar de VS, een naar Nederland. Victor huwt ca. 1900 met Odila Claeys, geboren op het Hof van Sijsele, een ander groot landbouwbedrijf. Zij is de dochter van toenmalig burgemeester Claeys van Sijsele. Het koppel krijgt drie kinderen: Andre die cardioloog zal worden, Henri die zijn vaders papierfabriek zal overnemen en burgemeester is van 1959 tot 1971en Raymond die priester wordt.11

Pas afgestudeerd, kan Victor in de gemeenteschool van Sijse­le les geven, maar in 1907 laat hij die onderwijspost aan zijn jongere broer en start samen met Blomme een zaak in papierwaren voor kantoren en scholen. Kleinzoon Camiel Van den Bon en zijn echtgenote Magda Van Wilder herinneren zich verhalen over de fabrieksdirecteur die als handelsreiziger het hele land afreist ook in Wallonie. Hij legt de basis voor een bloeiend bedrijf met meer dan 50 werknemers. De Sijseelse kladschriften met de tafels van vermenigvuldiging op de achterflap zijn tot laat in de jaren 1970 in heel Vlaanderen ge­kend. In 1990 sloot de papierfabriek Van den Bon; in 2007 heropende ze haar deuren als de stedelijke Cultuurfabriek.12

Waarnemend burgemeester bij de inval

Op 14 oktober 1914 wachtten in een akelig stil Sijsele een 15-tal dappere burgers de Duitse doortocht af. De bronnen geven met expliciet aan of het Gemeentebestuur vooraf bepaald had wie van hen met de bezetters moest spreken bij afwezigheid van de dienstdoende burgemeester en schepenen. Toch menen we af te kunnen leiden dat Van den Bon namens het bestuur de vijand moest ‘ontvangen’. Hij had er alvast het profiel voor: hij was een dynamische dertiger, een ondernemer die na de dood van zijn vader al jong een groot bedrijf had geleid en de gemeentepolitiek kende via zijn schoonvader, wijlen burgemeester Claeys en zakenpartner schepen Blomme. Als gewezen schoolmeester was hij een gerespecteerd figuur in het dorp en hij sprak Duits.

Dat het gemeentebestuur hem inderdaad gekozen had als woordvoerder leiden we af uit het verslag van 20 oktober 1914 van de gemeenteraad die hij had “bijeengevraagd” om verslag te geven van “zijne handeling bij het inkomen der Duitsche troepen” aan de twee schepenen, Logghe en Blom­me, en de vier gemeenteraadsleden nadat die teruggekomen waren naar Sijsele. De gemeenteraad bedankte hem voor zijn “kranig optreden in den netelige toestand”.13

Niet aangesteld door de bezetter

Het verslag stelt uitdrukkelijk: “Van den Bon logclist raft het gerucht als ware hij door de Duitsche overheid als Burge­meester aangesteld.” Dat werd blijkbaar rondverteld en moest krachtig ontkend worden. Oorlogsburgemeester wor­den in opdracht van de vijand zag hij duidelijk niet zitten. “Dit ambt werd hem door de Duitsche overheid aangeboden. Doch hij heeft het afgewezen. Wat hij deed was enkel optre­den handelend in vervanging der afwezige overheid van de gemeente.” Deze laatste zin kan wijzen op een zeker mandaat dat hij gekregen had en dat vermoeden wordt bevestigd door het voorstel van schepen Blomme om “den heer Van den Bon in de hoedanigheid van waarnemend burgemeester te behouden... gezien niet een der schepenen dit ambt... 14

Problemen bij de erkenning

Omdat Victor Van den Bon niet eens verkozen was, was zijn aanstelling als waarnemend burgemeester “niet volstrekt wettig volgens art. 2 en 107 van de Gemeentewet.”15 Dat stelt dat enkel de Koning iemand van buiten de Gemeenteraad tot Burgemeester kan benoemen. Koning Albert was echter onbereikbaar, want hij zat achter het front, in onbezet Belgie. Van den Bon wijst daar al op op 20 oktober. Om zich te regulariseren, trok het Sijseelse schepencollege naar de Brugse Arrondissementscommissaris. Die “Hoogen ambtenaar werd overtuigd dat schepen Logghe noch iemand anders in de ge­meenteraad in staat is in deze droevige tijden de gemeente te besturen” en verklaarde het burgemeesterschap van Victor Van den Bon conform “naar de zin van den wet”.16

Politieke dwarsdrijverijen staken

Op de zitting van 3 november 1914 werd het goede nieuws genotuleerd. Van den Bons waarnemend burgemeesterschap hield in dat hij “was gerechtigd de zittingen van schepencollege en gemeenteraad bij te wonen als voorzitter met raadgevende stem, zonder nochtans de processen-verbaal dezer zit­tingen als voorzitter te mogen teekenen... Hij zal alle stuks teekenen tot allerhande opeischingen dienstig voor de legers; alle maatregelen nemen om den dienst te verzekeren tot het betalen der vergoedingen aan de familien der in dienst zijnde soldaten; de noodige middelen gebruiken om den regelmatigen onderstand aan de behoeftigen te bezorgen; in een woord is hij gerechtigd alles te doen wat den goeden gang der gemeentezaken vereischt. De bons door de gemeenten uit te geven zal hij teekenen met den secretaris en hij zal beschikken over den gemeentezegel tot staving van zijn handteeken. ... De Heer Van den Bon verklaart dat hij deze moeilijke taak alleenlijk op zich neemt, onder uitdrukkelijke voorwaarde dat alle politieke geschillen of dwarsdrijverijen van kant moeten gelaten worden; het is immers hoofdnoodzakelijk dat in dergelijke omstandigheden iedereen het zijne bijbrengt om den goeden gang der zaken te ondersteunen. “17

2025 05 05 164054

Verwijzingen

1. Straatnamen Deelgemeente Sijsele. Verklarende brochure, 2010, p. 33

2. idem

3. www.historischebronnenbrugge.be

4. Bisschoppelijk Archief Brugge, C546 parochieverslag Sijsele

5. Gemeentearchief Damme, Notulen van het schepencollege Sijsele 6. 1000 jaar Sijsele, 1971, p. 139        7.

Gemeentearchief Damme, Notulen van de gemeenteraad Sijsele dd. 20.10.1914 en 5.5.1915

8. idem, dd. 20.10.1914

9. DENORME C., De familie Van den Bon in: Bos en Beverveld, jaarboek 1973, p. 65 e.v.

10. & 11. idem

12. met dank aan C. Van den Bon en M. Van Wilder

13. Notulen van de gemeenteraad Sijsele dd. 20.10.1914  

14. idem

15. idem dd. 31.10.1914

16.&17. idem 3.11.1914

2025 05 05 164113Victor Van den Bon leidde vier jaar lang de gemeente en onderhandelde met de bezetter. Hij verzekerde zich telkens van de steun van de voltallige Gemeenteraad, die hem herhaaldelijk dankte voor zijn ‘wijs en doeltreffend bestuur’. Manager Van den Bon ontpopte zich tot een burgervader. Daags voor Kerstmis 1914 was hij de eerste om in Brugge Amerikaans meel te bestellen. De voedselbedeling voor de Damse bevolking komt aan bod in een volgend artikel.

Victor Van den Bon, burgemeester van Sijsele met een Duit­se marinesoldaat en een inspecteur gedurende de Eerste Wereldoorlog foto © .Beeldbank Provincie West-Vlaanderen BE PAWV/Fototheek/F.V. 3471.

2025 05 05 164131

Dammenaars aan het front gesneuveld in de drie laatste maanden van 1914 (zie www.zwinrechteroever.be/WOI).

Camiel Francois Van Middelem
Soldaat Genie 4 D.A. / 2 Cie pionniers
Geboren in Oostkerke op 6 mei 1893 Woonde in Oostkerke
Overleden in Nieuwpoort op 18 oktober 1914 Geen gekend graf Dood verklaard in 1924
Octaaf Edmond Denijs Devlieger
Sergeant 4 Linie
Geboren in Moerkerke op 12 januari 1895
Woonde in Moerkerke
Overleden in Pervijze op 22 oktober 1914
Begraven langs de weg van Schoorbakke naar Pervijze
Guy Maximiliaan Maria Van Maidegem
Ruiter 2 Gidsen / 1 Groep / 1 Escadron
Geboren in Lapscheure op 11 oktober 1893 Woonde in Lapscheure
Overleden aan zijn verwondingen in het hospitaal in Rosendael (F) op 27 oktober 1914
Begraven in Duinkerke (F), Nord, terrein 6, lijn 3, vak 5
Leon Joseph Vanhove
Soldaat 3 Lansiers / 4 Escadron
Geboren in Sijsele op 30 mei 1891 Woonde in Sijsele
Krijgsgevangen genomen in Pellenberg op 19 augustus 1914 Overleden ("longontsteking") in Gtistrow (D) op 31 december 1914 Begraven in Giistrow
Herbegraven in 1923 op de militaire begraafplaats van Leopoldsburg, B- 42
Arthur Versteghe
Soldaat 1 Grenadiers 2/2 (6 Cie)
Geboren in Moerkerke op 4 januari 1887 Woonde in Sijsele
Overleden in Booitshoeke op 15 december 1914 Geen gekend graf
 

 

WOI in het Damse: hoe Victor Van den Bon oorlogsburgemeester van Sijsele werd

Caroline Terryn

't Zwin Rechteroever
2014
04
092-095
BV
2025-05-05 17:04:26