70 jaar geleden - Canadese aalmoezenier Padre ’Tom’ Mooney: gesneuveld in Moerkerke - begraven in Moerbrugge
Wilfried Morre
Nacht van 13 op 14 September 1944
Terwijl op de wijk 't Molentje officieren en manschappen van het Canadees Algonquinregiment verwoed slag leverden om een bruggenhoofd tot stand te brengen dat de Genietroepen zou toelaten een Baileybrug aan te leggen over het Schipdonk - en Leopoldkanaal, werd de dorpskern van Moerkerke bestookt met projectielen van zwaar kaliber, onder meer afkomstig van Duitse batterijen opgesteld langs de Belgische en Zeeuws-Vlaamse kust.
Max de Blaffer in de duinen van Cadzand
Van Blankenberge tot Cadzand stond de Marineartilerie Abteilung 203 in voor de kustverdediging en was tevens verantwoordelijk voor het achterland. Omdat de Duitse legerleiding vastbesloten was de Leopoldkanaallinie intact te houden werden alle middelen ingezet om de Canadese doorbraak in de kiem te smoren. Daarvoor werd ook gebmik gemaakt van de 150imn batterijen van Cadzand die een bereik liadden van 25 km., ver genoeg om Moerkerke te beschieten. In de volksmond liad zo’n kanon de naam van Max de Blaffer vanwege het typisch geluid na het alVuren.
Hulpverleners worden zelf slachtoffer
In de woning van juwelier-uurwerkmaker Camiel Teerlinck- Demuynck in de Dorpstraat (nu: Kasteelstraat nr 39) was een hulppost (RAP=Regimental Aid Post) ingericht. Gekwetsten werden er voortdurend binnengebracht vanaf't Molentje en kregen er eerste medische en geestelijke bij stand.
Omstreeks half twee 's morgens werd het huis geraakt door een Duitse voltreffer die een ware ravage aanrichtte. Voor de woning lag het levenloze lichaam van soldaat-ambulancier James William Cox van N° 15 Field Ambulance naast zijn jeep waarmee hij de voorbij uren wellicht gekwetsten het leven had gered door hen vanaf de Molentjesbrugsite hierheen te brengen.
Binnenshuis werd de Rooms-Katholieke aalmoezenier Captain Thomas Edmund Mooney op slag gedood door een granaatscherf; de militaire dokter Captain Mackenzie en de protestantse aalmoezenier Captain Valentine, evenals enkele verplegers werden gewond.
Captain The Reverend Thomas Edmund Mooney
"Thomas Edmund Mooney werd geboren op 21 januari 1906 in Westport, Ontario uit katholieke ouders. Zijn hogere studies volgde hij in het St. Michaels College, University of Toronto waar hij als meer dan middelmatig student deel uitmaakte van diverse literaire en politiek gerichte studiegroepen. Een echte boekenwurm was hij echter niet: liij vond ook te tijd om deel te nemen aan diverse athletische activiteiten. Hij was twee jaar lid van de het intercollegiaal boks-, worstel- en schermteam enbehaalde meerdere trofeeen in het worstelen in de 70-kg klasse.
Hij voelde zich geroepen tot het priesterschap en trad toe tot het Seminarie van Sint Augustinus. Hij werd tot priester gewijd op 21 mei 1932 in de Kathedraal van de Onbevlekte Ontvangenis in Kingston waar hij dienst deed als kapelaan en koorleider tot 10 januari 1942, datum waarop hij de rangenvande Canadese Aalmoezeniers vervoegde.
Hij behoorde tot de Tiende Canadese Infanterie Brigade en volgde de campagne doorheen Normandie, van Caen naar Rocquencourt, Saliers, Fleury-sur-Ome, Centheaux, langs de bloedige wegen van Falaise waar de dode vijanden lagen opgestapeld, tot Bemay en daarna over de Seine via Rouen, over de Soimne in Abbeville naar Belgie totbij het liistorischLeopoldkanaal."
Plechtige rouwdienst in Moerbrugge
Het stoffelijk overschot van Padre Tom Mooney werd overgebracht naar Moerbrugge waar het werd opgebaard in de St. Godelievekerk, bedekt met de vlag waarop een stola lag. De priesters van de Divisie hidden de wake. Om elf uur's morgens werd de plechtige Requiem Mis rouwdienst geleid door Majoor O'Neill, bijgestaan door Paters Bob Lawrey en Allen Kemp uit Ottawa. Een uitstekend koor van Broeders deed de schoonheid van het sublieme gebed van de Kerk alle eer aan. Elke beschikbare officier en soldaat van de Tiende Canadese Infanteriebrigade was aanwezig, evenals alle diensthoofden van de Divisie. De burgemeester woonde de plechtigheid bij en een afdeling van het Belgisch Leger en honderden burgers widen de kerk tot de nok. Bedroefd en plechtig maar toch met fierheid werd hij te rustengelegd...
Een paar dagen eerder, op 12 September 1944, had Padre Mooney hier zelf een plechtige rouwdienst opgedragen voor de gesneuvelden van de slag die daar pas was geeindigd.
Enkele van de mooiste woorden van waardering komen van protestantse aalmoezeniers die met hem liadden samengewerkt. "Ik heb hem heel goed gekend, zowel in Engeland als hier," schreef Padre D.M. Kennedy vanuit Belgie. "Hij bracht al zijn tijd door bij en voor de drie regimenten van de Brigade en we hebben samen veel acties meegemaakt. Tom won het hart van alien die hem kenden. niet enkel van zijn eigen jongens, maar even goed van protestanten. Hij was volkomen onzelfzuchtig in zijn toewijding. En hij bleef steeds koelbloedig onder wur. Twee dagen voor zijn dood werkten hij en ik samen bij de aanleg van een begraalplaats en toen het werk af was, was hij terecht fier. Nooit had hij op dat ogenblik kunnen vermoeden dat hij er weldra zelf een eervol graf zou krijgen.
Op de weide van Richard Van Hove, schuin tegenover de kerk van Moerbrugge, waar de Canadese en Duitse gesneuvelden voorlopig ter aarde werden besteld, staan nu woningen. Een bescheiden gedenktekentje herinnert aan de dramatische dagen van September 1944.
Nu rust Legeraalmoezenier The Rev. T.E. Mooney op de Canadese Militaire Begraalplaats in Adegem In zijn grafsteen staat gebeiteld: Greater Love Than This No Man Hath - Caritas Christi Urget Nos (de barmhartigheid van Christus spoort ons aan).
Hij werd 38 jaar.
Bronnen:
- Warpath - G.L. Cassidy
- Volk in de vuurlinie - Uitgave november 1991 - Den Boer Uitgevers Vlissingen
- A White Knight of God Rev. D.A. Casey, Litt. D. - The Canadian Register Press, Kingston, Ontario.
- De Slag om Moerbrugge - Dr. Carlos H. Vlaemynck - Copyright C. Vlaemynck en Brugsch Handelsblad
- De Slag van Moerbrugge - Dr. Luc Van Hoonacker
- Oorlog 1944 aan de Moerbrugge, op het Beverhoutsveld en op de Gevaerts -Alfons Ryserhove
Met dank aan Paul Gervoyse en Wim Deneweth