De Lievebermen tussen Raapschot en Moerkerkebrug als Gentse erve
Caroline Terryn
Deze kaart uit het Gentse Stadsarchief1 maakt deel uit van een prestigieus kaartboek met 15 grote kaarten (45 cm op 80 cm) die elk een stuk van de Lieve afbeelden. Elke oever is opgedeeld in percelen. Het stuk van Raapschot tot Moerkerkebrug begint bij nr. 124 (rechts op de kaart). In elk perceel staat ook nog een ander cijfer: de oppervlakte in roeden. Een Gentse roede komt overeen met 0,44ha. Bij elk perceel hebben we de naam van de pachter en het grondgebruik - gras, bomen, moestuin (bv. nr. 132: lochtinck) - gezet. Die informatie von-den we in de legende op de pagina na elke kaart. Het Gentse stadsbestuur liet dit landboek ca. 1690 opmaken om haar ei-gendom goed te kunnen beheren. Ze had toen de Lieveberm-percelen opnieuw laten opmeten en nummeren: 171 i.p.v. de 110 percelen uit een landboek van 1612. De totale oppervlak-te van de Lievebermen veranderde niet. De brede strook grond in Gents bezit, begon in Eeklo, net over de grens van de Oudburg (ook Burggraafschap van Gent genoemd) met het Brugse Vrije. Van de 45 km die de Lieve lang was, had enkel 23,5 km in het westelijke deel brede Lievebermen. In de Oudburg bezat Gent geen brede Lievebermen, maar enkel een kanaal en jaagpaden. Het kanaal was zo’n 5m breed en had aan weerszijden een trekweg van 4 voet of 1,10 m breed; Gent bezat er dus alles bij elkaar een strook van 7,5 m breed. In het Brugse Vrije was Gents eigendom tien keer zo breed: 77 m. De Lievebermen vormden meestal (op 91% van de oppervlakte) een strook van 20 roeden of 77 m breed. De perceelsgrens tussen de Gentse erve of eigendom en het Brugse Vrije liep kaarsrecht, zoals op deze kaart te zien is.
Gent kan
Uit deze en andere kaarten blijkt dat de Lievebermen een rech-te strook vormden. Gent kan die enkel verworven hebben door de gronden in één keer op te kopen. Logischer wijze gebeurde dat bij aanvang van de graafwerken. Die begonnen in 1262, want toen kregen de eigenaars van de gronden waar de Lieve in het Brugse Vrije werd gedolven veertien dagen de tijd om hun bezwaren in te dienen bij een geschillencommissie. Die klachtenbank geeft blijk van het verzet tegen de Lieve(bermen) in het Brugse Vrije. Toch ging de koop telkens door, want Gent verwierf haar Lievebermen. We kunnen dus spre-ken van een gedwongen verkoop of onteigening en wel van een massale onteigening: een strook van 77 m breed over een afstand van 23,5 km geeft een oppervlakte van 181 ha.
Gent kan die 181 ha onteigend hebben om politieke redenen, want enkel in het Brugse Vrije, m.a.w. enkel buiten haar in-vloedssfeer onteigende ze een brede strook. Een meer prakti-sche reden kan zijn dat de schepenen van het Brugse Vrije Gent verplichtten een brede strook op te kopen als winterbed-ding en om baggerspecie te bergen. Gent kan ook een brede berm gekocht hebben om het onderhoud van het kanaal over te kunnen laten aan lokale pachters. Jaarlijks moesten zij hun helft van het kanaal rijten en dat was enkel lonend als het per-ceel voldoende opbracht als hooi- en graasland.
1. Gent, Stadsarchief: Lieve-atlas, 98/11, ongedateerd. Zie TERRYN C., De Gentse Lieve-atlas als bron voor de studie van de Lievebermen in Damme in: Rond de poldertorens, nr. 2, 2014.