Van Vivenkapelle tot Den Hoorn: de aanleg van de stoomtram Brugge - Middelburg - Aardenburg in 1904
Denis Raman
Rechts: Weststraat ter hoogte van Altena richting Moerkerke met de sporen. Foto uit Passchier, Opzoekingen Moerkerke, 1927
De werkgroep voor de tentoonstelling Damme in de Groote Oorlog heeft intensief speurwerk in het archief van de stad Damme verricht, en met wat geluk, hebben wij een reeks ontwerpen van de tramroute ontdekt.
De stoomtram tussen Middelburg en Brugge (Sint-Kruis) zal vanaf 1902- 1904 (periode van aanleg), een bijzondere betekenis in het leven van de mensen krijgen, niet alleen voor de unieke verbinding van het platteland naar de stad, maar tevens in de geschiedenis van de verwoestende periode van de Eerste Wereldoorlog toen ‘De Groote Oorlog' genoemd.
Na 13 jaar plannen, onderhandelen, overleggen, opnieuw plannen en aanleggen werd de hele buurtspoorweg Brugge- Middelburg-Aardenburg op zondag 4 september 1904 geopend. Pachtend exploitant was de ‘Naamlooze Maatschappij tot uitbating der Buurtspoorwegen van het Noorden van West -Vlaanderen’. Een stoomtram verzekerde de dienst. De rit Brugge-Aardenburg duurde een uur. In Aardenburg (Nederland) was er aansluiting met de tramlijn Breskens- Maldegem die eerder in 1887 al in gebruik werd genomen. (www. sincfala.be ; expo Zwinstreek in VERVOERing)
Stoomlocomotief van de lijn Brugge-Aardenburg. Foto Sincfala, bruikleen Pierre De Meyer, na de Eerste Wereldoorlog.
Toen werd de stoomtrein enkel nog voor het goederenvervoer, vooral bieten, gebruikt.
De tramsporen op een postkaart van voor WOI. Postkaartenverzameling Folkert Schellekens, MoerkerkeOnder: Kamieltje (mazouttram) in Aardenburg in de jaren 1930. Opschrift tram: Brugge-Middelburg/Middelburg-Aardenburg. Foto Sincfala, bruikleen Pierre De Meyer, voor de tentoonstelling Zwinstreek in VERVOERing, 2010 (zie www.sincfala.be)
’s Morgens vertrok om 5.30 uur de eerste stoomtram aan de Kruispoort en de laatste tram kwam rond 20.40 uur toe. Op zaterdag werden meer wagens aangekoppeld en een extra rit om de vele bocrinncn. geladen met boter en eieren naar de markt van Brugge te voeren. De tramweg liep dwars door een deel van het landbouwland van Vivenkapelle. Buitenlui spraken over de tram als de ‘vierduvel’ en schoolkinderen stroomden toe om dit wonder te zien.
Tijdens WOI werd de tram enkel door en voor de bezetter gebruikt. Nadien gebeurde personenvervoer met de zogenaamde ‘kamieltjes’: een ‘spoorauto’ op benzine of mazout die twee reizigerswagons trok. Kamietjes waren sneller dan de stoomtram en veroorzaakten geen rook- en stofwolken.
Tijdens WOII (of kort nadien?) werd de spoorlijn uitgebroken. Sinds 1950 vervangt bus 62 de tram op hetzelfde traject, maar niet verder dan Middelburg.
Roger Passchier, van 1924 tot 1927 onderpastoor in Moerkerke vulde zijn ‘Opzoekingen aangaande Moerkerke’ aan met een reeks zelfgemaakte (?) fotootjes van het dorp. Hij had daarbij ook oog voor de tramlijn. Hier fotografeerde hij vanuit de Visserstraat zuidwaarts richting kruispunt met de Weststraat en de bocht met de tramsporen naar Vivenkapelle.
Na het uitbreken van de sporen in de jaren 1940 - volgens mondelinge bronnen gebeurde dat in 1948 en werden stukken spoor als ‘schoenschraper ’ gebruikt - werd de spoorbocht gebetonneerd. Pas recent werd die gevaarlijke bocht afgesloten voor het verkeer.
Detail van de meer dan twee meterslange kaart die we ontdekten in het gemeentearchief van Moerkerke, op de zolder van het administratief cen¬trum van de gemeente. De kaart geeft de bestaande wegen in oranje weer en de te onteigenen stukken in roze. Voor de bocht werden drie percelen doorsneden. Ze werden gescheiden door grachten. De laantjes werden onder de spoorwegbedding ingekokerd met buizen van 30cm doormeter.
De tramsporen nabij de molen van Schutijzer waar de Visserstraat (die volgens het onteigeningsplan in dat deel Hoofdmolenstraat heette) de reeds gedempte Lieve kruiste. De foto is in zuidelijke richting genomen na de Eerste Wereldoorlog want er staan al elektriciteitspalen. Moerkerke - net als o.m. Oostkerke en Lapscheure - kregen een elektriciteitsnet onder de Duitse bezetting. Postkaartenverzameling Folkert Schellekens, Moerkerke.
Links: kruispunt van de Hoofdmolenstraat met de Dorpstraat (nu Visserstraat met Kasteelstraat) gefotografeerd door Passchier in zijn reeks foto’s van de tramsporen in de jaren 1920.
Boven: Aan de kaart die we in het gemeentelijk archief vonden hangt ook de namenlijst van de getroffen eigenaars. Voor de bocht van de tram in de dorpskern moest bakker Camiel Van Hecke als nr. 47 op de lijst een stukje grond afstaan om de tram te laten rijden. Om de bocht goed te nemen moest er op nr. 48 zelfs een huis worden afgebroken. Het was eigendom van de kasteeleigenaars, de broers August en Gustaaf de ’t Serclaes de Wommersom, beiden baron en gedomicilieerd in Antwerpen. Merkwaardig is dat het hoekhuis - en nu bankkantoor - dat er nadien gebouwd werd en dieper ligt, toch een afgeknotte hoek heeft,
Boven: de kaart van het dorp van Moerkerke in 1902. Vanaf het huis van de dames Bostoen, winkeliersters moesten de eige-naars van de noordzijde van de Dorpstraat (nu Kasteelstraat) een stukje grond afstaan voor de trambedding.
De Dorpstraat (nu Kasteelstraat) uit de postkaartenreeks Nels, te dateren in de jaren 1920 of ‘30. In de Steenweg???????? (staat in boek van Rau
Aan de plannen van 1902 werd in 1904 een plan voor een wissel toegevoegd onder de ronkende naam: Gare de Moerkerke Village. Een echt station werd er nooit gebouwd. Het was eerder een laad- en loskade. In 1916 heeft de Duitse bezetter er wel barakken langs gezet die volgens de memoires van pastoor August Declerck dienst deden als koeienstal. In 1918 heeft een Brits spionagevliegtuig de Duitse barakken gefotografeerd. Met rode inkt heeft een Belgische officier erbij geschreven: zone baraques. De luchtfoto’s worden bewaard in het Koninklijk Legermuseum in Brussel.
De wissel lag tussen de Rozeweg (nu het doodlopende stuk van de Kasteelstraat) en de Nederenbruggeweg (nu de Middelburgsesteenweg).
De tramroute zal een belangrijke rol spelen in het leven van de familie Burggraeve uit Moerkerke. Vader Edmond, woonde met zijn gezin precies langs de tramroute, eigenlijk een paar tientallen meters van de hofstede van Ceulenaere verwijderd. Edmond, voerman, verdiende zijn brood om zijn gezin met zes kinderen te onderhouden. Door de Duitsers in 1918 opgeeist, diende hij de voedselbevoorrading naar en van Brugge te verzorgen. Door het smokkelen werd hij en zoon Rene, door de bezetter gestraft. Zijn zoon, amper 16 jaar, wou zijn vader en moeder wreken. De haat van Rene tegenover de Duitsers, was eigenlijk ontstaan door het smokkelen, dat ontdekt werd in Vivenkapelle, tijdens hun dagelijkse rit met paard en kar, waarbij Rene zijn vader vergezelde. Vader Edmond kreeg 18 dagen bak en inbeslagname van alle goederen, kar en paard inclusief. Dat kwam voor het gezin Burggraeve hard aan.. Rene werd door de bezettende overheid opgeeist om voortaan iedere dag te gaan werken en de wegen langs de tramroute te helpen herstellen. Maar vooraleer dit gebeurde had Rene zich nog eerst 8 dagen op zolder verstopt en dit bracht nog meer moeilijkheden met zich mee.
Kortom: die Rene Burggraeve was 'nen speciale'. Hij ondernam verschillende pogingen om naar 'Holland' te vluchten om zo via Engeland, naar het front te gaan om tegen de Duitsers te vechten. Dit imposante en boeiende verhaal zal in een volgende reeks bijdragen in dit tijdschrift verschijnen.
In Den Hoom verliet de tramlijn vlak voor het centrum de Hoornstraat om door de weilanden de kortste weg naar Middelburg te nemen. Daaraan herinnert nu nog het straatje Tramweg.
Het tramstation in Middelburg (Oost-Vlaanderen) bestond uit een douanekantoor, een wachtzaal, een goederendepot, een woonhuis en het quarantainegebouw waar dieren wachtten op transit naar Nederland of Belgie. (www.sincfala.be)
Pierre De Meyer, die in 2010 zijn foto in bruikleen gaf voor de tentoonstelling Zwinstreek in VERVOERing, wist te vertellen wie allemaal op de foto stonden aan de Tolpost aan de grens bij een stilstaande tram en goederenwagon: een onbekende douanebeampte, Regina De Deyne, douanier August Ost, Marie Staelens met een kindje op de arm, een zoontje van brigadier De Broe, Gerard de Broe, nog een zoontje van dezelfde brigadier, en Stephanie Paridaen. Stephanie was door de Middelburgers enkel gekend onder de naam 'Stefe Zappers'. Ze was gehuwd met een Kleits bezembinder en woonde in de Rentestraat.
Van dat complex is er alvast een gebouwtje overgebleven: na rondvraag bij buurtbewoners, hebben we informatie gekregen dat op het grondgebied Middelburg, voorbij 'DEN TOL' , daar waar de tramroute richting AARDENBURG loopt, een tramhalte- tramhuisje stond. Dat oud gebouwtje staat er nu bouwvallig bij, maar toch heb ik de foto's genomen. Sommige mensen beweren dat die tramhalte een stopplaats was om tol te betalen, maar zeker om aangifte te doen van de vervoerde transportgoederen. Info werd verkregen van o.a. Frederik Oosterlynck, vroegere inwoner van Middelburg en bewoner van de site van de kloosterzusters.