De achthoekige kerktoren van Hoeke op de Kaart van de Zwinstreek uit 1501
Caroline Terryn
Jan de Hervy - Kaart van de Zwinstreek - 1501 - Groeningemuseum Brugge © Foto: Lukas - Art in Flanders VZW
(www.lukasweb.be) Hugo Maertens Brugge
De kaart van de Zwinstreek blijft verbazen. Jan de Hervy beeldde de kerk van Hoeke af met een ranke torenspits op een achthoekig torentje, terwijl Hoeke nu en op oude foto’s een korte vierkante toren met een laag tentdakje heeft.
Kerk van Hoeke, Verzameling Folkert Schelleken
De kerk werd eind 13de eeuw gebouwd. In 1275 maakte een schenking van de Duitse koopman Hendrik van Koesfeld (in Westfalen) de verbouwing van een bestaande kapel tot een vroeggotische kerk mogelijk. Diezelfde Duitse koopman had tijdens zijn leven al het Heilige Geesthospitaal opgericht. Hoeke telde toen voornamelijk "Oosterlingen": Duitsers of mensen die van nog verder oostwaarts afkomstig waren; ook Esten rekende men tot de Oosterlingen, maar de meerderheid kwam uiteraard niet van zover. Al voor 1250 was Hoeke uitgegroeid van een vissersdorpje tot de belangrijkste los- en overslagplaats van de Duitse kooplieden aan het Zwin. Keulse kooplieden waren al een eeuw eerder zo goed verte- genwoordigd in het Zwin dat graaf Filips van de Elzas in 1163 voor hen het Toltarief van Letterswerve opstelde: voor een lange lijst koopwaar werd een vaste tol bepaald, te beta- len in de voorloper van Damme. Ca. 1252-1253 hadden de Hanzen van Lubeck, Bremen en Hamburg handelskantoren aan het Zwin, maar niet in Damme, wel in Hoeke. De ooster- lingen voerden dan zelfs onderhandelingen om van Hoeke een Duitse enclave te maken die onafhankelijk zou zijn van Vlaanderen. Gravin Margareta stond dat evenwel niet toe. Hoeke kreeg wel - net als Monnikerede en Mude (thans Sint-Anna-ter-Muiden), twee andere gehuchten van Oostkerke - het statuut van vrije stad, want in 1255 had Hoeke eigen schepenen. Zij oefenden zelfbestuur uit en spraken recht (voor zaken waar geen doodstraf op stond). In 12731274 verwierf Hoeke handelsprivileges. De havenstad flo- reerde. Hoeke strekte zich uit van de huidige kern tot in ’Houcke ten Boven’ aan de overkant van de huidige Natien- laan. Daar bevonden zich het stadhuis, handelspanden en de verdwenen Sint-Jacobskapel. Verder telde Hoeke tijdens haar bloeiperiode een tolhuis en het Oosterlingenhuis. Dat was naast vergaderlokaal ook opslagruimte voor Duitse koop- waar. Die context verklaart waarom een Duitse koopman zo ver van huis een hospitaal en een kerk liet bouwen.
Het kerkje dat met het legaat van de Duitse koopman betaald werd, verrees wel in de lokale stijl: Vlaamse vroeggothiek. Hoe de kerk en meer bepaald de toren er in de middeleeuwen uitzag is niet zeker. Was het een volledig vierkante toren, zoals we de toren nu kennen? Of was het een vierkante toren met een achthoekige bovenbouw zoals de kerktoren van Westkapelle? Als we Hoeke op de Zwinkaart vergelijken met de foto’s op deze pagina, dan lijkt de kerktoren meer op de achthoekige toren van Westkapelle (onderaan) dan op de vierkante toren van Hoeke op de postkaart van vlak na de restauratie van 1901. Hoe komt dat? Nam de Hervy een loop- je met de waarheid of had Hoeke in 1501 echt een achthoeki- ge toren zoals Westkapelle en Knokke?
Als we enkele torens op de Zwinkaart vergelijken, lijkt die van Hoeke meer op die van Westkapelle en Knokke - die ook nu nog een achthoekige klokkenverdieping hebben, dan op de volledig vierkante torens van Lissewege en Damme. U kan de torens in kleur in detail bewonderen op www. lukasweb .be doorklikken naar de Her- vy. Heel de Zwinkaart kan u af navigeren op uw PC of tablet! Gezien zijn variatie aan torens en wat er nu nog van overblijft, schilderde de Hervy waarheidsgetrouw. Er is geen reden om aan te nemen dat hij zich voor de toren van Hoeke, die wellicht goed gekend was omdat hij vanop het Zwin te zien was, een fantasietje veroorloof- de. Bijgevolg nemen we aan dat Hoeke in 1501 een achthoekige toren had.
Dan rijst de vraag: wanneer werd dat achthoekig bovendeel gebouwd? Pas in de 15de eeuw, zoals we veronderstelden bij Oostkerke, of al meteen, in de eerste bouw- fase eind 13de eeuw? In Opkomst van de kerkelijke gotische bouwkunst in West- Vlaanderen gedurende de XIII° eeuw onderzocht Luc Devliegher 64 torens (tabel 1). Ze hadden allemaal een vierkante basis, maar het merendeel had een achthoekig bovendeel. Bij Romaanse kerken (doorgaans uit de 12de eeuw) kwam dat meer voor dan bij de 13de-eeuwse vroeggotische kerken. We willen hierbij opmerken dat De Vliegher Heist rekende bij de achthoekige, terwijl de Hervy een vierkante toren schilderde en omgekeerd rekende hij Hoeke tot de vierkante torens, terwijl de Hervy een achthoekige schilderde. Gezien de talrijke achthoekige vroeggotische torens is het best mogelijk dat die van Hoeke uit de 13de eeuw, begin14de eeuw stamde..
Nu heeft Hoeke een westtoren, boven de ingang, maar bij de Hervy lijkt het alsof de toren midden in het gebouw staat. Een echte vieringtoren op de kruising van de middenbeuk met de dwarsbeuk, was het in elk geval niet want de Hoekse toren had geen vier doorgangen, t.t.z. Devliegher vond geen sporen van doorgangen aan noord - en zuidzijde. Er was enkel aan de westzijde een doorgang voor. de ingang en aan de zuidzijde een doorgang naar het schip.
De toren van Knokke (foto boven) was in de 14de eeuw wel gebouwd als een vie- ringtoren: hij had 2 doorgangen naar koor en schip en 2 naar de zijbeuken. Dat to- rentje met vierkant benedendeel en achthoekige klokkenverdieping bestaat nog. U kent het beslist, het staat aan het begin van de Lippenslaan. Het heeft een wel heel bewogen geschiedenis. Na de Godsdienstoorlog werd de kerk van Knokke in de 17de eeuw grondig verbouwd: alles werd afgebroken, behalve de toren. Die werd wel westtoren, i.p.v. middentoren, want achter de oude toren verrees een nieuwe kerk, die in de 19de eeuw nog werd uitgebreid.. De foto van begin 20ste eeuw (boven) toont die situatie. Na de Tweede Wereldoorlog gebeurde nog eens hetzelf- de: de kerk werd helemaal afgebroken, behalve het vroeggotisch torentje. In 1958 werd de grote nieuwe kerk ingehuldigd. Het 14de-eeuwse torentje staat er naast met als enige functie: herinnering aan vroeger.
In Hoeke lijkt het alsof de ‘eenbeukige kerk met voorgeplaatste westtoren’ zo uit de middeleeuwen gekomen is. Niets is minder waar. De toren had in 1501 - en mo- gelijk al 2 eeuwen eerder - een achthoekig bovendeel. Hij werd waarschijnlijk ge- bouwd als westtoren, maar de Hervy beeldde hem in 1501 af met een soort portaal ervoor. Volgens de geschreven bronnen was er inderdaad een portaal, want in 1658 werd een nieuw portaal gemaakt; ‘in 1715 was het in zo’n vervallen staat dat men het wilde slopen teneinde het materiaal voor de herstelling van de kerk te kunnen gebruiken. ’ De literatuur meldt niet of het portaal toen al gesloopt werd of pas later. Over de achthoekige klokkentoren wordt ook in alle talen gezwegen.1 Wanneer verdween die? In 1900-1902 werd de kerk door architect Charles De Wulf geres- taureerd. Sindsdien is de kerk geen haar veranderd, ondanks de Tweede Wereldoor- log. Hoeke werd herhaaldelijk beschoten en de kerk zwaar beschadigd, maar al in
1944 werd alles netjes gerestaureerd. Zoals het was in ... 1902.
Voetnoten
1. DEVLIEGHER L., Opkomst van de kerkelijke gotische bouwkunst in West-Vlaanderen gedu- rende de XIII°eeuw, Brugge, 1955, DEVLIEGHER L., De Zwinstreek, in Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 4, Tielt, 1970, p. 6574. CORNILLY J., Monumentaal West- Vlaanderen, deel 3, Brugge, 2005, Inventaris Bouwkundig Erfgoed - Damme (Hoeke).