☰ Extra

Het kasteel van Lembeke op de kaart van de Zwinstreek uit 1501 Een verdwenen burcht aan de oever van het Zwin

Caroline Terryn

2025 02 13 142153Jan de Hervy - Kaart van de Zwinstreek - 1501 - Groeningemuseum Brugge © Foto: Lukas - Art in Flanders VZW (www.lukasweb.be) Hugo Maertens Brugge

Op onze verkenningstocht op de kaart van de Zwinstreek uit 1501 zijn we aanbeland bij het kasteel van Lembeke. Ten zuiden van Oostkerke, aan de oever van het Zwin beeldde de Hervy een imposant kasteel af met een vierhoekige toren en een lagere zijvleugel. De robuuste stenen donjon met kantelen maakte indruk op al wie naar Brugge voer en droeg bij aan de faam van de eigenaar Jan de Baenst jr.. Hij was een telg uit een Brugse familie van hoge adel. Zijn grootvader was raadgever van Filips de Goede, Hertog van Bourgondie.1 Begin 16de eeuw was er evenwel minder passage op het Zwin dan in 1460 toen opa Jan de Baenst sr. het goed kocht en Brugge nog de marktplaats voor Noord- en Zuid-Europa was. In de 16de eeuw nam Antwerpen die rol over omdat het beter bereikbaar was dan Brugge, dat met de verzanding van het Zwin kampte, maar ook omdat de opstandige Bruggelingen alle krediet bij de vorst verloren liadden nadat ze Maximiliaan van Oostenrijk in 1488 maandenlang gevangen hadden gehouden. Brugge weigerde hem te erkennen als regent voor de minderjarige troonopvolger van Maria van Bourgondie, Maximiliaans echtgenote. Zij was in 1482 na een val van haar paard overleden; haar zoon en opvolger Filips (de Schone) was amper drie jaar. Brugge, Gent, leper en het Brugse Vrije wilden zelf het regentschap waarnemen i.p.v. de voogdij aan de vader te geven, omdat die Oostenrijker niet geneigd was de verregaande autonomie van de Vlaamse steden te respecteren. Toen ze bovendien weigerden een zware belasting te betalen waarmee Maximiliaan in Frankrijk oorlog wou voeren, kwam hij in persoon naar Brugge om te onderhandelen. Hij werd er echter gevangen genomen! Na 14 weken kwam hij vrij, nadat hij op het Heilig Bloed gezworen had af te zien van wraakacties. Hij was de stad nog maar uit of hij beval zijn troepen het Brugse Vrije een lesje te leren2

Wanneer is het kasteel van Lembeke verdwenen?

Volgens Rene De Keyser betekende de opstand ook het einde voor het Kasteel van Lembeke. Het Schottenkasteel, Pathoeke en Ten Berge gingen in de vlammen op na een grondige plundering door Maximiliaans soldaten ... De Bruggelingen van him kant verwoestten de kastelen van Broodshende te Moerkerke (nu de Brezendestraat), Rostune op Sijsele, Leest-

kens...... Middelburg, Dudzele. De Bruggelingen hadden het gemunt op die kastelen omdat hun heren Maximiliaan openlijk hadden gesteund. Daniel van Praet, heer van Moerkerke ook, maar die wist de Bruggelingen telkens te ontkomen. Pieter Lanchals - die een blitzcarriere gemaakt had aan het hof van Maximiliaan - had minder geluk: hij werd dagenlang op de Brugse Markt gefolterd en op 22 maart 1488 onthoofd.3 Maximiliaan die toen in het huis Craenenburg - nu een gekend cafe op de Markt - opgesloten was, kon de martelingen en de executie goed volgen vanuit zijn raam.

De represailles van zowel de Bruggelingen als van Maximi­liaans leger na zijn vrijlating, zijn in detail beschreven. Zo liingen de Duitse soldaten de dienaars van Ten Berge in de boomgaard van het kasteel met de voeten omhoog ...4 Over een wraakactie op Kasteel Lembeke wordt echter met geen woord gerept. Toch lijkt Rene De Keyser te suggereren dat het door woedende Duitse soldaten verwoest werd: eigenaar Jan de Baenst ... hield het meer met de Bruggelingen... laat hij volgen door: ook de heren van het Schottenkasteel, Pathoeke en Ten Berge, volgden de Bruggelingen.5 Deze kaste­len werden volledig verwoest; als dat van Lembeke vernield werd, dan toch niet erg grondig, want in juni 1488, een maand na Maximiliaans vrijlating, werd het ingezet om het Zwin te verdedigen. Het Brugse Vrije legerde manschappen te Monnikerede en op het kasteel van Lembeke om de vaarweg naar Sluis te bewaken: te bew aemesse van het Sweene. 6

Ook verder in 1488, toen Maximiliaan de opstandige steden Brugge en Gent bleef aanvallen, is er geen melding van een verwoesting van de Zwinburcht. Lembeke bleef toen wellicht buiten schot, want Sluis en de rest van het Zwin bleven in lianden van de opstandelingen. Begin 1489 werd Maximi­liaan weggeroepen om in het uiterste oosten van zijn vaders keizerrijk de Hongaren te gaan verslaan. Hij het wel een legertje Duitse beroepssoldaten achter. Die slaagden er in Damme te veroveren en zo de voedseltoevoer voor Brugge te blokkeren. De uitgehongerde Bruggelingen gaven zich eind 1489 over.7 De vrede met Maximiliaan werd getekend in Damme in 1490 in aanwezigheid van Jan de Baenst, heer van Lembeke, als onderhandelaar voor Brugge.8 Gent gaf zich pas in 1492 gewonnen. Het was de laatste stad die zich neerlegde bij het regentschap van Maximiliaan.9

Mogelijk heeft het kasteel van Lembeke wel oorlogsschade geleden en stelde de Hervy het in 1501 rooskleuriger voor dan het er in werkelijkheid uitzag. Per slot van rekening moest zijn Zwinkaart reclame maken om te investeren in het nieuwe Kanaal van Oostburg dat de verzanding van het Zwin moest tegengaan en had het weinig zin het Brugse Ommeland voor te stellen als de verwoeste gewesten.1" De laatste vermelding van het kasteel van Lembeke dateert van 1519: het staat dan beschreven als ’vervallen’.11

2025 02 13 142306Pourbus, Brugse Vrije, 1571, detail van Lembeke',
foto uit VERHULST, Landschap en landbcmw in middeleeuws Vlaanderen

Toch beeldde ook Pourbus nog in 1571 Lembeke af. Binnen de vierkante omwalling met een poortgebouw met twee torens, stonden een of meerdere gebouwen; daarbuiten waren er nog twee.1 In hoeverre de gebouwen in 1571 nog in gebruik waren is uit deze laatste afbeelding niet af te leiden. Mogelijk was Lembeke al een verlaten mine en beeldde Pourbus het kasteel enkel af omwille van de ligging aan de Verse Vaart. Dit nieuwe zeekanaal (1556) in de vroegere Zwinbedding (1) had in 1570 net ter hoogte van Lembeke (L) een aftakking gekregen. Aan het gehucht Peereboom (P) sloot het nieuwe stuk Verse Vaart met een rechte hoek aan op het verbrede Oude Zwin (2) dat via Koolkerke Brugge be­reikte.

2025 02 13 142320Anoniem, waterwegenkaart Vlaanderen, eind 16de eeuw; foto uit VERMEERSCH, Brugge, Mercatorfonds, 2002, p.88

De verdwijning van het kasteel Lembeke is dus geleidelijk gebeurd in de loop van de 16de eeuw, minder als gevolg van een of andere wraakactie, dan wel als gevolg van oorlogsschade of als gevolg van de algemene malaise van Brugge. Tijdens de oorlog waren alle vreemde liandelaren naar Antwerpen vertrokken en weinigen kwamen nadien terug. Dat was een zware aderlating die Brugge nooit te boven kwam.

Wanneer is het kasteel van Lembeke ontstaan?

Rene De Keyser onderzocht ook de ontstaansgeschiedenis van Lembeke. Hij ploos na dat Jan De Baenst sr. het kasteel in 1460 kocht van de familie Dop die het verkregen had - wanneer en hoe is niet geweten - van de heer van Lembeke.14 Bij gebrek aan geschreven bronnen is De Keysers goed bedacht verhaal, echter niet meer dan het ‘betere giswerk’.

heeren van Lembeke

Slechts een ding staat vast: in 1316 loosde de watering van Romboutswerve in een sluis te mijns heeren van Lembeke}5 Volgens Rene de Keyser was deze heer van Lembeke verwant met de familie van Lembeke, die heerste over de heerlijkheid Lembeke bij Eeklo, en gaf deze familie liaar naam aan het kasteel. Eustaas zou de eerste van Lembeke in de Zwinstreek geweest zijn. Eustaas van Lembeke leefde een eeuw eerder dan de vennelding van 1316. Hij was in 1234 en 1237 baljuw van Gent en in 1239 en 1244 van Brugge. Als Brugse baljuw volgde hij Andries van Oostkerke op.16 Een baljuw moest in naam van de graaf de orde handhaven.

2025 02 13 142340Is het kasteel gegroeid uit een baljuwswoning?

Andries van Oostkerke was baljuw van de graaf in Brugge en het Vrije van 1218 tot 1238 en bezat een woning langs het Zwin tussen Damme en Monnikerede.17 Volgens Rene De Keyser gebruikte hij die woning als baljuwswoning, gaf hij ze door aan zijn opvolger Eustaas van Lembeke en bouwden diens nazaten ze om tot de versterkte burcht die de Hervy afbeeldde. Dat de baljuwswoning liier - en niet in Brugge of elders in het Vrije - stond, verklaart De Keyser als volgt: in de eerste helft van de 13de eeuw moest de Brugse baljuw ook de orde handhaven in het Zwin; pas later, toen het alsmaar drukker werd op het Zwin, werd het baljuwschap opgesplitst en kwam er een speciale ordehandhaver voor het Zw in. die zich in Sint-Anna ter Muiden vestigde. Begin 13de eeuw was dat nog schorrengebied en zetelde zijn voorganger - althans volgens de redenering van Rene de Keyser - in wat later Kas­teel Lembeke werd, aan de monding van een zijarm van het Zwin en op het einde van de Lembeekse Weg.18

Op het einde van de Lembeekse Weg

De weg van Oostkerke naar het Kasteel van Lembeke is goed te herkennen op Pourbus’ kaart van 1571 (rechts boven). De Buurtwegenatlas van 1845 (rechts onder) duidde ze nog altijd aan als Lembeekse Weg, hoewel het kasteel dan al zo ’n 200 jaar verdwenen was en de Damse Vaart de weg in 1813 had doorsneden. Na de fusie van 1977 kreeg Oostkerke, dat enkel wijknamen kende, opnieuw straatnamen. De Lembeekse Weg werd hemoemd: ten noorden van de Damse Vaart tot Monnikeredestraat: ten zuiden ervan werd het stukje Lembeekse Weg deel van Damse Vaart-Oost. Het straatje loopt dood op een hoeve en achter de hoeve ligt een wei met een omwalde hoogte: dat is al wat rest van Kasteel Lembeke

2025 02 13 142411Archeologische sporen van Kasteel Lembeke

In 1982 verkende Bieke Hillewaert als archeologiestudente Oostkerke. Tijdens talrijke prospectiewandelingen vond ze hopen keramiekscherven die landbouwers bij het ploegen aan de oppervlakte hadden gebracht, en significante reliefs. Op het einde van de Lembeekse Weg deed ze geen noemenswaardige keramiekvondsten, maar trof ze wel de hoogte aan, die Marcel De Smet al geinterpreteerd had als de resten van het kasteel van Lembeke.19 Op luchtfoto’s is de bijna ronde gracht goed te herkennen en ter plaatse kan je een heuveltje zien. Op bovenstaande foto bevindt de hoogte zich tussen de koeien en de voormalige boerderij. Nu is zij afgevlakt en de gracht half gedempt, maar oorspronkelijk was de heuvel een hoge ‘motte’, opgeworpen met de aarde die uit de gracht kwam. Althans, als het kasteel van Lembeke begonnen was als mottekasteel. Daar « hebben we er niet het minste bewijs voor. » aldus Bieke Hillewaert. Toch is het ook volgens haar « niet onmogelijk dat er een motte opgeworpen was. »20

2025 02 13 142426Was Lembeke oorspronkelijk een mottekasteel?

Bieke Hillewaert formuleerde het voorzichtig. « Als we andere sites van het motte-type bekijken, stellen we vast dat deze vooral in de llde-12de eeuw voorkomen. Dit zou hier kunnen gelden. »21Ze achtte het mogelijk dat er al voor 1250 op deze site ‘een tamelijk belangrijke woning’ stond omdat de weg die er heen leidde toen al bestond. De weg vormde immers de westelijke grens van het stadsgebied van Monnikerede met het Brugse Vrije en die afbakening moet vastgelegd zijn rond 1250 toen Monnikerede stadsrechten kreeg.22 Meer zelfs, de Lembeeke Weg kan nog ouder zijn, want bij haar prospecties vond ze langs de Monnikeredestraat twee concentraties keramiekscherven uit de 1 lde -12de eeuw.23 Een van de twee sites stond gekend als Boutswerf. « Een werf is een kunstmatige vluchtheuvel, die over het algemeen van voor de inpoldering moet dagtekenen: uit de 10de-12de eeuw, toen de schorren voor de schapenteelt uiterst winstgevend waren.»24 Bij de plaats die Boutswerf heette is er geen reliefverschil meer merkbaar, maar 750m ten zuidzuidwesten, op het einde van de Lembeekse Weg is er dus wel nog een hoogte. Daarop stond in 1501 het kasteel van Lembeke en voor 1250 stond er mogelijk ‘een tamelijk belan­grijke woning’ op een ‘motte’. Bieke Hillewaert ging zelfs verder. « De aanwezigheid van een dergelijke woning tijdens de voile middeleeuwen (llde-13de eeuw) kunnen we misschien aan het Zwin koppelen. Het kasteel van Lembeke was samen met het kasteel van Oostkerke de enige versterking van de Zwinoever. »25

2025 02 13 142449Voor Rene De Keyser was het de evidentie zelf dat hier een versterkte woning werd opgericht van waaruit de baljuw in vredestijd de orde handhaafde op het Zwin en in oorlogstijd Damme verdedigde. Hij meende zelfs te weten dat ze gebouwd werd vlak na de plundering van Damme in 1213. In de late middeleeuwen werd het Zwin bewaakt door de versterkingen van Sluis, maar begin 13de eeuw was er nog geen sprake van Sluis; zelfs Hoeke en Monnikerede bestonden nog niet. Vijandige vloten konden ongehinderd het Zwin opvaren en Damme plunderen. Om een herhaling van de catastrofe van 1213 (zie verder) te voorkomen werd volgens De Keyser een Zwinburcht gebouwd aan de monding van de Monniker­ede in het Zwin.26 Het enige document waarmee hij die vroege geschiedenis staafde, dateert echter van 100 jaar later: pas in 1316 wordt de sluis te mijns heeren van Lembeke vermeld. Daarop komen we terug in een volgend nummer. Nu wat meer over mottekastelen...

Hoe zag een mottekasteel emit?

Vooreerst willen we benadrukken dat er enkel aanwijzingen, geen harde bewijzen zijn om het oorspronkelijke Kasteel Lembeke als mottekasteel te beschouwen. Bieke Hillewaert aarzelde zelfs om de gracht rond de heuvel te omschrijven als een ringwal omdat het geen perfecte cirkel is, maar wel zoals blijkt uit haar schets, die we hieronder afbeelden, veeleer een vierkant met afgeronde hoeken. Dat verschil lijkt onnozel, maar is in deze relevant omdat typische mottekastelen boven - op een motte stonden die opgehoogd was met de aarde uit een ronde gracht: een ringwal. Later waren grachten rond kastelen en hoeven niet meer rond, maar rechthoekig omdat dat een rationeler grondgebruik toeliet op de akkers buiten de gracht. Rechthoekige percelen zijn immers efficienter te beploegen dan onregelmatige.

Ten tweede is de top van het heuveltje niet rond, maar rechthoekig. Dat kan echter later aangepast zijn. De Hervy beeldde immers in 1501 naast een vierkante stenen toren een lagere zijvleugel af Mogelijk verving dit stenen kasteel een oudere houten toren, die wel bovenop een ronde hoogte stond.

2025 02 13 142504

Een ander essentieel kenmerk van mottekastelen is de aanwezigheid van een boerderij bij het kasteel. De ringgracht van het opperhof sloot aan op de gracht rond het ‘neerhof, waar de boeren met hun ‘neerhofdieren’ woonden. Opper- en neerhof lagen dus binnen een achtvormige omwalling. Kas­teel Lembeke had in de middeleeuwen een boerderij; Jan de Baenst verpachtte ze in 1509 voor 9 jaar. Nadien komt het opperhof voor het laatst voor in de bronnen; het neerhof bleef wel bestaan.27 Tot ca. 1970 was het een landbouwbedrijf. Dat kan dus eerst het neerhof van het mottekasteel Lembeke geweest zijn. Er zijn weliswaar geen sporen meer van een gezamenlijke gracht die opper- en neerhof omsloot, maar de gracht rond het neerhof kan in later tijden gedempt zijn.28

Bovenstaande maquette beeldde archeoloog Marcel De Koning af bij een aankondiging van een lezing over mottekaste­len in Zeeland.29 Daar zijn vele hoogtes, soms meer dan een per gemeente. Ze werden lang beschouwd als ‘vliedbergen’, kunstmatige hoogtes waar de mensen zich bij stormvloed op terugtrokken, zoals de terpen in Friesland. Nu interpreteert men ze echter vaker als restanten van mottes.30 Hieronder de motte van ‘t Hof Blaemskinderen bij Goes in Zeeland.31

2025 02 13 142537Het mottekasteel: oudste kasteelvorm in Europa

Het mottekasteel ontstond in de 10de eeuw en verspreidde zich in heel Europa tot ca 1250.32 Het is een van de oudste kasteelvormen en zag er dus per definitie vrij eenvoudig uit. Boven op de motte, een kunstmatige heuvel opgeworpen met aarde uit een ringgracht, woonde de krijgsheer. De adellijke familie keek letterlijk neer op de boeren die voor hen werkten en die in het opperhof beschutting zochten als ze werden aangevallen. Zolang de aanvalswapens een beperkte reikwijdte hadden, volstond een toren op een hoogte. De houten toren was evenwel met bestand tegen vuurpijlen, zodat na 1250 sommige houten mottekastelen vervangen werden door een stenen donjon, die niet alleen meer veiligheid bood, maar ook meer prestige. Onderstaande tekening komt uit een filmpje over het kasteel van Coevoorden in Drenthe (NL).33 Van hou­ten mottekasteel in de 12de eeuw evolueerde het tot een complexere stenen burcht in de late middeleeuwen. Een animatiefilmpje laat die evolutie van alle kanten zien. Zou het kasteel van Lembeke een gelijkaardige bouwgeschiedenis hebben doorgemaakt? Best mogelijk, maar met te bewijzen.

2025 02 13 142553De best bewaarde Belgische motte is de Hoge Wal in het Oost-Vlaamse Ertvelde. De Gentse burggraaf Zeger II bouwde het kasteel in 1190. Het werd recent ontsloten voor het publiek met een houten trap. Op een website staat zelfs een spannend educatief zoekspel Het motte mysterie om ter plekke te spelen!34 Maar een toren is er met...

Op internet vonden we tal van voorbeelden uit het buitenland van recon­structie met toren. Het onderste mottekasteel is dat van het Zeeuwse museum voor natuur en landschap Terra Maris. De originele motte is 4m hoog en de toren 10m. Dat volstond in de 12de eeuw om de pijlen van de aanvallers te trotseren. De paus verbood toen nog de kruisboog, die door hout boorde; althans tussen christenen, want kruisvaarders mochten het gruwelijk wapen wel inzetten tegen moslims.35

2025 02 13 142606

2025 02 13 142709Als er in heel West-Europa in de 11de-12de eeuw mottekastelen werden gebouwd en als er op een zo strategische plaats als het Zwin nu nog een hoogte is met een quasi ringwal en een neerhof, die in de late middeleeuwen gekend waren als het kasteel en de hoeve van Lembeke, ja, dan wordt het toch wel heel verleidelijk om daarin een mottekasteel te zien. Professor Wim De Clerq van de Universiteit Gent aan wie we om uitleg vroegen, antwoordde: « Ik vrees dat slechts archeologisch onderzoek hier definitief uitsluitsel kan geven. Het is best mogelijk dat het als motte begon, en zoals veel kastelen vanaf de 13de eeuw transformeerde (ondermeer ifv de nieuwe krijgsbouwkundige evoluties), waarbij zowel het gebouw als de wal werden heraangelegd. Opgravingen alleen kunnen hier uitkomst bieden. » Lembeke onderzoeken is met meteen aan de orde; archeologen geven voorrang aan sites die verstoord wor­den door bebouwing of in een groter kader passen zoals de Staats-Spaanse Linies.

Of Lembeke gebouwd werd om - zoals Rene De Keyser schrander opmerkte - een herhaling van de catastrofe van 1213 te voorkomen, zal wellicht nooit te bewijzen vallen. Omdat het nu exact 800 jaar geleden is, willen we deze ramp hier in herinnering brengen.

In 1213 werd Damme bewonderd, beroofd en uitgebrand

We kunnen het met genoeg benadrukken: Damme kende haar Gouden Eeuw in de 13de eeuw. Al in het begin van de eeuw beschreef de Franse kroniekschrijver Guil­laume le Breton met vervoering de exotische rijkdommen die in Damme werden gelost van de zeeschepen om ze per binnenschip naar Brugge te brengen: goud en zilver in staven, weefsels uit Fenicie en de Cycladen, bont en huiden uit Hongarije, meekrap om laken te verven, wijnen uit Gascogne en La Rochelle, ijzer, lood, tin en koper uit Engeland en Polen. In omgekeerde richting vertrok laken uit Vlaanderen bestemd voor de uitvoer. Het Vlaamse laken was met de eerste de beste wollen stof; wel een luxeproduct, dat gegeerd was bij de elite in heel Europa.

Dat de kroniekschrijver van koning Filips-August in 1213 Damme bezocht was geen toeval; hij kwam in het kader van een vergeldingsactie. De Franse koning wil­de zijn leenman, de graaf van Vlaanderen afstraffen omdat die in het Frans-Engelse conflict de zijde van de vijand had gekozen omwille van handelsbelangen. De Vlaamse volders en wevers liadden de Engelse wol broodnodig. Uiteindelijk versloeg de Franse koning in 1214 de Vlaams -Engelse alliantie met een klinkende overwinning in de veldslag van Bouvines in Henegouwen, maar niet nadat hij een jaar eerder in Daimne zware verliezen had geleden.

Begin 1213 had de Franse koning Filips-August een reusachtige vloot uitgerust. Het plan was eerst Vlaanderen uitschakelen en dan Engeland veroveren. In mei kwam hij met zijn oorlogsvloot het Zwin binnengezeild. Meer dan duizend schepen zouden toen in de brede havenkom van Damme voor anker zijn gegaan. De voornoemde kroniekschrijver Guillaume le Breton had het over in totaal 1700 schepen. Het is de vraag of dat er echt zoveel waren. Historici nemen middeleeuwse aantallen meestal met een korreltje zout: 1000 was ‘ontzettend veel’ en 700 een heilig getal. Bovendien gaan ze ervan uit dat Guillaume le Breton met de ‘brede ha­venkom van Daimne’ heel de baai van het Zwin bedoelde.

Wat ervan zij, in mei 1213 voer Filips-Augustus het Zwin op, liet de verovering van Daimne en Brugge over aan zijn vlootoversten Savery en Cadoc en ging zelf met de rest van zijn manschappen Gent belegeren. Dat was geen goed idee, want de Engelsen kwamen hun Vlaamse bondgenoten ter hulp: ze sloten het Zwin af met hun vloot. De Franse schepen zaten als ratten in de val. Naar verluidt hadden de Engelsen al 400 van de 1700 Franse schepen veroverd toen Filips-Augustus, ijlings uit Gent teruggekomen, het bevel gaf de rest van zijn Franse schepen in brand te steken. Liever dat dan ze in vijandige handen te laten vallen. Naast zijn eigen vloot liet hij ook de stad Damme en de wijde omgeving in de vlammen opgaan. Na zijn vertrek bleef er van de voorhaven van Brugge enkel een brandende puinhoop over. Damme recupereerde echter snel van de stadsbrand. Dat was mogelijk omdat de zeehaven nog maar recent was aangelegd op een plek die alles in zich had om een overslaghaven van formaat te worden. Althans in de 13 de eeuw.

2025 02 13 142732Reconstructietekening door Mathys in DE MEULEMEESTER Johnny, De militaire architectuur in de middeleeuwen in: DE VOS Luc, Burchten en forten en andere versterkingen in Vlaanderen, Leuven, 2004, p. 23

Deze tekening toont een ‘standaard mottekasteel’. Uiteraard bestond er geen ‘standaard’ in de hoge middeleeuwen. Geen enkele feodale heer die een burchtwoning liet optrekken had een bouwplan, laat staan een bouwpakket. De meeste mottekastelen zullen dan ook op een of andere manier afgeweken hebben van deze tekening. Toch hadden ze enkele kenmerken wel gemeen: de motte met het opperhof met een ringwal en een lager, eveneens omwald neerhof. In sommige neerhoven zal - zoals hier afgebeeld - een heel dorp met kapel gestaan hebben; in andere enkel een boerderij. Meestal waren opper- en neerhof omheind met een houten pallissade. Archeologen herkennen die aan een rij paalgaten. Een paalgat is een ronde verkleuring in de bodem. Die kleur is ontstaan doordat de houten paal in het gat waarin hij stond, is vergaan en de grond in het gat een andere kleur heeft dan de omringende grond omdat hij nog wat resten gerot hout bevat.

Voetnoten

1. DE KEYSER René, Het kasteel Lembeke te Oostkerke en zijn bezitters in Album Jos. De Smet, Brugge, 1964, p. 228 2. DE MAESSCHALCK Edwaerd, De Bourgondische vorsten 1315-1530, Leuven 2008, p. 207 3. zie 1. p. 231 4. idem 5. idem 6. COORNAERT Maurits, Dudzele en Sint-Lenaart : de geschiedenis, de topografie en de toponymie van Dudzele tot omstreeks 1914, met een studie over de Sint-Lenaartommegang, 1985, p. 65 7. www.sincfala.be tijdslijn. 8. zie 1, p. 232 9. zie 2 10. TERRYN Caroline, Bij de cover (2): De Kaart van de Zwinstreek maakte reclame voor het Kanaal van Oostburg in: Erfgoedblad Damme, 2012, p. 32 11. zie 1. p. 232 12. HILLEWAERT Beatrijs, Archeologisch Inventaris, band II, Oostkerke bij Brugge, Gent 1984, p. 427 13. VERMEERSCH, Brugge, Mercatorfonds, 2002, p.88 14. zie 1. p. 227 15. zie 1. p. 226 16. zie 1. p. 220 17. zie 1. p. 223 18. idem 19. zie 1 p. 219 20. zie 12 p.427 21. idem 22. zie 12 p.426 23. zie 12 p.244 24. zie 12 p.215 25. zie 12 p.427 26. zie 1 p.220 27. zie 1 p.232 28. zie 12 p.427 29. http:// www.awnzeeland.nl/pages_content/page_164.htm 30. www.terramaris.nl 31.http://nl.wikipedia.org/wiki/Mottekasteel 32. zie 30 en DE MEULEMEESTER Johnny, De militaire architectuur in de middeleeuwen in : DE VOS Luc, Burchten en forten en andere versterkingen in Vlaanderen, Leuven, 2004, p. 23 33.http://vimeo.com/19488710 34. www.mottekasteel.be/zoektocht.html 35.http://nl.wikipedia.org/wiki/ Kruisboog

Het kasteel van Lembeke op de kaart van de Zwinstreek uit 1501 Een verdwenen burcht aan de oever van het Zwin

Caroline Terryn

't Zwin Rechteroever
2013
03
064-070
BV
2025-02-13 14:39:16