☰ Extra

Damse Lieverelicten: 1. de voorlopers van de Leestjesbruggen

Caroline Terryn

Na enkele algemene artikels over de Lieve, starten we met een reeks over de afzonderlijke relicten. We beginnen aan de grens met Maldegem. De Leestjesbruggen van de E34 over de afwateringskanalen liggen in Maldegem, maar omdat ze hun naam danken aan de heerlijkheid Leestjes die op Moer- kerkse grond lag en gezien de Leestjesbrug over de Lieve de opvolger was van de Zoetendaalbrug en omdat het gelijkna- mige klooster deels in Moerkerke lag, kijken we toch even over de grens; eerst naar de Zoetendaalbrug.

Ontginningen ten noorden van de Brieversweg

De Zoetendaalbrug lag 600m ten oosten van de huidige Leestjesbruggen. Toen gravin Johanna van Constantinopel in 1215 de stichtingsakte van het klooster van Zoetendale teken- de, was er nog geen sprake van de Lieve, laat staan van Leestjes. De monniken kregen een hoevetje en een uitgebreid stuk woeste, onontgonnen grond in een uithoek van drie paro- chies: Heille (NL), Maldegem en Moerkerke. Enerzijds dus erg verlaten, anderzijds toch toegankelijk want het klooster- beluik van Zoetendale lag zo’n 400m ten zuiden van de Brie­versweg.1 Dat was de weg van Sint-Kruis tot Sint-Laureins, die door het rentegebied de Brieven van Aartrycke liep (Aardenburg, Heille en Moerkerke). Met die brieven kon de leenhouder - rond 1250 was dat Geerard van Aertrycke - be- wijzen dat hij - en niet de plaatselijke heer - die goederen van de graaf in leen hield en belastingen innen.2

De brug van de machtige abdij Zoetendale ca. 1260

Een halve eeuw na de stichting had de abdij minstens 250 ha verworven, merendeel via schenkingen.3 De monniken be- loonden de schenkers met te bidden voor hun zieleheil. De gronden lagen rondom het klooster en vooral ten noorden, in de polders en in de Moer van Aardenburg, waar de veengron- den in de 13de eeuw volop werden droog getrokken.4 Veen of moer is rijk aan onverteerde plantenresten en gedroogd tot turf werd het verkocht als brandstof. Moerontginning was big business en een grote bron van inkomsten voor Zoetendale.

De komst van het Lievekanaal rond 1260 was vervelend voor de abdij, want ze sneed Zoetendale af van haar gronden ten noorden. De bruggen die Gent voorzag - Moerkerkebrug en Stroobrugge - lagen elk meer dan 3km van de abdij. Gent verbood principieel om bruggen over de Lieve te bouwen. Water lozen in de Lieve was evenmin toegestaan, want beide konden de scheepvaart op het kanaal belemmeren.

Toch verkreeg de abdij zowel afwatering als een brug. De abt speelde het slim: hij bekwam eerst de toelating van het Brug- se Vrije. Toen Gent een proces aanspande tegen Zoetendale kon de abt die toelating voorleggen. De rechtszaak resulteer- de in een compromis: brug en afwatering mochten blijven, maar de abdij moest Gent wel jaarlijks een som betalen.5

De Zoetendaalbrug herstelde de onderbreking van de Brie- versweg door de Lieve. Op Google Earth vind je makkelijk de kruising van de Brieversweg met de Lieve. De Lieve werd in 1847 verbreed tot Leopoldkanaal. Op de kruising lag de Zoetendaalbrug; nu vertrekt er het straatje Gravinne naar Middelburg.

Caroline Terryn

De Leestjesbrug (1459) toont de macht van Bladelin

2025 02 12 130426Begin 15de eeuw had de abdij Zoetendale haar brug nog ver- nieuwd, maar in 1461 liet de baljuw van Middelburg ze afbre- ken, ‘op vraag Gent’. De schippers klaagden dat ze op korte afstand twee maal onder een brug moesten varen (en hun mast strijken) omdat er sinds 1459 op 600m ten westen van de Zoe- tendalebrug een nieuwe brug lag. De baljuw liet de Zoetenda- lebrug die er al 200 jaar lag verwijderen, niet de nieuwe Leest­jesbrug, die amper twee jaar oud was.6

De baljuw van Middelburg was dan ook in dienst van Pieter Bladelin jr., de nieuwe grootgrondbezitter van de streek. Zijn vader, Pieter Bladelin sr., een puissant rijke koopman uit Brugge, was al in 1410 begonnen met de bouw van een kasteel en een vrijstaande kapel ter hoogte van het huidige restaurant Pick-Wick. Kasteel Leestjes of Leestkin zou zijn naam danken aan de bijnaam van Pieter Bladelin sr.: de Leestemakere. Pie­ter Bladelin jr. breidde het Bladelinimperium uit. Hij kocht o.m. in Heille de abdijhoeve van de Norbertijnen uit Middel­burg in Zeeland en stichtte er in zijn eentje een hele stad: Mid­delburg in Vlaanderen. Vervolgens vroeg Bladelin aan hertog Filips de Goede al zijn eigendommen en lenen samen te voe- gen en ze in 1444 tot een heerlijkheid te verheffen. Dat ging uiteraard ten koste van de vroegere feodale heren, maar Blade­lin was nu eenmaal algemeen-ontvanger van de hertog.7 In vergelijking daarmee is de ‘true’ met de bruggen van 1461 klein bier.

Op Pourbus’ kaart van 1571 (kaart rechts) is die ingreep goed te volgen: de Zoetendalebrug is al meer dan een eeuw afgebro- ken, maar de plek is nog herkenbaar: het is daar waar Pourbus ‘De Lieve’ schreef. Daar was de Brieversweg dus onderbro- ken. Iedereen moest nu over de Leestjesbrug. Merkwaardig genoeg bleef het doodlopend stukje Brieversweg richting afge- broken Zoetendalebrug nog Zoetendaelestraet heten tot 1845 (Buurtwegenatlas). Dat was vier eeuwen nadat de brug was afgebroken en drie eeuwen nadat de paus de Zoetendaleabdij in 1584 had afgeschaft in het kader van de contrareformatie.

In de 13de eeuw was de Zoetendaleabdij jong en dynamisch, maar in de late middeleeuwen leefden de monniken niet meer volgens hun strenge regel. Ze bleven in hun bed liggen i.p.v. voor zonsopgang op te staan om de metten te zingen. Er waren nog andere wantoestanden, met drank en vrouwen, aldus prof. Mingroot.8 Tijdens het Protestants Bewind (1579-1584) vielen geuzenbendes Zoetendale en andere kloosters aan. De monni- ken zochten hun toevlucht in Brugge, maar dat was niet de reden van hun verdwijnen. De paus schafte in 1584 de abdij van Zoetendale - met haar kwalijke reputatie - af op vraag van de bisschop van Brugge. Hij gaf hun bezittingen (minstens 400ha) aan de nieuwe Jezui'etenorde, om een college op te richten en via het onderwijs het protestantisme te bestrijden.9

De Jezuieten vestigden zich niet in Zoetendale, maar beheer- den vanuit Brugge de landerijen, die ze - te oordelen naar de Ferrariskaart uit 1777 - intensief bebosten. In 1773 schafte de paus ook de Jezui'etenorde af. Vele bossen werden gerooid, maar tussen Moerkerke en Donk resten nog enkele prachtige eikendreven. Die danken we dus aan de Jezuieten.

2025 02 12 130511

Voetnoten

MINGROOT E., De abdij van Zoetendale, Malde-gem, 1983, p. 24
2. MARTENS M., De eerste Middelburgenaren bij de stichting van de stad (16de eeuw) in: Jaarboek HK Ambacht Maldegem, 2011
3. zie 1, p. 49
4. zie 1, p. 50
5. zie 1, p. 53: 3 hallingen per gemet
6. zie 1, p. 105
7. idem
8. zie 1, p. 169
9. zie 1, p. 207
10. zie 1, p. 219.

Damse Lieverelicten: 1. de voorlopers van de Leestjesbruggen

Caroline Terryn

't Zwin Rechteroever
2013
01
012-013
BV
2025-02-12 13:06:12