Ketsbermwegel was de naam van de Lievejaagpaden in Moerkerke
Caroline Terryn
Een belangrijk pad
Toen Margaretha van Constantinopel aan Gent toelating gaf de Lieve te graven, gaf ze Gent meteen ook rechtspraak over het kanaal en over een strook van 4 voeten breed langs beide kanaaloevers.1 Daarmee onttrok ze rechtsinacht aan de heerlijkheden die de Lieve doorkruiste: voortaan zou niet de lokale heer, inaar wel de Gentse schepenbank er mogen rechtspreken. Het cliarter van 1323 herhaalde dat Gentse privilege: al wat voorvalt (‘tous fais kui avicnncnt'). behoort tot de jurisdictie van Gent en aan niemand anders (et non a autrai).2
In de praktijk bleek de Gentse rechtsbevoegdheid evenwel beperkt. De lokale heer bleef wel bevoegd voor emstigere voorvallen. Toen Lieven De Wulf in 1692 in Vinderhoute in de Lieve verdronk, trok Gent de zaak naar zich toe verwijzend naar het cliarter van 1323, inaar de plaatselijke baljuw daagde Gent voor het hooggerecht en kreeg gelijk van de Raad van Vlaanderen.3 Gent mocht zich dus -ondanks ‘tous fais kui aviennent’ - niet met alles bemoeien: niet met hogere zaken als verdrinkingsdood. Kortom, Gent had slechts de politionele bevoegdheid om wie zonder vergunning op de Lieve voer, erin viste of er water in loosde, te beboeten. Dat statuut garandeerde Gent zelf te kunnen toezien op een vlot verkeer op het kanaal.
De jurisdictie van Gent beperkte zich bovendien tot het kanaal en de twee paden; de rechtspraak op de volledige onteigeningsstrook van 75m breed bleef bij de lokale heer.4 Dat de paden hetzelfde statuut liadden als het kanaal wijst op hunbelang voor het kanaal en het goed bmctioneren ervan.
Ketsbrugghe en Ketsebrugghe op resp. Pourbus’ kaart van het Brugse Vrije uit 1571 en een kaart van de streek tussen Damme en Ijzendijke uit ca. 1650.13
Een pad van 750 jaar oud
Het eerste document dat de paden vermeldt, is dat waarin Margaretha van Constantinopel Gent toestaat de Lieve te graven.5 Het cliarter dateert van 1251, maar in Moerkerke en Daimne werd de paden pas later gerealiseerd; voor 1269 want toen werd de Lieve voor het eerst alsdusdanig genoemd6 en na 1262, want toen kregen de eigenaars van de gronden waar de Lieve in het het Brugse Vrije werd gedolven veertien dagen de tijd om hun bezwaren in te dienen bij een geschillencommissie.7 We kunnen dus stellen dat dit pad ca. 750 jaar geleden werd vastgelegd.
Een pad van één tot anderhalve meter breed
Middeleeuwse charters spreken telkens van een strook van 4 voeten breed.8 In het Brugse Vrije was een voet 27,5 cm9 en dus mat het pad 1,10m breed. Merkwaardig genoeg bepalen latere pachtcontracten dat de pachter een pad van 5 voeten moest vrijhouden.1" Volgens de Buurtwegenatlas van 1845 mat het pad 1,5m.11
Een jaagpad van Gent tot Damme
De binctie van de paden die tussen Gent en Daimne langs beide Lieve-oevers lagen wordt in middeleeuwse charters niet vermeld, maar alles wijst erop dat het jaagpaden waren. De documenten spreken immers van zeilschepen op de Lieve en niet van roeiboten.12 Aangezien bij windstilte en tegenwind niet gezeild kon worden, gaat men ervan uit dat de schepen getrokken werden.
De plaatsnamen Ketsbrug en Ketsbennwegel in Moerkerke leveren bijkomend bewijsmateriaal. De Ketsbrug lag waar de Lieve de Legeweg kruiste. De naam staat op Pourbus’ kaart van het Brugse Vrije uit 1571 en op een kaart van de streek tussen Daimne en Ijzendijke uit ca. 1650.13 Op andere 17de eeuwse kaarten draagt de brug de naam Westleyebrug, mogelijk om ze te onderscheiden van de Moerkerkebrug, de brug over de Gentse Leye in het oosten van Moerkerke.14
Dit zicht op de stad ‘s Hertogenbosch (Den Bosch in Noord-Brabant, NL) komt uit de Nederlandse vertaling van Descrittione di tutti i Paesi Bassi van Ludovico Guiccardini, verschenen in Antwerpen in 1567. Na de scheiding van de Nederlanden werd de Nederlandse vertaling in 1612 uitgegeven in Amsterdam onder de titel Beschryvinghe van alle de Nederlanden, anderssins ghenoemt Neder-Duytslandt door M. Lowijs Guicciardyn, edelman van Florencen. De prent toont links op de voorgrond twee mannen die een zeilboot trekken.
De mannen trekken met veel moeite het schip vooruit, terwijl de schipper tegenstuurt opdat hij niet tegen de oever zou varen. Ons lijkt het dat het jagen vlotter zou verlopen als het zeil neergelaten zou worden. Eigenaardig is ook dat het touw bovenaan de mast werd vastgemaakt.
De kopergravure zou een van de zeldzame afbeeldingen van een trekschuit met ketsers op een jaagpad zijn.
Uit de jaren 1920-30 dateert onderstaande foto uit Delfszijl (NL). Scheepsmaatjes, schippersvrouwen en -kinderen waren eeuwenlang de jagers van dienst. Fernand Vandenkerckhove (°1933) vertelde ons dat hij in zijn jeugd langs de Damse Vaart nog schippersvrouwen heeft zien jagen.
De Ketsbermwegels
De straatnaam Ketsbermwegel staat vermeld in de Moerkerkse Buurtwegenatlas uit 1845. Voor het eerst werden toen systematisch per gemeente alle wegen - ook de voetwegen van 1,5m - geinventariseerd. Langs de Lieve liepen paden, zowel in Damme als in Moerkerke. Voorbij de gemeentegrens aan Leestjesbrug liepen ze verder door in Maldegem en andere Oost-Vlaamse gemeenten tot in Gent.
In de gemeente Damme was er volgens de Buurtwegenatlas midden 19de eeuw enkel op de noordelijke oever een pad. Het pad, dat ter plaatse Leybermwegel heette, werd opgenomen als ‘sentier of voetweg nr 39’.15
Volgens de Moerkerkse Buurtwegenatlas had de Lieve zowel op de noord-, als zuidoever een pad. Ze werden er ingeschreven als ‘sentier 47’ en ‘sentier 48’. De Moerkerkenaren noemden ze allebei Ketsbermwegel, een synoniem voor jaagpad.16
Ketsen of jagen
We kwamen de naamsverklaring van beide toponiemen, Ketsbrug en Ketsbermwegel, op het spoor dank zij een onderschrift in De Lieve, tscoenste juweel dat de stede heeft. Bij een detail van bovenstaande prent van Den Bosch uit 1612 staat: Een van de zeldzame afbeeldingen van een trekschuit met ketsers op het jaagpad}1
Het Woordenboek der Nederlandse Taal verwijst voor ketser naar ketsen.18 Het middelnederlandse ketsen is verwant met het Franse chasser, jagen. Een van de betekenissen van jagen en ketsen is een boot voorttrekken. Leo De Bo schreef in 1873 in zijn Westvlaamsch Idioticon: Ketsen, ... Langs de vaart een peerd drijven dat een schip voorttrekt. Van Guido Gezelle is uit dezelfde periode deze aanteekening bewaard: Ze gaan nu met de stoommachine ketsen,19 ‘Stoomketsers’ zij er bij ons weten nooit gekomen, enkel stoomboten. De vraag is of de Lieveschuitjes in de middeleeuwen getrokken werden door mensen of door paarden.
Ketsers, ketseressen en ketsepaarden
De kans is klein dat paarden de kleine schuitjes op de Lieve voorttrokken. Volgens de literatuur voer het eerste door paarden getrokken bargeschip in de Sassevaart, die pas in 1561 in gebruik werd genomen.20 In tegenstelling tot de 13de-eeuwse Lieve, was het zeekanaal van Sas-van-Gent naar Gent ook voor zeeschepen geschikt. Bovendien waren de Lievejaagpaden uit 1269 slechts 4 voeten breed, terwijl in de 17de eeuw 10 voeten de norm was voor de paardentrekwegen langs de Schelde. De traghels ... van Audenaerde op Doornicke, daer tf maertschip ketsen mach metten peerden (moeten hebben de breede van) thien voeten.21 Paardentrekpaden moesten o.i. breder zijn omdat naast het paard ook een menner moest kunnen lopen.
De jaagpaden langs de Lieve waren eeuwenlang noodzakelijk voor de scheepvaart. Midden 19de eeuw legden de Buurtwegenatlassen ze vast als voetweg. In volgende bijdragen gaan we na wat er van deze belangrijke, 750 jaar oude Lievepaden nog overblijft in Moerkerke en Damme.
Voetnoten
1.‘et in utroque latere ipsius per quator pedes’, Stadsarchief Gent (SAG), char- ter nr 67, zie BOES J., De Lieve, eerste kunstmatige verbinding tusschen Gent en de zee, Gent, 1929, p. 62.
2. BOES, p. 25
3. BOES, p. 26
4. idem
5. BOES, p. 61
6. BOES, p. 14
7. idem
8. zie voetnoot 1 en 2
9.http://www.familiekunde-vlaanderen
10. DEBBAUT R. in: De Lieve, tscoenste juweel dat de stede heeft, 2008, p. 68
11. www.giswest.be/trage wegen; zie ook Nieuwsbrief ‘tZwinrechteroever, december 2011
12. De Lieve, tscoenste juweel dat de stede heeft, 2008, p. 59
13. Rijksarchief Brugge, Kaarten en Plan-nen, 29
14. Stadsarchief Gent, reeks 98/11, Lieve-atlas17deeeuw, en reeks 529/7 en Kaartboek van Raverschoot tot Damme, 1612 (?), )
15&16. www.giswest.be/trage wegen
17. De Lieve, tscoenste juweel dat de stede heeft, 2008, p. 59 18&19 www.inl.nl Het INL (Instituut voor Nederlandse Lexicologie) biedt toe-gang tot een allesomvattende kennisbank van de Nederlandse taal: de Taalbank Ne-derlands. Deze kennisbank geeft een brede en volledige benadering van 15 eeuwen woordenschat.
20. Rijkswaterstaat A brief History of Nav-igation and Waterways. The development of the waterway infrastructure in the Neter-lands, 2011, p. 11
21. Costumen van Oudenaarde 1619, gecit. in lemma ketsen van www.inl.nl