☰ Extra

Sijsele was al bewoond in de Romeinse tijd

Caroline Terryn

2025 02 11 103329Reconstructie van het landschap in de Romeinse tijd, gepubliceerd Op het raakvlak van twee landschappen. De vroegste geschiedenis van Brugge, Brugge 2011, p. 37

Volgens het boek 1000jaar Sijsele, dat burgemeester Daniel Coens in 1976 - vlak voor de fusie met Damme - uitgaf, begon de geschiedenis van Sijsele in de 6de eeuw, toen de Frankische boer Siedsu er een pachthoeve (of sala) uitbaatte - vandaar Siedsele - en een andere familie de plaatsnaam Rostune gaf. Deze visie moet worden bijgesteld want in 2010 vonden de archeologen van Raakvlak (d.i. de intergemeentelijke dienst voor archeologie) en het Damse bureau Ruben Willaert bvba in de wijk Stakendijke, waar het OCMW- rustoord gebouwd zal worden, een woonkern uit de 2de -3de eeuw na Chr., de Romeinse tijd. Op het onderzoeksterrein van 3,6ha waren er ook nog sporen van bewoning uit de volle middeleeuwen (11de -13de eeuw), maar niet uit de tussenliggende periode. Het opgravingsrapport verscheen onlangs.

Amper 3% van de potscherven komen van gei'mporteerde luxekeramiek. Dat is minder dan in andere Romeinse sites in de buurt en merkwaardig, want de Romeinen zaten toch niet zo ver van Sijsele. Het leger kwam af en toe voorbij langs de Aardenburgse weg (= de Lege Weg) die de Romeinse legerbases Oudenburg en Aardenburg verbond en op de noordrand van de dekzandrug liep. Langs die weg - in Sint-Andries de Zandstraat genoemd - vonden archeologen nog andere sites. De ligging op het raakvlak van twee landschappen was ideaal: dicht bij het waddengebied voor vis en zout en toch hoog en droog op de zandgrond, waar er zoet water was.

2025 02 11 103410Wat is er gevonden?

Alvast niets spectaculairs. Zowel de bewoners uit de Romeinse tijd als uit de middeleeuwen waren landbouwers die leefden in houten woningen en hun gebruiksvoorwerpen zelf maakten. Het overgrote deel van de 1.543 scherven uit de 2de-3de eeuw komt van zelfgemaakte, handgevormde, dus niet eens gedraaide, keramiek. archeologen in Brugge en Damme vinden. Als de middeleeuwse Sijselenaren al contact hadden met de internationaal gerichte steden Brugge of Damme, dan blijkt dat niet uit het materiaal dat ze nalieten.

Het gebrek aan - voor de leek - ‘indrukwekkende’ vondsten, maakt de opgraving voor de archeologen echter wat ze uit gelijkaardige opgravingen kennen, kunnen ze zelfs een interessant beeld bijeen puzzelen waar ook een leek zich iets kan bij voorstellen.

Wat stond er?

De omgrachte woonkern uit de Ro­meinse Tijd bestond uit een woonhuis van zo’n 5m op 15m, een of meerdere bijgebouwtjes en een waterput; de drie middeleeuwse hoofdgebouwen waren veel groter (tot 9m op 21m) en hadden drie beuken, gevormd door de twee rijen palen waarop het dak rustte.

2025 02 11 103426Kleurverschillen

Van die houten constructies is niets over. Archeologen stellen ze vast op basis van de kleurverschillen in de grond. Die kleuren komen te voorschijn als ze de grond laag per laag afgraven of ‘handmatig opschaven’ in het vakjargon.

Een donkerder kleur op de gelere zandgrond duidt op organische resten: een grote cirkel verraadt een waterput; een kleinere plek een paalgat. In dat gat hebben de bewoners ooit een houten paal gestoken voor een constructie. Dat hout is weggerot, maar niet volledig. Het heeft nog zoveel sporen nagelaten, dat de houtsoort kan vastgesteld worden: hier in Stakendijke bouwde men in eik.

Interessant wordt het als verschillende donkere plekken met elkaar in verband gebracht kunnen worden tot een bouwstructuur. Vier bruine plekken die een vierkant vormen van 2,75m zijde (foto boven), kunnen dan gei'nterpreteerd worden als de resten van de vier staanders van een spijker .

Een spijker naast het woonhuis

Een spijker (afkomstig van het Latijnse spicarium, opslagplaats) kon de vorm aannemen van een open hooischuur met een verschuifbaar dak: als de voorraad vermindert kan het dak zakken zodat het hooi beschut blijft. Dit type schuur zie je nu nog soms in het zuiden van Nederland. Tot begin 20ste eeuw kwamen ze ook bij ons nog voor. Ze bestonden al in de ijzertijd, in de prehistorie. Het onvolprezen boek van Bieke Hillewaert e.a. dat in 2011 verscheen bij de tentoonstelling

2025 02 11 103439Uit goede bron, beeldt een spij­ker af in de reconstructietekening (zie onderaan) van een boerderij opgegraven in Uitkerke. Die dateert weliswaar uit de 9de eeuw, maar het erf in Stakendijke (11de-13de eeuw) zag er ongeveer hetzelfde uit. Het rapport over de opgraving van Stakendijke geeft geen reconstructietekeningen, enkel een kleurenfoto en een schets van de paalgaten (boven). Dat is het verschil tussen een wetenschappelijk verslag voor specialisten en een boek voor het grote publiek.

Bouwoffers

In de belangrijkste paalgaten uit de Romeinse tijd werden fragmentjes van maal- en wetstenen aangetroffen. Maalstenen, om manueel graan te malen, waren ronde schijven, uitgekapt in vulkanische steen uit de Eifel. Gebroken maalstenen werden niet weggegooid, maar herbruikt. Bij de bouw of renovatie van een woning werden in de kuilen waarin de balken werden gezet, stukjes gelegd. Archeologen interpreteren ze als een religieuze offergave, om goede oogst af te smeken.

Zulke dingen komen enkel aan het licht bij gedegen archeologisch onderzoek. Enkel zo kunnen we oude sites ontdekken. Enkel dankzij deze opgraving weten we nu ook dat Sijsele al veel vroeger bewoond was dan we dachten. Het siert het OCMW en de Provincie West-Vlaanderen dat zij daarin investeren. De stad trouwens ook, want sinds enkele jaren is Damme ook aangesloten bij Raakvlak. U kan het rapport ’1000 jaar bewoningssporen op de dekzandrug. Archeologisch onderzoek op de site Sijsele-Stakendijke’ raadplegen in de bibliotheek van Sijsele of downloaden via de site www.raakvlak.be/bestanden.php 

2025 02 11 103457
 

Sijsele was al bewoond in de Romeinse tijd

Caroline Terryn

't Zwin Rechteroever
2012
02
018-019
BV
2025-02-11 10:40:29