☰ Extra

Gentiel is zijn pik aan het booten

2025 02 10 155705foto © Romain Verniest, 2009

Dat was het antwoord op de prijsvraag bij het artikel "De Hert op de wijk De Zwaan" van Romain Verniest in ons maartnummer. We ontvingen meerdere antwoorden, alle correct en vele heel gedetailleerd. Uit de lyrische bewoordingen klonk een zekere nostalgie naar een landelijk verleden dat overspoeld en weggeveegd is door de technische ontwikkelingen in de landbouwsector, maar duidelijk nog voortleeft in de herinnering van velen.

Onder het toeziend oog van het voltallige bestuur trok de onschuldige hand van de voorzitter op 7 mei 2012 de winnaar. Hij krijgt heel 2013 lang Erfgoedblad Damme gratis toegezonden. En de winnaar is: Wilfried Van De Sompele. Hier volgt een bloemlezing uit de antwoorden. Wilfrieds tekst werd aangevuld - in cursief - met die van de andere inzenders, zegsmannen en internetsprokkels.

Een pik (of zicht) houdt het midden tussen een sikkel 

2025 02 10 1556362025 02 10 155719De geschiedenis van de pik is zo oud als de geschiedenis van het brood. Zolang er brood gebakken werd, zolang werden er granen geteeld, zolang werd het koren gesneden, gesikkeld, gemaaid, gepikt. Van vader op zoon en steeds op dezelfde wijze. Sikkel, pik en zeis hebben alle drie een stalen maaiblad.

2025 02 10 155735De zeis heeft een lange steel, bediend door beide handen. Met de zeis maait men grassen, klaver, luzerne.
Dit zijn gewassen met een slappe stengel die niet gebundeld kunnen worden. Gewassen als rogge en vlas hebben wel een stevige stengel en werden meteen gebundeld om te laten drogen. Om de bundels te maken had je een extra werktuig nodig: de pikhaak(n.v.d.r.). .

Een zeis is nog in de handel. Die heeft een lange steel met twee handvatten. Je kunt rechtop blijven bij het maaien. Waarom dan die korte pik, waarbij je kromgebogen moet werken? Wel, die korte pik kun je met een hand bedienen, zodat je de andere hand vrij hebt voor de pikhaak (Remi Schillewaert).

De linkerhand bedient de pikhaak, waarmee hij de gepikte halmen ordent, verzamelt en tenslotte oprolt tot een "pikkeling".

Met de pikhaak kon men het koren netjes in garven leggen met de aren in één richting. Met een zeis zou alles door elkaar liggen (Remi Schillewaert).

2025 02 10 155924

De smid paste de pik aan aan de lengte van de pikker, zodat die de juiste werkhouding kon aannemen. Voor een kleinere pikker werd de hoek tussen blad en handvat verscherpt (Fernand Vandenkerckhove).
Onder de handgreep is een lederen lusje voorzien, voor de wijsvinger (Guido Vermeersch). om de pik niet te verliezen bij het zwaaien.

Bietieds wetten om de tied te verzetn
’t Gift snee en je rust er mee.

2025 02 10 1558432025 02 10 155856Om veel en vlot te kunnen pikken, komt het er op aan de snede van de pik zo scherp mogelijk te houden. Hoe scherper, hoe lichter de arbeid, hoe groter de oppervlakte gepikt. Om dit doel te bereiken, moet onder het pikken de snede regelmatig “gewet” worden. En dit door enkele malen met de wetsteen over de sneden te strijken, heen en terug, onder en boven, totdat ze opnieuw vlijmscherp geslepen zijn. Zijn wetsteen heeft de pikker altijd bij zich. Wetten (of ontbramen) doet men met een wetsteen of met een ameril, d.i. een plankje waarop schuursteenpoeder is opgeplakt. (Romain De Zwaef)

2025 02 10 1559112025 02 10 155943

Pieter Breugel schilderde in 1565 een boer die zijn zeis aan het boten was. Het hamertje is dezelfde gebleven, maar het bootijzer had toen blijkbaar de vorm van een aambeeld. Dit detail uit De hooioogst werd gepubliceerd in: DEVLIEGHER Luc, Landelijk en ambachtelijk leven. Provinciaal museum van het Bulskampveld te Beernem, Brugge, 1998, p. 19

2025 02 10 160002

2025 02 10 160034Een pik boten is hem scherp kloppen, te nieten uit

Luc Lagauw kreeg dit mooie bootijzer van Leopold De Weedrt. Het is volledig in ijzer gesmeed met veel zin voor detail. Foto © J. Huysman
©MOT V 92.0426 copy & sui generis rights as database producer Heemschut v.z.w. 2004

Op de duur, na vele wetbeurten, helpt wetten niet meer. De snede blijft te dik, te bot en moet opnieuw verdund, uitgeklopt, geboot worden. “Boten” is hier alom gekend. Vlaamse volkstaal. Bij van Dale ook vermeld als: “haren”. Boten betekent kloppen of slaan, een woord dat veel gebruikt werd in de vlasnijverheid. Vlas boten was het lijnzaad loskloppen van de stengels (Remi Schillewaert). Andere benamingen voor boten: het zetten, het scherpen van een pikke (Carine D’Hoore). Uitkloppen of uitdrijven (Romain De Zwaef) Er dient benadrukt dat het hier niet gaat over slijpen. Bij het slijpen wordt er van het mes materiaal afgenomen. Precies om dat te vermijden, ging men boten, d.w.z. scherp kloppen (Remi Schillewaert).

Boten is een heel secuur werk. Met de gepaste en gelijke klopjes van de hamer op de snede, niet te zacht of te hard. En dit op de uiterste rand van de snede. Nauwelijks enkele millimeter breed en dit over de gehele lengte van het blad. En dat vraagt de nodige tijd. De pikker ondervindt na een tijd dat de snede van de pik bot wordt. Daarvoor zet hij zich tegen een stuik of aan de grachtkant, klopt het bootiizer in de grond en legt het mes van de pik op de bootkruin. Hij klopt met een boothamer schuifsgewijs op de snede van de pik tot die weer scherp komt. Dat heet ook ontbramen (Guido Vermeersch).

Zet je nu op de grond en leg het snijvlak van de pikke op de kroon (kruin). Je neemt nu een boothamer en met de fijne kant van de hamer wordt op het snijvlak van de pikke geklopt, schuinweg op een paar mm van de rand naar de rand toe zodat de pikke iets fijner wordt en minimaal verbreedt als gevolg van het kloppen. Zo komt het snee van de pikke veel fijner en oneffenheden gaan er nu ook uit zijn. Zo bewerk je het hele blad.

(Carine D ’Hoore).

2025 02 10 160047Het mes van de zeis of de pik werd plat op de bootijzerkop gehouden, met de snede naar zich toe. Bij het kloppen moest men de hamer bij het neerkomen lichtjes naar zich toe bewegen en telkens opschuiven tot het hele mes behandeld was. Alleen ervaren “boters” konden op die manier het mes haarscherp zetten. Vandaar het Nederlandse woord “haren” voor boten (Remi Schillewaert). De snee moest heel plat geslaan worden, ‘te nieten uit’ (EddyBoerjan).

Het haarspit is een naar onder spits toelopende ijzeren pen, met platte vierkante verstaalde kop (ca. 3-5 cm). (www.mot.be) Bovenop was een stalen plaatje gesmeed, want een volledig ijzeren bootijzer zou te zacht zijn om een stalen snijblad op te bewerken. (Fernand Vandenkerkckhove, Eddy Acke) De boothamer was van harder staal dan het snijblad van de zeis of pik (Luc Lagauw).

Ongeveer in het midden van de pen is een opening waardoor een ijzeren of houten dwarspen steekt om te beletten dat het haarspit tijdens het haren te diep in de grond wordt gedreven. (www. mot. be)

2025 02 10 160100Als je gedaan had met het boten, moest je de pikke nog met de wetsteen bewerken zodat ze weer perfect sneed (Carine D’Hoore). Na het boten strijkt de boter met een wetsteen herhaalde malen over de boven- en de onderkant van de snede om eventuele braampjes te verwijderen. Na een halve dag moet hij terug boten (Guido Vermeersch). Als de pik­ke tijdens de oogst een hele dag gebruikt werd, moest ze toch zeker eenmaal en dikwijls tweemaal “gezet” (= geboot) worden (Carine D’Hoore)

2025 02 10 160118Goed pikken en goed boten gaan samen hand in hand. Het ene kan niet zonder het an­dere. Het is ook een kunst die ge leert al doende, na jarenlange ervaring. Zo kon een goed pikker een gemet (44 are) koren per dag pikken. En kreeg aldus een eervolle vermelding van gemetpikker

Gentiel is zijn pik aan het booten

Redactie

't Zwin Rechteroever
2012
02
006-009
BV
2025-02-10 16:23:29