Bij de cover (2): De Kaart van de Zwinstreek maakte reclame voor het Kanaal van Oostburg
Caroline Terryn
Jan de Hervy - Kaart van de Zwinstreek -1501 - Groeningemuseum Brugge © Foto: Lukas - Art in Flanders VZW
(www.lukasweb.bel Hugo Maertens Brugge
Op bovenstaande Kaart van de Zwinstreek is de uitsnit die op de cover van Erfgoedblad Damme staat, aangeduid met een vierkant. De Zwinstreek beslaat eigenlijk maar de linkerhelft van de kaart. Rechts is de inham van de Westerschelde afge- beeld en centraal het Kanaal van Oostburg. Dit Nieuw Gedelf was dan ook de reden waarom Brugge Jan de Hervy in 1501 opdracht gaf deze kaart te maken. Zij zou andere overheden en prive investeerders overtuigen dat dit kanaal de verzanding van het Zwin zou tegenhouden.
Tegen de verzanding van het Zwin
Toen het Zwin in de 12de eeuw ontstond, was enkel de linke- roever bedijkt. De zee zette zand en klei af op een grote op- pervlakte rechts van het Zwin. Naarmate deze vruchtbare kleigronden echter werden ingepolderd, werd de zeearm smaller. Het laagje zand dat de zee achterlaat bij de wissel van vloed naar eb, viel niet langer op de rechteroever, maar midden in de geul neer. De schurende werking van de eb- stroom werd zwakker en zo ontstonden er zandbanken in de Zwingeul. De vaargeul werd smaller, ondieper en alsmaar moeilijker te bevaren.
Brugge spaarde kosten noch moeite om het Zwin bevaarbaar te houden. Lichtboeien wezen de weg tussen de zandbanken, Brugse schippers gingen aan boord om de vreemde zeesche- pen binnen te loodsen en de Zwingeul werd uitgediept door ‘bakboten’, baggerschepen. De duurste ingrepen, maar de minst efficiente, waren de reeks waterwerken die tot doel hadden bij vloed een grote watermassa door het Zwin te ja- gen opdat de ebstroom de zandbanken terug naar zee zou spoelen. Men rekende erop dat als er veel water bij vloed binnenstroomde, die watermassa bij eb het Zwin wel zou uitschuren. Mooi in theorie, maar in de praktijk bleek het niet te werken omdat de waterkracht bij eb te zwak was.
Het standaardwerk Brugge en de zee geeft een helder over- zicht van alle vergeefse pogingen. De laatste mislukking op rij was het Kanaal van Oostburg. De Hervy beeldde de werkzaamheden af: op het detail rechts zijn onder het op- schrift ‘t Nieuwe Ghedelf mannetjes met schop en kruiwagen bezig. Orienteren op deze kaart is moeilijk omdat de Hervy in 1501 nog geen driehoeksmeting toepaste. In 1540 stond de cartografie al veel verder. Mercator maakte toen zijn Kaart van Vlaanderen. (details hieronder en hiernaast).
Het Nieuw Gedelf liep ten zuiden van Oostburg van oost naar west, van de inham van de Westerschelde naar Kok- sijde aan het Zwin. De bedoeling was het woelige zeewater uit de Westerschelde - die bij Biervliet, den Dullart heette - via het nieuwe kanaal naar het Zwin te doen stromen om daar de ebstroom te versterken en de zandbanken weg te spoelen.
Ook deze inspanning was tevergeefs
In 1516 werd het Nieuw Gedelf in werking gesteld, ondanks grote financiele moeilijkheden - de kaart van de Zwinstreek diende voor fund-raising - en tegenstand van hen die een zoveelste mislukking vreesden en anderen die vreesden dat Biervliet in de Dullart zou ondergaan. Dat haventje (omcirkeld op de Zwinkaart) was net als Damme gesticht door Filips van de Elzas en kreeg stadsrechten in 1183
De mislukking van het kanaal van Oostburg werd al in 1523 door een officiele commissie vastgesteld: het kanaal dat de verzanding van het Zwin moest tegengaan, was zelf al zo ver- zand dat het onbevaarbaar was...
Op lange termijn heeft het Nieuw Gedelf toch iets opgeleverd voor Oostburg: de bedding van het kanaal, dat ter plekke de Brugse Vaart heette, is nu deels een prachtig waterrijk natuurge- bied en deels een golfterrein. Vlaanderen hield er een topstuk aan over: de kaart de Zwinstreek!