De Lieve kende in het Europa van de 13de eeuw haar weerga niet
Caroline Terryn
Zo sprak dr. Johan Decavele, erestadsarchivaris van Gent op 4 mei 2010 op de studiedag over het Gentse havenerfgoed.1 De Lieve is dus ook op Europees vlak van groot belang. In een vorig artikel stelden we al dat de Lieve met recht en rede beschouwd mag worden als hét topstuk van het Vlaams Watererfgoed omdat ze het eerste grootschalige scheepvaartkanaal in Vlaanderen is.
Brugge had weliswaar al in de 12de eeuw een kanaal naar Damme gegraven, maar dat was peanuts vergeleken met de Gentse Leie: 5 km t.o.v. 47 km.
Kijken we verder, dan blijkt dat de eerste Nederlandse kanaaltjes te vergelijken zijn met het Brugse Reiekanaaltje. Bovendien dateren hun korte kanaaltjes pas uit de 14de eeuw. Het kanaal van Rotterdam naar Schiedam aan de Schie uit 1340 was amper 3 km, dat van Delft naar Delfshaven van 1390 was 12km. 2
Volgende uitspraak is dan ook evident:
Lieve, oudste grootschalige kanaal van de Nederlanden
En van Europa?
Zoomen we nog verder uit dan merken we dat de Lieve ook in Europa topt: de aanleg was een ‘huzarenstukje, dat in het Europa van die tijd zijn weerga niet kende’, zoals de erestadsarchivaris zei.
Gent was de grootste stad van Vlaanderen en Vlaanderen was toen een topregio: het meest verstedelijkte deel van Europa. Enkel in Italië was er een vergelijkbare urbanisatiegraad. Ten noorden van de Alpen was Parijs de grootste stad. Gent volgde op de tweede plaats. In de hoge middeleeuwen telde Parijs 100.000 inwoners, Gent zo’n 64.000 en Brugge meer dan 40.000. Alle andere Noord-Europese steden telden hooguit 20.000 inwoners.
Gent en Brugge samen waren dus aan Parijs gewaagd. Tel daarbij nog hun haven. In de 13de eeuw had Damme naar schatting 5.000 inwoners, voor het overgrote deel havenarbeiders. Laden en lossen en sjouwen en stouwen, alles was puur handenarbeid. Toen het Zwin verzandde, verhuisden vanaf 1300 de Damse havenarbeiders massaal naar Sluis. Damme ontvolkte.
Waarom is de Lieve het oudste kanaal van Europa?
Dat de Lieve het oudste grootschalige scheepvaartkanaal van Vlaanderen, van de Nederlanden en zelfs van Europa is, is te verklaren door de uitzonderlijke positie van Gent. Elders was er in de 13de eeuw of nog vroeger geen grootschalig scheepvaartkanaal mogelijk of nodig. Enkel een grote stad kon een dergelijke infrastructuur betalen en was machtig genoeg om een kilometerlange strook op te eisen. Gent was zo machtig. Enkel een grote stad met handelsbelangen had zo’n transportweg nodig. Gent had zo’n kanaal nodig, want Gent dankte haar bloei aan de rivieren Leie en Schelde, maar in de 13de eeuw werd de kustvaart belangrijker. Gent besefte dat als ze haar eersterangs positie wilde behouden, ze dan een eigen, korte kustverbinding moest hebben. Het machtige Gent kreeg gravin Margareta zover dat ze toestond dat Gent een kanaal mocht graven naar Damme, de haven van Gents aartsrivaal Brugge.
Voetnoten
- DECAVELE Johan, De eeuwenoude Gentse havenambitie in: Het rijke Gentse havenerfgoed: van herontdekking tot valorisatie. Studiedag 4 mei 2010, gepubliceerd, Gent, 2011, p. 34.
- Rijkswaterstaat A brief History of Navigation and Waterways. The development of the waterway infrastructure in the Netherlands, 2011, p. 11
Van 18 tot 22 september liep in Groningen de Wereldkanalenconferentie. Tijdens de openingsceremonie lichtte Eric Van Hooydonk de succesrijke en internationaal blijkbaar ongeziene krachtenbundeling via Watererfgoed Vlaanderen toe. Op 21 september verzorgde Michel Van den Broeck een zeer gewaardeerde presentatie over de geschiedenis van de Lieve. aldus de site www.watererfgoedvlaanderen.be.
Wereldkanalenconferentie
De deelnemers van de internationale conferentie waren allemaal kenners, overtuigde kanalenliefhebbers, begaan met hun behoud en herbestemming. Michel Van den Broeck - bestuurslid van onze vereniging en van het kasteel van Moerkerke - wist hen te boeien en zelfs te verbazen met zijn voorstelling over de Lieve. De meeste kanalen werden gedolven in de 19de eeuw. Nederland - het kanalenland bij uitstek - heeft er oudere, maar die gaan hoogstens terug tot de late middeleeuwen.
De Lieve dateert van de 13de eeuw. Dat is heel vroeg voor de aanleg van kanalen. De infrastructuur stond nog in haar kinderschoenen. De sluis met twee sluisdeuren en een sas in het midden was nog niet uitgevonden. Hoogteverschillen werden overwonnen met een deur, een rabot. Michel scoorde tijdens zijn uiteenzetting o.m. met een afbeelding van zo’n rabot. Kanalenkenner Roger Squires van de Engelse National Trust had wel al gelezen over de primitieve sluis, maar had nog nooit een afbeelding gezien van zo ’n keersluis.
Jan de Hervy beeldde op zijn Kaart van de Zwinstreek uit 1501 verschillende rabotten af. Hij schilderde duidelijk hoe de schotten omhoog konden getrokken worden. Ze regelden de waterstand van zowel afwaterings- als scheepvaartkanalen. Aanvankelijk regelde slechts een sluisdeur het waterniveau tussen de Lieve en het Zwin.
Pas in 1408 bouwde Gent ter hoogte van de huidige Rabattestraat een sluis met twee deuren. Ter gelegenheid van het eerste historisch werk over de Lieve in 1921 liet auteur Boes een reconstructietekening maken (boven). Het Gentse complex bestaat uit een rabot in openlucht (rechts op de tekening) en een rabot ingewerkt in het speyhuis.1
In 1397 had Brugge ook al zo’n sluizencomplex met een sas gebouwd. Dat lag ter hoogte van de huidige Speystraat. Gent kon natuurlijk met achterblijven. Er werden kosten noch moeite gespaard om het Speyhuis van aartsrivaal Brugge te overtroeven.
Een sluis met twee deuren en een saskom heeft als voordeel dat de schepen het hoogteverschil in twee keer kunnen nemen. Voordien hield een deur het water tegen. Als een bootje moest doorvaren werd het schot omhoog getakeld door aan de hevel te draaien. Om te voorkomen dat hierbij teveel water wegstroomde, werd de sluisdeur heel snel neergelaten. Dat met geweld neerslaan heet in het Frans mbattre, vandaar rabot en Rabattestraat.
Misschien hebt u dit verliaal al eens gehoord of ergens gelezen. Het staat o.m. heel uitvoerig besclireven in De Lieve, ‘t scoenste juweel dat de stede heeft. Het mag dan wel gekend zijn in Oost- en West-Vlaanderen, daarbuiten is dat veel minder. Zelfs prof. Eric Van Hooydonk was aangenaam verrast toen hij vaststelde dat er nog originele afbeeldingen van een rabot bestaan.
Het oudste kanaal van de Nederlanden is miskend
In Nederland is de Lieve te weinig gekend. Ze staat zelfs met vermeld in de brochure die Rijkswaterstaat uitgaf ter gelegenheid van de Wereldkanalenconferentie. We vertalen uit het Engels: ‘In de Zuidelijke Nederlanden, die economisch voorliepen op de Noordelijke, werden in de 16de eeuw verschillende kanalen gegraven. Zo kwam er in 1561 tussen Brussel en de Rupel een 30km long kanaal om Brussel met de Schelde te verbinden. In 1618 vertrok hier de eerste door paarden getrokken barge uit de Nederlanden. De Sassevaart, eveneens uit 1561, bood een directe verbinding tussen Gent en de IVesterschelde. ’ 2
Tot zover deze vrij gedetailleerde uiteenzetting. Het siert Rijkswaterstaat dat ze toegeeft dat Nederlands Gouden Eeuw een eeuw na de onze kwam, maar het is toch wel heel jammer dat ze wel het kanaal van Willebroek en de Sassevaart (de voorloper van het kanaal Gent-Terneuzen) vermeldt, maar niet de Lieve. De Lieve? Nooit van gehoord...
Voetnoten
- BOES J., De Lieve, eerste kunstmatige verbinding tusschen Gent en de zee, Gent, Siffer, 1921, 64p.
- Rijkswaterstaat, o.c., 2011, p. 12.
Lieve is prioriteit voor Watererfgoed Vlaanderen
Watererfgoed Vlaanderen is de koepelorganistatie voor alle erfgoedverenigingen die met water te maken hebben: oude waterlopen, schepen, sluizen enz. Omwille van de Lieve sloot onze vereniging zich ook aan. De dynamische voorzitter, professor scheepvaartrecht Eric Van Hooydonk heeft met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen 2012 een manifest uitgegeven. In het prioriteitenlijstje werd naast o.m. de heraanleg van de Antwerpse Scheldekaaien en de uitbouw van een erfgoedhaven in Gent, ook de Lieve opgenomen. ‘De concretisering door de provincies West- en Oost-Vlaanderen en de betrokken gemeenten van de plannen voor de verdere bescherming en valorisatie van het middeleeuwse scheepvaartkanaal. ’
U kan de brochure aanvragen via www.watererfgoedvlaanderen.be of bij Michel Van den Broeck of Caroline Terryn.