In 1884 werd de Lieve van de kaart geveegd (deel 2)
De Lieve in de gemeentelijke atlassen in de 19de eeuw
Caroline Terryn
‘s Winters staat er op vele plekken nog water in de Lieve. In Damme staat er zelfs ook ‘s zomers nog water in. De Lieve, het kanaal dat de Gentenaren in de 13de eeuw naar Damme groeven, is er wel sterk verland. De oude Lievebedding is er te herkennen aan een dichte rietkraag. In het oosten van Moerkerke is de situatie anders: aan de Lieveberm Oost staat de bedding ‘s zomers grotendeels droog (foto boven, oktober 2011). Toch loopt ze in natte winters telkens weer vol (foto onder, januari 2011). Bovendien is er over bijna een kilometer zelfs nog een echte berm te zien. De koeien (rechts op de bovenste foto) staan te grazen op een - weliswaar sterk afgesleten - dijk. Die dijk werd bijna 750 jaar geleden opgehoogd. Hij is een van de vele getuigen van het oudste kanaal van Vlaanderen.
De Lieve als topstuk van het Vlaams watererfgoed
De Gentse Leie is het oudste kanaal van Vlaanderen, althans het eerste grootschalige scheepvaartkanaal. Dit is de reden waarom prof. Eric Van Hooydonck in mei 2011 in zijn Memorandum voor de redding van het middeleeuwse scheepvaartkanaal de Lieve uitriep tot het topstuk van het Vlaams Watererfgoed. De professor scheepvaartrecht weet waarover hij spreekt. Hij is voorzitter van Watererfgoed Vlaanderen, de koepelorganisatie voor alle erfgoedverenigingen die met water te maken hebben en zich bekommeren om waterlopen en sluizen, maar ook om schepen, ankers enz. Prof. Van Hooydonck doctoreerde op de eigendomsrechten van het kanaal van Brussel-Willebroek. Dat is evenwel een 16de-eeuws kanaal. De Lieve stamt uit de 13de eeuw. Dat is heel vroeg.
Uiteraard is de Lieve niet het allereerste kanaal. In de 13de eeuw was er al een uitgebreid netwerk van afwateringskanalen gegraven, maar die werden niet gebruikt om op te varen. De Lieve was evenmin het eerste scheepvaartkanaal. Het was wel het eerste grootschalige scheepvaartkanaal. Het was niet alleen lang, maar verbond ook twee waterbekkens: dat van de Schelde met dat van de Brugse polders.
Een eeuw voor Gent - dus midden 12de eeuw - had Brugge al een scheepvaartkanaal naar het Zwin gegraven. Die zeearm was enkele decennia voordien ontstaan. De storm van 1134 had ook de Bruggelingen doen bibberen en beven, maar het Zwin reikte toen niet tot Brugge, want de zeearm werd tegengehouden door een donk, een zandrug. Deze zandrug, de Gappaard, lag ongeveer ter hoogte van bistro ’t Apertje langs de Damse Vaart. Zodra de Bruggelingen van de schrik waren bekomen, groeven ze een kanaal dwars door die zandrug. Kort voor 1180 werd het Zwin afgedamd en werd Damme de voorhaven van Brugge.
Een eeuw later, in 1269, werd Damme eveneens de haven van Gent, maar het Gentse kanaal was wel van een heel ander kaliber dan de Brugse Reie: geen 5 km, maar 47 km! De Lieve was dus een grootschalig scheepvaartkanaal en wel het eerste van Vlaanderen. Het vergde een dure en ingewikkelde infrastructuur die enkel door een machtige stad als Gent kon verwezenlijkt worden. Daarom wordt de Lieve met recht en rede beschouwd als het topstuk van het Vlaams Watererfgoed.
Topstuk van de kaart geveegd
In vorig artikel hebben we ons dan ook verbaasd over de tegenstelling tussen het historische belang van de Lieve en het feit dat ze nog bestaat enerzijds en anderzijds de vaststelling dat ze op recentere kaarten ontbreekt en dat sinds - ironisch genoeg - de Waterlopenatlas van 1884.
Ondertussen hebben we evenwel vastgesteld dat delen van de Lieve in Damme op stafkaarten wel degelijk nog staan aangeduid. De naam prijkt zelfs op de meest recente uitgave van de Topografische Kaart van Belgie (Brugge-Damme, schaal 1:20.000). Op andere kaarten is ze dan weer weggelaten, niet in het minst op de kadastrale kaarten.
Zoals gezegd waren uitgerekend de cartografen die de waterlopen in kaart moesten brengen, de eersten om het oudste kanaal van Vlaanderen te negeren. Waarom de Lieve toen ‘geschrapt’ werd, zullen we in een later artikel proberen te beantwoorden. Nu focussen we ons op de vaststelling van de verdwijning in 1884. Toen bracht de Provincie de waterlopen van Damme en Moerkerke in kaart. Net als alle provincies moest West - Vlaanderen alle waterlopen van al haar gemeenten karteren.
De wet van 1877: waterlopenatlassen voor volksgezondheid
In de 19de eeuw kwamen in het vroeg gei'ndustrialiseerde Belgie de waterlopen onder zware druk. ‘De industrie en de daarmee samenhangende bevolkingsconcentraties in de steden zorgden voor een toenemende vervuiling. Ook de intenser wordende landbouw en de ontginning van de laatste woeste en marginale gronden stelden grotere eisen aan de afwatering. De scheepvaart vroeg steeds meer en grotere bevaarbare waterwegen. Daarnaast steeg de behoefte aan proper water voor zowel de huishoudens als de industrie.’* Eeuwenlang hadden de mensen de nabije waterloop gebruikt en onderhouden, maar dat was niet langer houdbaar. In 1877 stemde het parlement een wet dat niet langer de aangelanden, maar de gemeenten moesten instaan voor het onderhoud van de onbevaarbare en onbevlotbare waterlopen. Controlerende overheid was de Provincie. Voor onze streek veranderde weinig, want het complexe afwateringsnetwerk werd hier al eeuwenlang beheerd door de Polders en wateringen en die behielden hun bevoegdheid. Toch werden ook onze onze gemeenten door de provinciale ambtenaren nauwgezet in kaart gebracht. Goede informatie - bij voorkeur op kaarten - was immers onontbeerlijk voor een goed beheer. Dat hadden de Buurtwegenatlassen al aangetoond. Zoals u in het septembernummer kon lezen, waren aansluitend op de wet van 1842 per gemeente alle wegen in kaart gebracht.
* VANNIEUWENHUYSE J., In kaart gebracht. De Provincie West-Vlaanderen en het beheer van de onbevaabare waterlopen 1800-heden, Brugge 2001, p. 22.
TeleursteUing/verbijstermg in het Provinciaal Archief
De Buurtwegenatlassen van Moerkerke en Damme uit 1845 zijn een schat aan informatie. Niet alleen de wegen, maar ook de waterlopen staan er in detail op. Wij hadden verwacht een even gedetailleerd beeld te krijgen van de Lieve op de Waterlopenkaart van 1884. Niet dus.
Was de Lieve in 1845 nog aangeduid als kanaaltje van ca. 8m breed, dan was ze in 1884 herleid tot een lijn: de perceelsgrens die ook de grens vormde tussen de secties waarin de gemeenten zijn ingedeeld. Die percelen en secties zijn nog altijd dezelfde op de huidige kadasterkaarten.
De sectiegrens in kwestie gaat terug tot de 13de eeuw want hij vormt de scheiding tussen ten noorden en ten zuiden van de Lieve. De strook van de Lieve met haar bermen (zo’n 75 m) was eigendom van Gent tot ze in 1805 overging naar het Departement. Zoals vermeld in het septembernummer werden de bermen in 1813 verkocht. De waterloop zelf bleef eigendom van de overheid: eerst het Departement, later de Provincie. Die gaf volgens de kaart van 1884 de Lieve aan de aangelanden. Of dat officieel dan wel ‘stoemelings’ gebeurde, moet nog worden uitgeplozen.
Twee voorbeelden: Raepschot en Moerkerkebrug
De bovenste kaarten tonen de evolutie ter hoogte van Fort Raepschot. Op de Buurtwegenatlas van 1845 is de Lieve aangeduid als Canal (links) met erboven het jaagpad waarlangs de schepen getrokken werden: Sentier 47. Op de Waterlopenatlas van 1884 is een groot deel van Fort Raepschot ingenomen door het Schipdonkkanaal. Uiterst links is op de stippellijn nog net 47 te zien. Parallel onder die Sentier 47 is de vroegere Lieve nu een perceelsgrens voor o.m. perceel 594b. De zuidgrens van dit perceel is het afwateringskanaaltje de Hoge Watering.
Onderaan: een becommentarieerd detail van het Kadasterplan 2010.
Fort Raepschot in 1845
Fort Raepschot in 1884
Deze vier kaarten tonen de situatie aan Moerkerkebrug.
De bovenste kaarten komen uit de Buurtwegenatlas van 1845; de onderste uit de Waterlopenatlas van 1884.
Op deze pagina hebben beide kaarten dezelfde schaal.
Op de volgende pagina staan boven een becommentarieerd detail uit 1845 en beneden een overzichtskaart uit 1884. Hierop hebben we met een kruisje aangeduid waar de foto’s van de Lieve op p. 174 genomen werden.
Op bovenstaande kaart uit 1845 is de brug omcirkeld en de Voetweg 47 aangeduid, evenals de Lieve en de Hoge Watering. Van die vier items komen er maar twee voor op onderstaande kaart uit 1884: de voetweg 47 en de Hoge Watering. Ze zijn aangeduid als Sentier n° 47 en Cours d’eau.
De brug heeft plaats gemaakt voor de steenweg Moerkerke -Brugge.
De Lieve is herleid tot een lijn: de perceelsgrens (ook sectiegrens A/C).
Toch was de Lieve er niet gedempt: in januari 2011 stond er nog water in!