☰ Extra

Rond de bakovens
Drie oveketen in Den Hoorn

Het oventeam

Voor ons eerste bezoek aan een bakoven had Andre Haegeman er een uitgekozen die nog volledig is. De boerderij op 250 meter van Frituur De Stroopijp aan de Natienlaan is nog in bedrijf. De familie Verbouw heeft momenteel 20 melkkoeien. Georges Verbouw liet ons vriendelijk binnen. Het bakhuis staat tussen het woonhuis en de schuur. Zodra we het deurtje opendeden, kwam de typische geur ons tegemoet. Niet van vers gebakken brood, uiteraard niet. Het is al twintig jaar geleden dat er nog brood werd gebakken, maar het huisje is nog steeds doordrongen van de haardgeur.

Toen onze ogen aan de duisternis gewend waren, zagen we een zwart geblakerde muur. De hele achterwand zit onder een dikke laag roet. In de schouw zijn er nog haken waar nog tot het jaar 2000 de hespen hingen om te roken. Vlak onder de schoorsteen - als je naar boven kijkt zie je zo het daglicht - hangt aan een ijzeren ketting een grote ketel. Daarin wor­den geslachte kippen ondergedompeld: gevogelte ‘pluimen’ in warm wa­ter gaat eens zo makkelijk. Er staat ook een groot wascomfoor, de voorloper van de wasmachine. Nu doet het kamertje vooral dienst als gereedschapshok, maar het is nog goed te zien dat het huisje bedoeld was als bakhuis.

Er is ruimte genoeg voor een trog om het deeg te kneden en een tafel om het te laten rijzen. Trog en aanrecht staan er nu niet meer, maar de originele ingemaakte kastjes tegen de zoldering nog wel. Met een laddertje kon men op het dilt komen. De ovendeur uit plaatstaal staat niet in het midden van de haard, maar links ervan. Dit is dan ook een relatief groot bakhuis, met een haard van zo’n 260cm; het huis meet 270cm op 360cm.

Na enig morrelen kreeg Fernand Vandenkerckhove de ovendeur open. Die staat op tafelhoogte om de broden makkelijk in de oven te kunnen schuiven. De ovendeur heeft ongeveer het formaat van onze huidige ovens, maar de oven is wel veel dieper. Fernand haalde zijn oude knikmeter boven en mat een ruimte van ca. 50cm breed, 40cm hoog en 150cm diep. Er werden 10 tot 20 broden ineens gebakken. Men bakte maar eens om de twee weken.

2025 02 07 125929foto © C. Terryn
Het bakhuis op het erf Hoornstraat 108. De koten met golfplaten daken werden later toegevoegd, maar de aanbouw links is origineel: daarin zit de bakoven.

De ovenvloer ligt nu verscholen onder een laagje zand, maar het ovengewelf konden we wel goed zien: een tunnel die eindigt in een kwart van een bol, mooi gemetst met kleine hardgebakken, hittebestendige baksteentjes. Voor de broden in de oven geschoven werden, moest de oven gestookt worden. Daarvoor gebruikte men bij voorkeur els, zei Georges Verbouw.

De oven zelf staat niet in het huisje, maar is aangebouwd tegen de achterwand, onder een eigen dakje. Buiten zagen we dat zelfs de buitenkant van de achtermuur van het bakhuis zwartgeblakerd is. Door jarenlang bakken is de bakstenen muur dus zo verhit dat hij door en door zwart is. Doordat de aan­bouw van de oven aan de zuidkant open is, konden we zien dat de ovenvloer steunt op een stenen gewelf. Dat getuigt van de grote zorg waarmee dit bakhuis gemaakt werd. Bij eenvoudiger ovens rust de ovenvloer op de grond of op een hoop aarde. De open ruimte onder de oven wordt de ovenkelder genoemd. Daar bewaarde men 's winters aardappelen.

De zuidkant van het bakhuis is begroeid met een mooie oude druivelaar. Op 27 oktober droeg hij heerlijk zoete, donkere druiventrosjes. Plots schoten Fernand en Wilfried Morre in de lach. Ze zagen een ‘smouter’ hangen. Nu bestaan er handcremes tegen droge winterhanden. Wilfried herinnert zich nog een voorloper van de Nivea. Op het ronde doosje van het merk ‘De Gerguria’ stond een afbeelding van een kameel en daarom werd de inhoud ‘kemelvet’ genoemd. Nog vroeger vette men zijn handen in met een ‘smouter’. Het was een stuk van een varken, meer bepaald de penis! Dat alles van ’t varken bruikbaar is, wisten we, maar die kwaliteiten van de beer waren ons onbekend. Wilfrieds vader gebruikte de smou­ter onder meer om zijn grote boomzaag mee in te vetten. Andre wreef er lang geleden zijn winterkloven mee in. En of hij kloven heeft gehad! Zeker die winters toen hij als jongeman in Frankrijk bieten ging trekken. Andre Haegeman is inmiddels 87 jaar oud, maar hij herinnert zich zijn pijnlijke handen nog levendig. Ze moesten een hele winter lang met de hand de bieten uit de vette klei trekken en ze dan met koud water afsproeien. En het enige waarmee ze de pijn konden verlichten was hun kloven invetten met een ‘smouter’.

Hoornstraat 29

Met dergelijke anecdotes hadden we de smaak goed te pakken en twee weken later spraken we weer af met het oventeam. Langs dezelfde straat (maar dichter naar Moerkerke toe en aan de overkant) staat een boerderijtje met een piepklein bakhuisje (foto rechts). Hoornstraat 29 staat nu leeg. Gelukkig - althans voor erfgoedliefhebbers - mag het niet worden afgebroken. Van de eigenares had Andre toelating gekregen voor een bezichtiging.

Zowel huis als bakhuis waren een slag kleiner dan die in de Hoornstraat 108. Het bakhuisje meet 2,50 op 2,50m. Het betreft hier een ovekeetje van een werkman. Midden 20ste eeuw woonde hier de ‘oude Vermeersch’. Als er in de haven van Zeebrugge een graanschip uit Amerika toekwam, ging hij er heen om de bulk in zakken te gieten, de graanzakken dicht te naaien en te versjouwen. Als beedigd korendrager had hij een eed gezworen om niet te sjoemelen; een graantje meepikken zat er dus niet in. Volgens Andre ging hij de 15km naar Zeebrugge te voet. Dus zo’n drie uur heen en drie terug.

2025 02 07 125929Het bakhuisje van Hoornstraat 29. In de aanbouw zit de bakoven. Het metalen anker op de zijgevel houdt de balk die de haard draagt stevig op zijn plaats.

Nog meer verhalen over het harde leven van vroeger kregen we te horen aan de Waterpolder 14, waar Gerard D’Hondt woont. Zijn kameraad Georges Lampo was op bezoek. Georges vertelde hoe ze in putje winter wakker werden met sneeuw op de dekens omdat de sneeuwvlokken tussen de pannen door waaiden. Om hun dak te isoleren met stropoppen waren ze te arm. Ze hadden zelfs geen geld voor stro. Als Andre Haegeman wil duidelijk maken hoe arm hij wel was als jongeling, raapt hij een strootje op van de grond en zegt: ’Zelfs dat hadden we niet.’ Zo’n beeldspraak is dus letterlijk op te vatten: bij Georges Lampo hadden ze geen geld voor stro om het dak te isoleren. Ze moesten zelfs besparen op de klompjes van de kinderen: ’s zomers liepen ze barrevoets om de klompen niet te verslijten. Die mochten ze enkel dragen als het echt nodig was.

2025 02 07 130004Midden op de foto staat het bakhuis met de schouw. Links daarvan zat de bakoven, maar die moest plaats ruimen voor de melktank.

Waterpolder 14, Den Hoorn-Moerkerke

Gerard D’Hondt was al even welbespraakt als zijn kameraad en leidde ons zijn erf rond. Het is een aaneenschakeling van werkruimtes en stallingen: de varkens zaten verderaf, maar tegen het huis aangebouwd was de koeienstal met ernaast een stal met zes grote boxen voor de zeugen met biggen en verder nog een paardenstal. Dat zijn twee trekpaarden een bijzondere plaats hadden binnen het bedrijf, maar ook in het hart van de bewoners, viel op in de woonkamer: naast de foto’s van kinderen en kleinkinderen hingen die van merrie en veulen (zie foto rechts).

Maar we waren eigenlijk gekomen voor de bakoven. De oven zelf werd in de jaren 1960 afgebroken om plaats maken voor een berging voor de melktank, want de melk mocht toen niet langer opgehaald worden in melkbussen. Moeder D’Hondt was dan al gestorven. Tot in de jaren 1950 bakte ze wekelijks 9 broden en ovenkoeken voor ’s zondags. Krentenbroden kwamen enkel bij communiefeesten op tafel. Dat was genieten: twee weken later sprak men nog over hoe goed de kramiek gesmaakt had.

2025 02 07 130022Boven: Gerard D ’Hondt voor de haard van het bakhuis met rechts, onderste boven op de balken, de grote houten trog waarin zijn moeder wekelijks het deeg kneedde voor de broden. Onder: de trots van de boerderij.2025 02 07 130040

2025 02 07 130102Rechts poseert Gerard D’Hondt gewillig met in zijn reusachtige handen een haardtang en een driepoot om een ketel op te zetten. In de open haard hangt een ketel aan de ketting. Voor de Tweede Wereldoorlog sliep de boerenknecht in het bakhuis. Hij kon er zich warmen bij een kacheltje. De kolen voor zijn ‘duveltje’ en voor de grote buisstoof in huis werden bewaard in de onderkelder van de bakoven. Dat was de overwelfde ruimte onder de ovenvloer. Nu is de opening dichtgemetseld.

Net als het bakhuis in Hoornstraat 108 staat er nog een wascomfoor. een kacheltje met een grote ketel in email om textiel te wassen. Meer daarover in latere artikels.

Tot zover het verslag van onze eerste bezoekjes aan een bakoven. Yanwaar die interesse? Wei, zoals iedereen nu een keuken met een oven heeft, had vroeger elke hoeve een bakhuis. Elders in Ylaanderen zijn er nog amper bewaard. In Damme zijn er nog veel over, maar hoe lang nog? Voor ze ook hier verdwijnen willen we ze zoveel mogelijk beschrijven. De volledige gegevens en alle foto’s sturen we door naar het Museum voor Oude Technieken in Grimbergen. Zij hebben al meer dan 3000 bakovens gei'nventariseerd en ze widen er nog meer. Zie: www.mot.be.

Contacteer het oventeam

Weet u in Groot Damme bakovens staan? Kent u de fijne kneepjes om een oven te stoken? Heeft u recepten, anecdotes of andere tips voor onze werkgroep?

Altijd welkom bij Andre Haegeman, Wilfried Morre, Fernand Vandenkerckhove en Caroline Terryn. Onze gegevens vindt u achteraan in de bestuurslijst en uiteraard zijn we ook present op 12/12 a.s. op de Algemene Vergadering in het Kasteel van Moerkerke.2025 02 07 130129

Rond de bakovens Drie oveketen in Den Hoorn

Het oventeam

't Zwin Rechteroever
2011
04
152-159
BV
2025-02-07 13:07:45