Moerkerkebrug en de Lieve (Deel 9)
Denis Raman
LIEVEBERM ZUID-OVER-DE-LIEVE
Op de hoek van de Lieveberm en de Vissersstraat stond destijds Schutsmolen: de molen van Schutyser. Op 12 September 1944 schoten de Duitsers de molen stuk om de bevrijders geen uitkijkpost te geven. In 1957 werd het puin van de molen geruimd.
De ‘stenen koren windmolen’ werd in 1853 door het gemeentebestuur goedgekeurd (Passchier, p. 208). Later op de eeuw kwam er ook een stoommaalderij, zodat molenaar ook bij windstilte graan kon malen. Rechts de schouw van de stoommachine. In 1921 was Emiel Schutyser molenaar. De stenen molen was voorafgegaan door een houten.
Laatste getuigen van Schutsmolen waren de stallingen. Ze werden in 2007 afgebroken. Ze hoorden toe aan het echtpaar Andre Schutyser- Gabrielle De Deyne. Hun woonhuis staat aan de overzijde van de Vissersstraat. Ze hebben een zoon, Paul, gehuwd met Christine De Leyn. Andre en Gabrielle hebben het landbouwerswerk voortgezet.
Deze postkaarten komen uit het handschrift Passchier, onderpastoor van Moerkerke 1920-1929. Ze dateren wellicht van 1921 want op een derde uit de reeks heeft Passchier 1921 geschreven. Boven: de Yissersstraat met in de verte de molen, vooraan de sporen van de stoomtram en rechts aan het huis een uithangbord met ‘velos’. Rechts: de detailfoto (onder) toont dat de molen al vanaf de kerk te zien was. De hoofdmolen zou tot 1944 het straatbeeld bepalen.
Op deze kaart uit 1845 (rechts) staat de houten hoofdmolen. Molenaar Serruys kreeg in 1844 toelating de Lieve op eigen kosten te overbruggen met een voetgangersbrug van 1,6m. Yoordien was er een overzetbootje. (Passchier, p.190). De straat ten zuiden van de Lieve heette Molenaarstraetje, pas later werd ze ook Vissersstraat.