☰ Extra

Dicke luft...Nabij de Leopoldsvaart (6) Oorlogsdagboeknotities

Roger MORRE

Dinsdag 12 September (vervolg)

De drie telefonisten bleven wakker. Om de beurt kwamen ze bij ons in de keuken, dronken ook een of twee kopjes van die "prima Kaffee ", bestudeerden plaatsen en afstanden op de landkaart aan de muur, stelden enkele vragen aan vader die hen wat uitleg verstrekte, waarna ze "danke schon" zegden.

In ons "ovenkot" bracht moeder een ketel aardappelen aan de kook, als voeder voor ons varken. Bij het zien hiervan was ieder van hen er als de kippen bij om van de "Pellkartoffeln" te proeven, zodat de inhoud van de ketel zo goed als gehalveerd werd.

De eerste die zich aanmeldde, was de jongste van het drietal. Een grote, zwartharige kerel die zijn mond meestal dicht hield, behalve als er iets te verorberen viel: "Er war ein starker Esser"

De tweede, tevens de kleinste, liet graag zijn zwaarberingde vingers zien, zowel van zijn rechter- als van zijn linkerhand. Zijn flinke haviksneus ging gedeeltelijk schuil achter de zware gouden montuur van zijn bril. Hetgeen bij ons het al dan niet terecht vermoeden deed rijzen dat bij hem het ene meer mocht gezien worden dan het andere. Ondanks al zijn zilver en goud achtte hij zich niet te min om, gehurkt bij de ketel varkensvoer in ons armtierig ovenkot, zijn buikje vol te stoppen.

Paul, zo luidde de voornaam van de derde telefonist. Hij was blond, had een middelmatige gestalte en praatte graag over zijn verleden.

"Ich bin kein Deutscher, sondern Pole," deelde hij ons mee. En waarlijk, het was zo. Hij liet ons zijn "Soldbuch" en foto's zien. Paul was onder dwang bij het Duitse leger ingelijfd. Althans dat beweerde hij. "In funf Jahre Krieg bin ich nur einmal zu Hause gewesen. Verdammter Krieg, verdammte Deutsche," zei hij stil.

Op onze vraag waar hij zo goed Duits had leren spreken, antwoordde hij: "Bei den Soldaten hab' ich das gelernt."

Hij luisterde nu en dan eens naar het kanonvuur, fluisterde op zeker ogenblik tegen vader: "Tommie kommt heute noch" en trok na nog een portie "Pellkartoffeln" terug naar de schuur.

Een half uur later stond hij daar terug, keek eens rond of er geen onraad was en zei tot vader: "Brugge ist um zehn Uhr gefallen. Wir haben Nachricht bekommen durch den Fernsprecher." En hij voegde er aan toe: "Nicht den anderen Soldaten sagen!" lets later wierp ik een vislijn uit in het Geleed. De waterstand was fel gerezen en bleef nog voortdurend stijgen. Terwijl ik mijmerend naar de dobber zat te turen met de heugelijke gedachte dat morgen of ten laatste overmorgen de Tommies hier zouden staan in plaats van al die Duitsers, kwam er toch wel een van die kornuiten naast mij zitten zeker!

Hij bleek een onvermoeibaar prater met een ietwat rauwe stem en het visserslatijn was hem geenszins vreemd. Als hartstochtelijk visser had hij in de Rijn menigmaal "Aale" aan de haak geslagen, zo dik als zijn bovenarm.

Ook het snoekvissen was een van zijn geliefde sporten. Hij had "Hechten" gevangen van "zwanzig Kilogramm". Soms had het hem uren strijd, doorzicht en behendigheid gekost om er een op het droge te krijgen. Want het ging hem om de sport "und sonst nichts." Eindelijk werd het onderwerp "Krieg" ten berde gebracht, want die was de oorzaak dat hij zijn favoriete sport niet langer kon beoefenen. "Wieviele Jahre bist du schon Soldat?" vroeg ik hem.

"Sieben Jahre, uberall bin ich gewesen. In Polen, Frankreich, Italien und so weiter. In Russland hab' ich zwei Bruder verloren".

"Wieviele Jahre wird der Krieg noch dauern?" wilde ik weten.

"Ach Mensch," schokschouderde hij, "der ist noch lange nicht zu Ende, zwei, drei Jahre noch und dann werden wir England besiegen und dann nach Hause!"

Onwillekeurig dacht ik aan 't gezegde: "'t Vel van de beer niet verkopen voor hij geschoten is."

"Der Tommie ist in Brugge?" vroeg ik.

"Nein, nein, der ist noch weit weg", beweerde hij.

"Aber in Brussel ist er doch?"

"Der Tommie ist aus Brussel und Antwerpen zuruckgeschlagen," luidde het antwoord, "der Oberleutnant hat's gesagt!"

Vader, hartstochtelijk palingpeurder, keek knarsetandend toe hoe zijn peurpersen in de vernieling werden gezaagd. Van zijn stevige "peurijzers" maakten de Duitsers tien- tot twaalf centimeter lange spijkers, bij gebrek aan iets beters.

"Als ik een van die vagebonden vroeg of laat een loer kan draaien, zal ik het gotfer niet laten," siste ons gezinshoofd met een stem vol wraakzucht.

Hij meende het waarachtig nog ook; hij was duidelijk een van de vele naievelingen die alles wat hun oversten verkondigden voor evangelie aannamen. Ik kreeg het allengs ferm op de heupen van zijn nazimentaliteit en besloot "op te kramen", zoals dat in het vissersjargon heet. Van zijn kant keerde de soldaat slenterend terug naar zijn "bedstee" langs de vaartdijk.

Amper terug op ons erf hoorde ik Feldwebel Maurer een van z'n mannen uitkafferen. Wat was er gebeurd? De soldaat in kwestie was in onze keuken om een beetje warm water komen vragen en had daar onze oude ingelijste scheerspiegel zien hangen. Hij vroeg en kreeg hem te leen om zich buiten te "rasieren". Met de belofte de spiegel "gleich" terug te bezorgen, trok de man naar onze oude "zoetingappelaar" en sloeg een kromme nagel in de boomstam.

Op het ogenblik dat hij de spiegel ophing, kwam Maurer toevallig langs en vroeg waar de spiegel vandaan kwam. De soldaat gaf de nodige uitleg, waarop Maurer hem tot voorzichtigheid aanmaande. "Verstanden," zei de kerel en en boog zich voorover om zich in te zepen.

Maurer zette zijn weg voort. Minder dan vijf meter verder hoorde hij glas rinkelen. De nagel was uit de boomstam geschoten en onze inge­lijste spiegel maakte een fatale val. Maurer keerde op zijn stappen terug. De half ingezeepte soldaat kreeg daar een bolwassing van hier tot ginder en kreeg bevel moeder te beloven "baldest" een vervangspiegel te bezorgen. Die belofte en "Entschuldigung" kreeg zij onmiddellijk, de spiegel liet voorlopig wel op zich wachten.

Uit de richting van Platheule naderde een twaalftal soldaten dwars door de aardappelen bietenvelden. Op een hoeve waren ze aan de haal gegaan met een grote, roodgeverfde schuurpoort die nu werd omgebouwd tot een vlot dat in de Leopoldsvaart te water werd gelaten.

Met medeneming van planken en allerhande alaam werd onverwijld overgestoken naar de middendijk. Daar begonnen enkelen een uitkijkpost in te richten in de kruin van een eenzame boom. Wat later arriveerden nog een groot aantal soldaten en hun meerderen. Aangezien ze niet tot de eenheid van Feldwebel Maurer behoorden, moest hij hen laten betijen. Spoedig kregen ook onze schuurdeur en ladder pootjes.

's Middags at ik voor het eerst paardenvlees. Ik proefde er van met lange tanden maar ondervond alras dat het lang niet zo onsmakelijk was als ik aanvankelijk had gedacht.

Om dertien uur kwam er een hoogwielige Franse kar en paard door de velden op ons erf. Het was "schafttijd" voor de soldaten. Elk kreeg een pollepel soep in zijn ”Speisekessel” en een pakje "Knackebrot”. Voor de rest konden ze op hun buik wrijven.

Intussen was er in onze schuur een soort telefooncentrale ingericht. Tal van kabels, verbonden aan allerlei toestellen, slingerden zich vanuit de deuropening naar de vaartdijk en richting Platheule. Onafgebroken zoemden en rinkelden apparaten. Zowel Feldwebel Maurer als de drie telefonisten kregen het behoorlijk druk met het ontvangen en doorseinen van bevelen en berichten.

Sinds enkele uren zweeg het zwaar artilleriestuk dat zich vanaf de vroege morgen geregeld liet horen.

Na een tijdje hoorden we af en toe mitrailleurvuur langs de zijde Vivenkapelle-Sijsele. Het nijdig takke-takketak dat ons als muziek in de oren klonk, deed Feldwebel Maurer, langs onze weidewegel op weg naar de vaartdijk, meteen halt houden en in versnelde pas terugkeren naar onze schuur. Net als wij, besefte hij dat het oorlogsfront ijlings dichterbij kwam. Allengs schoof het ratelend mitrailleren in de richting Moerkerke. Tegenvuur kwam er nauwelijks. Na dagenlang ongeduldig afwachten, wisten we dat de Tommies vooruitgang maakten. En nu in een opgedreven tempo.

(wordt vervolgd)

Dicke luft...Nabij de Leopoldsvaart (6) Oorlogsdagboeknotities

Roger Morre

't Zwin Rechteroever
2008
04
029-032
BV
2025-02-04 09:55:28