De kapelletjes hebben niet afgedaan: de heropbouw van Onze Lieve Vrouw Ter Koortsen te Moerkerke in 1926
Denis Raman
Op de zolder van het Sint-Ritaklooster vond zuster-overste een boekje over ‘Onze Lieve Vrouw Ter Koortsen’, vereerd te Moerkerke. Het Sint -Ritaklooster deed wat nu om langs om meer gebeurt. Het kleinood werd geschonken aan onze Heemkundige Kring. Zo groeit onze verzameling gestaag. We kregen nog een boekje: ‘Geschiedenis van het wijdvermaarde Christusbeeld van Damme, en godvruchtige oefeningen ter eere van den gekruisten Zaligmaker, opgesteld door E.H. Tanghe, Kanonik (1870).’ Daarover hebben we het een ander keer; nu geven we wat meer duidelijkheid over de heropbouw van het kapelletje ‘Onze Lieve Vrouw Ter Koortsen in 1926’.
De oorspronkelijke en de herbouwde kapel aan de Waterpolder in Den Hoorn.
Foto: G. Celis, bestuurder der vereniging “De Vrienden der H.Maagd.”.
In 1925 had de vereniging ‘Vrienden der H. Maagd’ in het maandblad ‘De Heilige Familie’ een prijskamp uitgeschreven om de Onze Lieve Vrouwkapelletjes te kennen. Die vereniging had tot doel de vervallen kapelletjes te herstellen en wellicht ook een zekere volksdevotie te doen herleven.
Wie zich voor de kar spande, was wachtmeester der gendarmerie Felix Cool. Hij schreef naar dat bestuur op 14 mei 1926: “Er is hier te Moerkerke langs den steenweg naar Middelburg (de huidige Waterpolder), op 15 minuten
van het dorp, een kapelleken in steen, toegewijd aan Onze Lieve Vrouw Ter Koortsen, dat dreigt in te storten. En gezien het feit dat het op den zijkant der straat staat mag het niet heropgebouwd worden. ” Hierna volgen twee uittreksels uit De Heilige Familie van 1925 met een foto van de rijkswachter. Het artikel wordt bewaard in het handschrift Opzoekingen aangaande Moerkerke door E.H. Passchier uit 1927.
Reeds had de wachtmeester - oud metser van stiel - de eerste voetstappen gedaan om de herstelling van de kapel mogelijk te maken. De eigenaar van het land waaraan het kapelletje paalde, schonk de grond en een timmerman en smid zouden voor de rest zorgen. Maar vermits zij een grotere kapel wensten te bouwen - de vorige had als afmetingen 1,25 m hoog en 1,15 m diep - moest er geld worden gevonden.
De Vrienden der H. Maagd, De Heilige Familie en Moerkerkse ijverraars haalden genoeg centen op om het project te laten doorgaan. Wie speelde een belangrijke rol? Pachter Madoe, de belangloze gever van de grond voor de nieuwe kapel. Maar in het boekje wordt eveneens verwezen naar twee ouderen: Petrus Carre en echtgenote Virginie De Mey. Petrus: “Ik ben nu vierentachtig jaar en van in mijn kinderjaren heb ik dat kapelletje daar weten staan. Het was een bloedverwant van mijn moeder, Bernard Snauwaert, die het opgericht heeft.”
Op het einde van juli 1926 begon wachtmeester Cool te metsen en half augustus stond de kapel ‘in ’t droge’.
foto: G. Celis, bestuurder der vereniging “De Vrienden van de H.Maagd.”
Nu bleef er nog een zaak te doen: in het vooruitzicht van de wijding moest er een aanvang worden gemaakt met het regelen van een stoet. Het programma werd opgemaakt:
“Plechtige wijding van de kapel heropgericht
ter ere van “Onze Lieve Vrouw Ter Koortsen”
op zondag 19 september 1926 om 3 uur.”
Het Genadebeeld uit de parochiekerk werd in een stoet met ‘Maagdekens, de leden van de Congregatie der Broederschappen en bedevaarders” naar de kapel gebracht. Z.E.H. Bruyneel, pastoor der parochie, wijdde het beeld en de ‘Bestuurder der Vrienden van de H. Maagd”. E.H. Celis, hield een toespraak.
Een nieuw beeld was nodig omdat “boosdoeners het oud beeldje hadden verbrijzeld; rondzwervende leegloopers hadden nu en dan sieraden geroofd, de beeldjes die door godvruchtige menshen in de kapel waren gesteld als ex-voto, verbrijzeld, het offergeld en de beurs gestolen.” Vandalisme is blijkbaar niet van gisteren.
Het altaar van OLV ter Koortsen in 1926. - foto G. Celis
Onder: de huidige kapel van OLV ter Koortsen - Foto’s © Marc De Baets
Het kapelletje van OLV ter Koortsen uit het midden van de 19de eeuw (hierboven) werd in 1926 vervangen. De nieuwe kapel (rechts), was veel groter.
De buitenmuur werd bekleed met 7 reliefs met scenes uit het leven van de Heilige Maagd; hier de Vlucht naar Egypte (onder).
In het opschrift boven de deur verwijst 1830 naar de bouwperiode van de eerste en 1926 naar die van de tweede kapel. In 1954 werd er een gedenksteen aan toegevoegd.
Foto’s: 1926: G. Celis en 2008 © Marc De Baets.