☰ Extra

Dicke Luft ... nabij de Leopoldsvaart (4) Oorlogsdagboeknotities 1944

Roger Morre

Zondag 10 September

Kort na het aanbreken van de dag klonk er een knal die onze oude woonst voor de zoveelste maal deed schokken en schudden. Op de vaartdijk werden weeral Duitse bewegingen waargenomen. De houten Platheule-noodbrug over de Leopoldsvaart - eergisteren reeds zwaar toegetakeld - had nu een extra dynamietbeurt gekregen, weliswaar overbodig, doch voldoende om van geraamte en pijlers "sulferstokskes" te maken. Dus: eens te meer klinkklare onzin, die bewering dat de Duitsers zuinig moeten omspringen met hun springstoffen.

Tijdens het ontbijten zagen we op plus minus 350 meter van onze woonst, richting 't Molentje, op de vaartdijk een Duitse vrachtauto stilhouden, naast de kassei. Dat voorspelde eens te meer weinig goeds en we fronsten onze wenkbrauwen. Enige Duitse soldaten waren druk in de weer met het uitbreken van de kasseien, dwars over de dijk. Vervolgens haalden ze spaden en schoppen boven en begonnen gezwind te graven en uit te delven.

"Miljaarde'" vloekte vader, "die mannen maken gaten in de rijweg. Veel kans dat ze daar zware landmijnen in plaatsen." Dat gebeurde voorlopig niet. Omstreeks tien uur vertrokken ze. Vader ging hun "diekedelvers-werk" eens nader bekijken en meldde bij zijn terugkeer: "Ze hebben vijf ondiepe putten gedolven. Ik ben er nu wel heel zeker van dat die voor mijnen bestemd zijn. Dus verwachten ze hier heel binnenkort "Tommies" op visite."

Vanaf de zijde St. Kruis - Assebroek of meer zuidelijk was er met korte tussenpozen hevig artilleriegebulder. "Dat blijft daar maar duren. Ze kunnen er precies niet door geraken," meende ons gezinshoofd.

We vonden het niet geraadzaam te Moerkerke of Lapscheure de zondagsmis bij te wonen en gingen de Platheulebrug eens van dichtbij in ogenschouw nemen. In de "oude" stenen brug werden gisteren vier ladingen springstof tot ontploffing gebracht met als resultaat: een piepklein gaatje in een van de pijlers. Met de houten noodbrug over de Schipdonkse vaart was het andere koffie: twee losgerukte stukken wegbedekking en leuning hadden het hele brugbouwsel verwoest.

Na de noen lagen we wat in de zon te luieren langs de dijkflank van de vaart. Met voor ons het nog immer stijgend zilte water. En boven ons, hoog in de lucht, formaties bommenwerpers op terugweg naar hun basis ergens in Engeland. We hadden het juist over de nakende bevrijding toen we de Duitse vrachtauto in het vizier kregen. De "straatwerkers" van 's morgens gingen dus weer aan de slag. Ze droegen kisten naar de gleuf in de kasseiweg en lieten ze neer in de gegraven gaten.

"Daar zijn ze met hun mijnen," zei vader met misprijzen in zijn stem. "Ze moesten in hun poten ontploffen!"

lets later stonden ze in groep naast hun camion. Het scheen ons toe dat ze onderling overleg pleegden. Daarna vertrok het voertuig, terwijl de niet ingestapte soldaten het op een lopen zetten in onze richting, om zich aan de voet van de dijk plat ten gronde te werpen, als om dekking te zoeken.

"Wat te nondedju gaan we nu krijgen?" gromde vader. Zijn woorden waren nog niet koud of daar was het antwoord al: een rookwolk vloog pijlsnel de hoogte in, een harde slag volgde en stenen en aarde spatten naar wijd en zijd.

"Allez, allez," riep vader, "de smeerlappen laten de dijk springen! Ze willen ons als ratten doen verzuipen!"

Als van de hand Gods geslagen, bleven we toekijken. Nog driemaal herhaalden ze hun vernielingsmaneuver. Nog driemaal schoot een zwarte rookwolk torenhoog de lucht in. Precies lava, uitgebraakt door een gapende krater.

De soldaten werden opgehaald. Nadat de camion uit het zicht verdwenen was, spoedden wij ons naar de plaats des onheils. De trechtervormige gaping in de dijk was onderaan ruim een halve meter breed; bovenaan drie tot drieenhalve meter. Het water uit de Leopoldsvaart deed de zijwanden afkalven en vond snel de weg naar de aanpalende landerijen van Edward Van Hollebeke, alias "Warten Hollebeke". Een beangstigend tafereel.

Ondertussen kwam de "oude" Platheulebrug ook nog eens aan de beurt. Een reeks zware explosies deed ons vermoeden dat de brug erger beschadigd werd dan gisteren. Enkele dagen geleden hadden we geruchten opgevangen als zouden afmarcherende Duitse soldaten op Den Hoorn heel wat van hun uitrusting achtergelaten hebben.

Vader, die zich afvroeg hoe het ginder met zijn ouders en andere familieleden was gesteld, besloot in de late namiddag naar Den Hoorn te fietsen. Aangezien de rijweg op de vaartdijk nu onderbroken was, reed hij noodgewongen met een omweg langs de Sint-Pietersdijk en de Preekboom naar zijn bestemming. Bij zijn thuiskomst wist hij ons te vertellen dat de familie Edward Van Hulle-Madeleine Morre haar intrek had genomen bij Pitje Pol en Mitje Marie op Den Hoorn. Op Duits bevel hadden zij hun cafe "In Aller Welkom" ontruimd omdat de Jacxsensbruggen gedoemd waren om met dynamietladingen verwoest te worden en hun woonst binnen de gevarenzone lag. Het overige nieuws was dat terugtrekkende Duitsers op Den Hoorn 'n soort "braderie" hadden gehouden. Meerdere inwoners hadden zelfs een in Frankrijk opgeeist trekpaard gekregen! Wie had ooit zoiets kunnen denken?!?

We gingen 's avonds vroeg te bed, want onze "invasielichtjes", zo noemden we de kaarsen, zijn bijna verbruikt. Af en toe is er artillerievuur. Wij hebben de indruk dat het opschuift in de richting Oedelem- Sijsele.

Maandag 11 September

Bij het opstaan zagen we door het keukenraam een langzaam verdrinkend landschap. Het was een ongewone en zielige aanblik de heldere zon weerspiegeld te zien in het brakke water dat weiden, velden en gewassen over een grote oppervlakte bedekte tussen 't Molentje en het Geleed op Platheule. Deze watergang zal de eerstvolgende uren nog buiten schot blijven en geen watertoevoer hebben langs de oostelijke oever. Aangezien ons erf op de tegenovergestelde zijde ligt, mogen we verwachten dat het Geleed de komende vijf tot zes dagen geen bedreiging vormt. Vooraleer het zo ver komt, moeten de kilometerslange waterloop en de aansluitende kleinere afwateringssloten, beken en grachten overlopen.

Vader had reeds een sabotagedaad bedacht om verdere overstromingsellende te voorkomen.

"We zouden aarde en stro in dat gat moeten smijten," sprak hij. Doch nog voor hij zijn snode plan ten uitvoer kon brengen, verschenen rond tien uur Duitse soldaten, gewapend met spaden en schoppen. Met frisse moed begonnen ze de bres uit te delven. Een weinig later zagen we het resultaat: het water gulpte nu in de velden!

Later in de voormiddag deden andere Duitsers hun intrede op Platheule. Ze brachten licht luchtafweergeschut in stelling achter de hoeve Van Kersschaever. Op de middag mikten ze hun projectielen naar twee Spitfire-jachttoestellen. Voor de artilleristen werd het geen succes. Enkele uren later vertrokken ze naar andere oorden met hun "klakkebussen", zoals de Platheulenaars de tuigen spottend noemden.

2025 02 03 151000De pijl wijst naar de plaatswaar de buitendijk van het Leopoldkanaal werd doorgestoken; plannetje: www.dammeonline.be

Na de middag gingen vader, broer Andre en ikzelf op de hoeve Van Hollebeke een hand toesteken bij het aardappelen rooien. De akkers langs de vaartdijk stonden reeds onder water; voor de overige landerijen was het slechts een kwestie van tijd. De vooruitziende "Warten" deed nu een poging om te redden wat nog te redden viel: een voorraad aardappelen "uitdoen" als jaarlijks proviand voor eigen verbruik.

Toen we op de hofstee aankwamen, zagen we er tot onze grote verbazing veel, heel veel Duitse soldaten.

“'t Zit hier grijs van al die luiszakken," zei Andre, de oudste zoon. "Ze zijn hier gisteravond rond ten elven toegestuikt. Volgens hun "klappen", moeten ze van Westkapelle gekomen zijn. Hun keuken en wagens met proviand zijn in 't water blijven steken, zodat ze nu grauw van den honger zitten en voorzeker al elk een peerdemande peren en appels hebben binnengespeeld!"

" 't Ergste is dat 'n mens die vagebonden maar moet laten doen," voegde Marcel, de jongste zoon, er aan toe. "Ze lopen bijna onze deur omverre. Den eenen komt om een paar "Aaier", "'n andere om ”ein Stuck Brot”, nog een andere om ”ein bisschen Milch”. Maar ze kunnen allemaal op hun "siekke" bijten. We hebben die kerels hier niet gevraagd," bromde hij.

De soldaten liepen rond op hun blote voeten in het gras. "Das ist gut," zei er een tot vader. Aan het hek stonden twee schildwachten met 't geweer aan de schouder. Dat was om te beletten dat er op de hoeve soldaten bijkwamen, doch ook om te voorkomen dat er zouden weggaan.

Ons oog viel plots op een geel geverfd houten kruisje dat tegen een muur stond. "Dat is stellig bestemd voor een soldatengraf," dacht vader en zo was het inderdaad. De naam van de ongelukkige stond er op. We lazen: Hans von Alpen, geb.2-1-1903, gef. 11-9-1944. (1) "Dat is vandaag dat hij dood is," sprak vader, "hoe zou die aan zijn eind gekomen zijn?" Daar naderde een Duitser en die gaf ons uitleg. Hans had een kogel in het hoofd gekregen toen het geweer van een "Kamerad" per ongeluk plots was afgegaan.

Op de hoeve van Kamiel Dullaert lag in een der stallingen de neergeschoten Kamerad Hans op wat stro. Op een draagbaar werd het stoffelijk overschot naar de buitendijk van de Leopoldsvaart gedragen en daar met militaire eer begraven. Een korte rede of gebed, 'n geweersalvo, wat treurig gezang rond het armtierig, eenzaam veldgraf waarboven een geelgeverfd houten kruisje. Heel schamel, heel aangrijpend...

(1) Zijn juiste naam was Hans von Appen. Na de oorlog werd Obergefreiter Hans von Appen van zijn pover veldgraf op de buitendijkse oever overgebracht naar de Duitse oorlogsbegraafplaats in Lommel. Daar rust hij nu in graf 172, Blok 40.2025 02 03 151025

Samen met Warten en zijn zoons trokken wij naar het aardappelveld dat, niet ver van de hofstede, reeds voor drievierde onder water stond. In de voren, tussen de struiken, sloop het water verraderlijk en geluidloos verder. Het rooien werd dan ook een hele karwei. Als reusachtige "slijkmosselen" werden de aardappelen uit de modderige poldergrond opgevist.

Rond drie uur werden we bij ons werk opgeschrikt door een hevige slag. We zagen een rookwolk opstijgen over de beide vaarten, richting Moerkerke. Enkele maanden geleden hadden de Duitsers betonnen bunkers doen bouwen nabij de Schipdonkse vaart. Die werden nu opgeblazen.

Om halfvijf was het "koffietijd". Terwijl we aan tafel zaten, kwam een Duitse soldaat in de keuken, hinkend met zijn rechterbeen. Hij vroeg Gusta, de bazin, om een liter melk. "Om zes uur, menere," zei Gusta. "Ach so," sprak hij en wreef kreunend over zijn been.

”Was ist los mit dem Bein?” vroeg vader.

"Ach, mein lieber Mann!” antwoordde de niet meer zo jonge Duitser ”es ist vollig hin. Im Weltkrieg 14-18 schwer verwundet und jetzt in 1940 nochmals verletzt. ” Toen was hij zes maanden met herstellingsverlof in de "Heimat" geweest. Nog niet volledig hersteld, had hij zich weer moeten melden. Sindsdien had hij ontelbare nachten on­der Gods blote hemel doorgebracht. "En hierdoor is alles kapot gemaakt," hijgde hij, wijzend naar zijn keel en borst. "Mijn plaats is ”im Lazarett”, kloeg hij.

"Nein," zei vader," uw plaats is in 't oud mannekeshuis."

”Bitte?” vroeg de soldaat. Blijkbaar had hij het niet begrepen.

”Du sollst nach Hause fahren,” zei vader nu.

”Jawohl, jawohl,” antwoordde de sukkelaar en strompelde naar buiten...

"Hewel, dedju!" vloekte vader, "moet Hitler met zulke kerels de oorlog winnen! Hij is er wel mee, zulle!"

"Men zou geen kompassie mogen hebben met die mannen, maar als je zoiets ziet, wordt uw herte algelijk week," zei een meewarig gestemde Marcel die enkele uren voordien toornig had laten verstaan dat Duitse soldaten bij hem niet bepaald in de bovenste schuif lagen.

De Hollebekes hadden gisteren een paard verloren. Doodsoorzaak: slagaderbreuk. Slachter Rene Coene, alias Wilson, had het dode dier vakkundig "aan de kant gedaan". Bij het huiswaarts keren, kregen we een emmer paardenvlees mee.

Bij valavond hoorden we dreunende, gelijkmatige stappen van bespijkerd schoeisel. We herkenden het Duits marstempo. In keurig gesloten gelederen marcheerden soldaten langs de kasseiweg vanaf Platheule naar de Platheulebrug.

(wordt vervolgd).

Dicke Luft ... nabij de Leopoldsvaart (4) Oorlogsdagboeknotities 1944

Roger Morre

't Zwin Rechteroever
2008
02
062-069
BV
2025-02-03 15:31:11