☰ Extra

De beschieting van Sijsele door de Duitsers vanuit Moerkerke op 13 september 1944

Inleiding:

Op de hoeve VERGAUWE, Leopoldsvaart-Oost, te 8340 Moerkerke-Damme, stonden 2 Duitse 88 mm kanonnen. Eén van de kanonnen heeft de kerk van Moerkerke beschoten en de toren volledig vernield. Ook op 13 september 1944 is er vanuit Moerkerke kanonvuur gericht naar Vivenkapelle en Sijsele. "Volgens de in mijn bezit zijnde granaatscherven die jaren geleden op de plaats van inslag in Sijsele werden teruggevonden, gaat het hier om projectielen van een 88 mm kanon," aldus Romain Verniest. "Vandaar dit artikel over die beschieting van Sijsele op 13 sept. 1944. Het stadsbestuur is nog altijd op zoek naar een zinvol plaatsje voor de opstelling van de gerestaureerde loop van één der kanonnen."

De beschieting van Sijsele

Na de blijde intrede in de dorpskom begonnen de Canadezen zich voor te bereiden op wat later de slag aan het Molentje zou worden. De artillerie werd in stelling gebracht op de lijn Male-vliegveld-Doornstraat tot Donk, waar de Shermantanks met hun geschut ondersteuning zouden geven. Op de hoeve van Charles en André Claeys in de Dorpsstraat stonden vrachtwagens van de Canadezen opgesteld. Plots begonnen de Duitsers vanuit Moerkerke naar Sijsele te schieten in de richting van de kerk. Een obus viel neer op één van de Canadese vrachtwagens die op het hof van het café bij Margriet Lameire stond, gelegen rechtover de kerk. De vrachtwagen was met allerlei voorraad geladen. Hij vloog onmiddellijk in brand. De chauffeur die bezig was een brief te schrijven aan zijn moeder, werd gekwetst aan de benen. Een paar minuten ervoor had Marcel Lameire nog een sigaret gekregen.

2025 01 28 144353Granaatscherven (na 40 jaar opgegraven) afkomstig van de beschieting van de hoeve van Jules Lonneville in de Veldstraat 17 in Sijsele, op 13 September 1944. foto Romain Verniest

2025 01 28 144419Deze KOCHER, SCAPEL, STILET en SCHAAR komen uit de inbrandgescholen vrachtwagen van de Canadezen , die op het hof stond van Marcel Lameire (recht over de kerk van Sijsele op 13/09/1944) foto Romain Verniest.

Er viel een obus in de Veldstraat aan de hoeve van Richard De Buck, niet ver van de schuur op de rand van de grintweg. De granaatscherven troffen het venster van de voorkamer van het huis, glas en scherven vlogen de kamer binnen, niemand werd daar gekwetst. Ook de schuurdeur van de hoeve van Theofiel Timmerman (Pauw) werd door enkele scherven getroffen. Ook in de tuin van Kamiel Neyt tegenover de hoeve van Richard De Buck viel er een obus.

De hoeve van Jules Lonneville in de Veldstraat werd het meest getroffen. Lodewijk, zoon van Jules, en buurjongen Firmin Dewitte waren die dag samen eens gaan kijken naar de Canadese kanonnen in de Doornstraat. Ze waren bijna terug thuis toen de Duitsers begonnen te schieten vanuit Moerkerke. Ze sprongen juist in een sloot toen een obus op een notelaar viel die op het voorhof voor de schuur stond. Een grote tak werd afgerukt, scherven gingen doorheen de schuurdeur, een ervan kwam terecht in een wiel van een kar, een ander kwetste een varken in een aanpalend hok. Op dal ogenblik waren Marcel, de broer van Lodewijk, en Marcel Bleyaert ook op het hof, ze vonden beschutting achter een muur van de varkensstal.

Een tweede obus viel op het huis en verbrijzelde een steunbalk van het dak en richtte daar grote schade aan. Paula en Agnes Lonneville waren op dat ogenblik in de woonkamer en werden licht gekwetst. Ze werden verzorgd in de verpleegposl van de Canadezen in cafe ‘ De Nieuwe Zwaan’.

Theofiel Van Nevel was samen met zijn 5-jarig dochtertje Christiane die dag op zijn veld, niet ver van het station van Sijsele gelegen, aan het werk. Bij het horen van de granaatinslagen in de omtrek had hij onmiddellijk beschutting gezocht in een ondiepe gracht, met zijn dochtertje onder hem. Opeens viel een obus in zijn nabijheid, hij werd zwaar gekwetst aan de rechterdij. Hij riep orn hulp en de Cana­dese verplegers die hun verpleegpost in de gemeenteschool hadden, kwamen om hem de eerste hulp te geven. Daarna werd hij overgebracht naar het Sint-Jansziekenhuis te Brugge waar hij enige tijd verbleef.

De beschieting van Vivenkapelle

Ook in Vivenkapelle vielen er slachtoffers bij de beschieting vanuit Moerkerke door de Duitsers op 13 September 1944.

Toen de Canadese bevrijders Vivenkapelle binnengetrokken waren, bestond hun eerste werk erin om de talrijke mijnen op te ruimen die de Duitsers langs de kant van de weg hadden achtergelaten.

Zo kwamen ze met hun eerste tank tot aan de ingang van het kasteel ‘Altena’ in de Weststraat.

Mevrouw Joly, echtgenote van Kolonel Robert Joly, kwam met haar knecht Albrik Vincke en twee leden van het vrouwelijk personeel met een mand fruit naar de bemanning van de tank...

Ze waren natuurlijk omringd door tal van bewoners uit de buurt, zoals de familie Van Damme die er rechtover woonde. Plotseling begonnen de Duitsers met hun kanonnen vanuit Moerkerke te schieten en vielen de eerste obussen links en rechts in het akkerland voor het kasteel. Daarop stoof iedereen uiteen en rende naar huis. Zo ook de familie Van Damme die in de varkensstal beschutting zocht.

Mevrouw Joly kwam echter niet verder dan de voorlaatste boom van de dreef naar het kasteel. Ze heeft getracht zich gehurkt achter de boom in veiligheid te brengen, maar werd daar helaas gedood door een granaatscherf die in het hart was gedrongen.

Albrik Vincke had verscheidene kleine scherven in het zitvlak en een van de meiden liep een zware verwonding op aan de kin.

( samenstelling: Romain Verniest, april 1994)

De beschieting van Sijsele door de Duitsers vanuit Moerkerke op 13 september 1944

Romain Verniest

't Zwin Rechteroever
2006
01
008-011
BV
2025-01-28 14:45:29