Van waar de straatnaam KWABETTESTRAAT?

Van waar de straatnaam KWABETTESTRAAT?

Guido Vermeersch

Zij is een van de oudste wegen van Lapscheure. Het was de enige verbindingsweg met Den Hoorn: via een eindje Preekboomstraat en Haringgat. Ook moesten de inwoners die weg nemen om, langs de Sint-Pietersdijk, Moerkerke te bereiken; tot in 1930 een nieuwe kasseiweg de Bresstraat (nu Vredestraat) met het Molentje verbond. De juiste spelling van onze straat is Kade Reep, later vervormd tot Kwade Rebbe en nog later tot Kwade Bette.

Een reep is een smalle strook grond. Een kwade reep is uiteraard een slechte strook. Een reepschuld was een rente die de St-Baafsabdij van Gent ontving voor die stroken grond, die zij hier in bezit had. De abdij van St-Quentin-en-Vermandois (nu de naam van een departement in Frankrijk) inde op haar beurt in Moerkerke tienden, die Quade Rebben genoemd werden. In het Rijksarchief te Gent kan men het nummer K1103 van het “Fonds Bisdom St-Baafs” lezen: “… dit es de ervelicke rente die men heet reepschuld, liggende in de prochie van Lapscheure…” verder ook dezelfde vermelding op Moerkerke en St-Katelijne bij Damme (16de eeuw) Reep werd algauw, door dialectische uitspraak en een slechte lezing: reub, rebbe, bette.

Er bestaat ook een volkse verklaring voor de naam.

Oorspronkelijk was, zoals de meeste wegen, de straat een kerkwegel. Maar door de toename van het verkeer, met paard en kar, moest die wegel verbreed worden. De overheid zag zich verplicht de aanpalende gronden te onteigenen. In de enige woning van de weg, waar nu een schapenkweker gehuisvest is, woonde Elisabeth. Zij was geen gemakkelijke, zoals we dat zeggen, een kwade bette. Vandaar….

Het is pas in 1960 dat er vanaf het dorp huizen gebouwd werden; de straat is slechts 400 m. lang en langs de oostzijde tot aan Flettersdam (zie verder) prijken nu een 12-tal alleenstaande woningen – villa’s eigenlijk. De overzijde van de straat is agrarisch gebied.