Inlevering van granen in de oorlog 1940-1945. De rol van Marcel Deloof
Romain Verniest
Het was Victor Vanden Bon die in 1940 bij Marcel Deloof kwam aankloppen met de vraag om de organisatie van de aankoop en het verdelen van graan op zich te nemen.
Marcel mocht dit niet doen in zijn maalderij naast zijn ouderlijk huis op de hoek van de Stationsstraat en Veldstraat-Oost. Hij kon beroep doen op een deel van het ouderlijk huis en een loods van de familie Bittremieux in de Stationsstraat iets verder naar de dorpskom toe gelegen –huidig nr.63, toen bewoond door Amelie Rosseel-weduwe Siemoens.
Marcel had drie knechten, nl. René Debruyckere, Henri Coussemaker en zijn eigen broer Gerard Deloof. Clara Coene deed het werk op het bureel. Voor alle verhandelingen van granen werden de papieren in viervoud opgemaakt waarvan 1 exemplaar voor de corporatie in Brussel, 1 voor de gemeente Sijsele, 1 voor de boer en 1 bleef bij Marcel Deloof.
De boeren op de gemeente werden door de Duitse bezetter verplicht een deel van hun graan (tarwe, rogge en haver) in te leveren. Deed een boer dat niet, kreeg hij in eerste instantie bezoek van een controleur. In Sijsele was dit een zekere Florent (niet afkomstig van de gemeente). Kwam men niet tot een overeenkomst, dan konden de gevolgen zeer ernstig zijn, want de Duitsers waren hier de baas.
Marcel haalde wekelijks twee wagons graan op en voerde die naar het station van Sijsele om zo naar de bloemmolens van België te worden gebracht. Het order voor dergelijk transport kwam van de corporatie in Brussel. Marcel moest zich daar regelmatig aanbieden en dat deed hij dikwijls met zijn vriend Gerard Depré uit Beernem.
Foto: Romain Verniest
Om te kunnen voldoen aan de grote vraag naar tarwe, ging Marcel zelfs zijn aankopen gaan doen bij een zeker heer Teirlinck uit Brugge die met zijn ‘camion’ het graan ophaalde en naar Sijsele bracht. Dit gebeurde allemaal met de nodige officiële papieren die door de gemeente ter beschikking werden gesteld. Ook was het mogelijk als werkmens een kleine hoeveelheid rogge te ruilen voor tarwe. De prijs van de tarwe bedroeg toen 40 Bef. per kg (in het zwart), terwijl de officiële prijs eigenlijk 2,80 Bef. Was.
Frans Van Waesberghe was werkzaam op het vliegplein ‘Male’. Het grote gedeelte van het vliegplein bestond uit een weide waar koeien, ossen en paarden graasden. Zij kregen geplette haver als bijvoer en Frans moest om de 14 dagen 3000 kg haver naar de maalderij van Marcel Deloof brengen om ze te laten pleiten. Hij vervoerde die haver met een soort auto (bul genaamd) voorzien van een kachel met hoge schouw waar men met hout gas maakte waarmee de motor van de auto reed.
Marcel Deloof en zijn ploeg hebben hun werk 4 jaar plichtsgetrouw en zoveel mogelijk in het voordeel van onze eigen bewoners van de gemeente gedaan.