☰ Extra

Akkoord tussen de pastoor van Moerkerke en het klooster van Sarepta (1512)

Ronny Debbaut

Een beknopte geschiedenis van het klooster van Sarepta verscheen al eerder in ons tijdschrift, ter gelegenheid van de aankoop van de kapel van Sarepta door onze heemkring[1]. Op het einde van de 15de eeuw moesten de zusters van het klooster van Biervliet op de vlucht voor de overstromingen en de zeeratten. Zij vonden in 1483 een toevlucht in het goed Ter Stove aan de Brieversweg, waar het klooster van Sarepta werd gebouwd.

In zijn “Opzoekingen aangaande Moerkerke” heeft gewezen onderpastoor van Moerkerke R. Passchier de geschiedenis van het klooster van Sarepta verder uitgewerkt op basis van zijn uitgebreide opzoekingen in allerhande archiefbronnen. Hij vond slechts weinig materiaal over de kerk van het Sarepta-klooster, die ook “bezocht werd door bewoners van den omtrek, tegen soms moeilijkheden teweegbracht met den parochiepastoor van Moerkerke”[2].

In 1512 werd het klooster van Sarepta ontslagen van het betalen van belasting aan de pastoor van Moerkerke. Op 5 maart 1512 werd tussen beiden een akkoord gesloten. Passchier geeft echter de volledige inhoud van dat akkoord niet weer. Dankzij wat speurwerk in het Brugse rijksarchief[3] kon ik die tekst terugvinden. Hieronder de originele tekst, gevolgd door een korte samenvatting van de inhoud in hedendaags Nederlands.

Omme te commen ter gracien, ende inde wienscepe van eerwerdeghen ende zeere wyzen meester Jan Nielles proost van Sinte Verlen binnen de stede van Ghend ende prochiepape van Moerkerke ende dat de pater, mater, broedren ende zustren vanden clooster gheheeten Sarepten binnen der prochie van Moerkerk voorss. bliven zouden moghen paysivelic ghelick ander broedren ende zusteren, in andere prochten, heml. hebben ende houden, zo vertoghen in alre oetmoedicheden, de voorn. pater, mater, broedren ende zustern traervolghende

Eerst hoe zy zynde ende over xl jaeren gheweest hebbende binnen de stede van Biervliet, daer zy heml. vanden water ratten ende andren quaden fortuinen, die heml. an quamen niet langher ont-houden en consten noch en mochten, uten welcken menighe huer wrienden ende wel willende heml. an brochten de plactse daer zij nuzyn

Iten ende want zy verstaen ende ghevoelen dat de voorn. prochiepape tonweden es, dat zy de voorn. plactse hebben zonder zyn consente nochtans dat zy al huerl. uterste beste ende vermoghen ghedaen hebben omme datte te vercryghene, zo zullen zy omme hem te weden ende in paeyse te stellene doen dies hier naar verhaelt word

Te wetene, dat elc vanden priestern daer zynde met groote devo-cien celebreren zal eene messe

Iten dat elke zuster die den zouter lezen can, devotelic eenen gheheelen zouter lezen zal

Item elc vanden broedern ende zustern, daer zynde, die den zouter niet lezen en connen, zullen elc lezen neghene onzer vranwen hoe-dekins, die men ghemeenlic costumeert, drie onzer vranwen zoutren

Item ende omme ter voorn. plaatsen te moghen blijvene, ghelik ande-re religieusen in ander prochien, zo zullen zy jaerlicx te al zuiken daghe als den voorn. meester Jan ghelieven zal, zyntghen eene so-lempnele misse met dyake ende subdyake, vanden heleghen gheeste, alzo langhe als hy leven zal

Item ende naer synen overlydene, zullen jaerlicx eeuwelick ghedu-rende zynghen vigilyen ende eene misse van requiem over zijne ziele

Item zullen jaerlicx gheven den prochiepape van Moerkerke eenen goudene rynschen ghuldene

Item ende mids desen zo bidden zy in aler onderdanigcheit, dat huerl. pater, huerl. bichte horen mach, heml. de helighe sacramenten vanden outhaer ende olyzele gheven ende begraven moghe broede-ren ende zustern, gheproffest ofte binnen haeren proufjaer zynde

Item als vander heligher olye, dat zy die jaerlix halen zullen ter ker-ken van Moerkerken, ende die heml. de prochiepape gheven zal

Item als vanden cnapen, dienlymphen ende ander, die binnen huere belokene wuenen, gheen profjes ghedoen hebbende ofte binnen hae-ren proufjaer niet zynde, die zullen te bicchten te heleghen sacra-mente gaen te Moerkerke ende daar begraeven worden ten waer by consente vanden prochiepape aidaer

Item ende al eist dat men daer gheene offranden en doet, noch ooc datter als noch gheen appoort en heeft ghezyn, op aventuer offer eenighe offranden ghescieden in zielemissen ofte anderen missen en-de datter ooc ienich apport[4] inne quame bij pardoenen ofte anderes, dat van die offranden, offer kerssen, ende appoorte de prochiepape van Moerkerk altoos van dien de rechte heltscheede hebben zal”

 

Wie zich de moeite getroost heeft om dit document in oud Nederlands door te nemen, zal voor een groot deel de inhoud wel hebben begrepen. Toch is het nuttig om, kort samengevat, de voornaamste bepalingen van dit akkoord, in hedendaags Nederlands te herhalen. De geestelijken van het klooster van Sarepta begrijpen dat de pastoor van de parochie Moerkerke niet tevreden is en dat men afspraken moet maken om in vrede naast elkaar te kunnen blijven leven. De priester van het klooster belooft een mis te zullen lezen en elke zuster zal met grote devotie "den zouter" lezen. Zo beloven de geestelijken van het klooster om, wanneer de pastoor dat wenst, een plechtige mis te komen zingen in zijn kerk. Zij zullen na zijn overlijden een requiemmis en daarna eeuwigdurend de vigilien zingen. Zij geven hem jaarlijks een gouden Rijnse gulden. De geestelijken van het klooster zullen door hun eigen priester of broeder de sacramenten mogen toegediend worden en aldaar begraven worden. Het diensipersoneel echter, dat niet geprofest is, zullen te biechte moeten gaan, en de andere sacramenten ontvangen, bij de pastoor van Moerkerke. Mocht het klooster vrijwillige geschenken of giften van de gelovigen ontvangen, dan zal de pastoor van Moerkerke daarvan de helft krijgen.

De pastoor van Moerkerke was toen meester Jan Nielles, proost van het kapitel van Sint-Veerle te Gent. De komst van het klooster van Sarepta veroorzaakte concurrentie en mogelijke broodroof voor de parochiepastoor. Door dit akkoord, waarbij de religieuzen van het klooster verschillende diensten aanbieden aan de pastoor, werd een vredig samenleven verzekerd. Dat zou, zoals men weet, ruim een halve eeuw later al worden afgebroken door de godsdienstoorlogen met de beeldenstorm van 1566 en de vlucht van de kloosterlingen binnen de stad Brugge bij de oprichting van de Calvinistische Republiek in 1578.

 

2025 01 24 161526MOERKERKEBRUG: VROEGER
Foto Hendrik De Leyn

2025 01 24 161601MOERKERKEBRUG: NU
Foto Hendrik De Leyn

Voetnoten

  1. D. Raman, “Wij zijn eigenaar van de kapel van Sarepta geworden”, in: Nieuwsbrief ‘tZwin Rechteroever, maart 2001, blz. 6-7.
  2. Handschrift Passchier, blz. 752
  3. De bronvermelding van Passchier (“Carton 34”) dateert van voor de tweede wereldoorlog. Sindsdien werden vele archiefstukken geherklasseerd en opnieuw geïnventariseerd. Het bedoelde document bevindt zich nu in het fonds “Cumulus Ecclesiasticus” onder nr. 2851, in een papieren omslag met getypt opschrift “SAREPTA. Accord avec Jean de Nielles, prévot de S. Pharilde à Gand et curé de Moerkerke au sujet de l’installation des religieuses chassées par les rats de Biervliet”.
  4. Verwijs & Verdam, Middelnederlands Woordenboek: APORTE. Lat. Appor-tus. Vrijwillig geschenk, offerande aan geestelijke gestichten of personen.
  5. Vermoedelijk wordt hier de 'absoute' bedoeld: gebeden en ceremonieën tot zielelafenis van de overledenen.

“ Condition vant patronact omme clooster van Sarepten in Moerkercke

Akkoord tussen de pastoor van Moerkerke en het klooster van Sarepta (1512)

Ronny Debbaut

't Zwin Rechteroever
2004
01
018-023
BV
2025-01-24 16:17:23