☰ Extra

De oprichting van de parochie Sint-Rita

Ronny Debbaut

De parochie van Sint-Rita op de wijk den Hoorn te Moerkerke werd opgericht na de tweede wereldoorlog. In een bisschoppelijk schrijven van 26 october 1946, gericht aan de Minister van Justitie te Brussel, wordt de nieuw op te richten parochie als volgt omschreven:

“1/ Een nieuwe hulpparochie op de wijk “Den Hoorn” te Moerkerke
Deze wijk is gelegen op 4 km afstand van het centrum der gemeente en telt met de omliggende streek meer dan 900 inwoners, waarvan sommigen 5 tot 6 km van de parochiekerk verwijderd zijn.
Een lagere school aldaar opgericht telt 113 leerlingen en tengevolge van het opblazen der bruggen over de afleidingsvaarten, moest na de bevrijding onmiddellijk een noodkerk opgericht worden, om aan die inwoners gelegenheid te geven hun Zondagplichten te kwijten.
Het spreekt van zelf dat de geloovigen van die wijk, vurig verlangen hun kerk aldaar te behouden en een parochie te zien tot stand komen. Het is overigens voor de parochiale geestelijkheid van Moerkerke niet mogelijk de geestelijke belangen van deze veraf wonende menschen, naar behooren waar te nemen.”

In het jaar 1945 had men al een eerste noodkerk opgetrokken met overgebleven materiaal van de tweede wereldoorlog: ruwe betonstenen, sparrebonnen als gebinten, eternit als dakbedekking, binnenin wat geplakt en dan geschilderd in betonsteen. De bouwgrond, waarop de kerk verrees was een gift van de Zusters Marioolen uit Brugge, die op de wijk reeds meer dan honderd jaar voor het onderwijs van onze kinderen instonden. De mensen waren blij een kerkje te bezitten, maar iedereen wist dat het maar voorlopig was. In 1960 werd ze parochiezaal en op de plaats, waar nu het parochiaal centrum staat, werd een tweede noodkerk opgetrokken, bestaande uit drie oude houten klassen, een gift van de parochie St.-Andries-Brugge. Een oude school uit het Brugse, opgetrokken vooral in houten planchetten. Het duurde nog tot 15 maart 1975, vooraleer een enthousiaste groep vrijwilligers onder aanvoering van pastoor Ackaert de eerste spadesteek gaf om een nieuwe kerk te bouwen, die op 2 oktober 1977 plechtig door bisschop De Smedt werd ingewijd.

De mensen van de wijk den Hoorn hebben lang moeten aandringen op die nieuwe parochie. Na de tweede wereldoorlog kwam alles in een stroomversnelling, mede dankzij de stijging van het bevolkingsaantal. Maar al lang voordien hadden de inwoners van den Hoorn de bisschop gesmeekt om een eigen parochie te hebben, omdat de kerk van Moerkerke dorp voor velen, zeker ouderen die niet meer zo goed te been waren, te ver afgelegen was om de H. Mis te kunnen bijwonen.

De oudste aanvraag om een parochie op te richten, die ik kon vinden in het bisschoppelijk archief, dateert van al 1911. Een niet gedateerde brief, ondertekend door de inwoners (gezinshoofden) van den Hoorn, legde de kwestie als volgt voor aan de bisschop:

“Aan zijne Doorluchtige Hoogweerdigheid de Bisschop van Brugge”.
Monseigneur,
Wij allen, vader van familie vereenigen ons om U eene kleine gunst af te smeeken: Vermits de kinderen nu zoo vroegtijdig ter H. Tafel mogen naderen, en wij hier (het gehucht den Hoorn) zoo verre van onze parochie kerk verwijderd zijn, smeeken wij U ontmoedigtjuk hier op ons gehucht alle zondagen eene mis te hebben ten einde de kinderen beter hunne plichten te volbrengen.
Denk niet, Monseigneur, dat wij het onmogelijke of onnoodige vragen. Het gehucht den Hoorn, bevat meer dan duizend zielen en is bijna eene uur van Moerkerke afgelegen, kosten zoudt het niet vereischen, aangezien wij hier eene kapel hebben die er bijzonder voor geschikt is; en daarbij zouden al de geloovigen die ziekelijk of gebrekkelijk zijn, occasie hebben de H. Mis bij te wonen, die anders in 't jaar geen voet ter kerk zetten.
Verhopende Monseigneur, dat Gij het noodige zult doen om het lot te verzachten van die onvoorzele kinderen, en van die ziekelijke en gebrekkelijke geloovigen, noemen wij ons allen
Uwe zeer onderdanige geloovigen en dienaars."

Hieronder volgt de volledige naamlijst van alle ondertekenaars. Velen konden blijkbaar maar met moeite schrijven. Sommige familienamen werden op ongewone of vreemde wijze gespeld. Enkele namen bleken helaas moeilijk te ontcijferen (welke namen in de lijst door een vraagteken worden gevolgd):

J. Vanacker raedslid, A. Van Landuyt raadslid, Leopold Maanhoud raadslid, Petrus Pyfferoen, A. Coene, A. Vanacker, Camille Vanacker, Camiel D'Haens, Frans Mattijs, Frans Pyfferoen, De Leyn Camille, Vermeersch Alix, Emiel Tack, L. Van Kerschaver, E. Maenhout, M. Schoonbaert, J. Maenhout, P. Poelvoorde, J. Adam, P. Pikelbeen, J. Peckelbeen, L. Verstraete, E. Hinneman, P. Morijn, C. Gaelens, C. Lamote, S. Van Oeukelberghe, C. Gaelens, T. Jacobus ('), D. W. De Soer, L. Baert, P. Mille, Ch. Hindrijks, Pieter Boterberghe, T. Coppens, J. De Metsenaere, ShareI Landschoot, Lo Van Luchem, Verstrate jan, D. Meerschaert, Camiel Hillegeer, Hinneman Leop., Pieter Burggraceve, Petrus Morre, Am. Claeys, Ed. Lippens, Th. Costenobel, P. Smis, A. Van Hove, P. Lillaert, Pieter Coens, Leopold Tack, Petrus Vermeersch, Leopold Morre, Isdoor Moens, E. Verschoote, Cam. Standaert, Jan Jaspaert, J. Vernaille ('), Alfons Debbaut, Edm. Cromheecke, H. Nobus, Petrus Van Landschoot, Marie Saelens, Jan Maenhout, Leopold Van Laecken, C. Cocquyt, P. (of D. ?) Vandeabeele, E. Dobelaere, Quirinus Maenhout, August Welvaert, Achiel Poelvoorde, Leopol De fauw, Sam De Maase, Petrus Diericks, Alvons Dieriks, E.d Roedts, W.m Bonte, Louis Landschoot, C. De V Roorse (sic), Neirinek Jan, E. Mouton, P. Stoens, Pierre Vandewaetere, Henri Calus, Stoens Jan, Jan Timmerman, Leo Jonkheere, Edeward De Coussemaeker, Edemond Van Hoecke, Theophil Allemeersch, Felixcks Allemeersch, L. Neijt, P. Dalle, Joseph Timmerman, Eud. Boerjan, P. Van Hoeke, Ch. Haegeman, Nayaert Artur, Paulus Coucout, Victor De Bree, Clemes Cocquit, Note Alfons, Gustaaf van Morrelghem, Leopold Stoens, Honore Tack, Smis Charles, Ide Camiel, J. Oosterlink, Cocquyt Leopold, L. (?) Tack, E. Cattoor, A. Herrebaudt, P. Maenhout, E. Oosterlijnck, De Leijn Theophil, Depover Camiel, Momin Hinnen (??), Persyn August, Lammens Ferdinandt, C. De My, Jules De Metsenaer, P. Lippens, P. Lippens, P. Stoens, Artuur Nobus, Leop. Allemeersch, Cornelius Madoe, Weduwe Dhondt, Joannes Allemeersch, Celestin Loontjens, C. Staelens, A. De Love, E. Baere, Frans Steenkiste, P. Madou, Thomas Mouton, Jan Decandt, Lowie Gobijn, Karel vanden Broucke, L. Madoe, Deonis Vandamme, P. Caere, Van Landuyt Arthur, Eduard De Pover, Frans Timmerman.

Als reactie op het schriftelijk verzoek van de huisvaders van den Hoorn vond ik een brief van E.H. P. VanderMeersch, pastoor deken van O.L.V., gedateerd: Brugge, 31 Jan. 1911:

“Aan zijne Doorluchtige Hoogweerdigheid Monseigneur den Bisschop van Brugge”.
Monseigneur,
Ik heb de eer uwe Hoogweerdigheid de hierbijgaande aanvraag toe te sturen, welke de Eerw. Heer Pastor van Moerkerke mij heeft overhandigd, met uitdrukkelijke verklaring dat er geen haast bij was. Er zijn immers redens voor, en nog meer redens tegen.
Redens voor:
a) Het Klooster en het gehucht van den Hoorn zijn waarlijk omtrent één uur afgelegen van de parochiekerk.
b) De kranken en ouderlingen, alsook de kinders zouden gemakkelijker kunnen mis hooren op de zon- en verplichtende heiligdagen.
Redens tegen:
a) Er zou moeten gebineerd worden: want een pater van Brugge zou moeilijk daar geraken, en wie zou de kosten van vervoer en intentie of vergoeding dekken?
b) De mis zou maar ten acht ure kunnen gedaan worden; en ’t is wat laat dan voor de communie der zusters, kinders en kranken.
c) Van de duist bewoners, zoo gezeid, van den Hoorn, zijn er misschien wel 500 die zoo dicht of zelfs dichter van de parochiekerk wonen, als van den Hoorn (Kapel). Ook de mannen gaan liever naar het dorp.
d) De Kapelle der school is niet groot: ’t ware een groot en schadelijk werk, alle zondagen de schoolbanken van de lokalen nog te ruimen en ze open te stapelen. – En men heeft geen stoelen.
e) En de zaak, die reeds in ’t woord loopt, verwekt groote opspraak en opschudding in het dorp, bij de neringdoeners, en beknibbeling in de dagbladen.
f) Mijnheer de Pastor, die zulks niet begeert, en M. de Onderpastor, vinden geralig, dat men daar niet aan roeren zou vóór de gemeentekiezing.
Eene zaak vindt de heer Pastor wenschelijk, t.w., dat het H. Sakrament in het Kapelleken des Kloosters zou bewaard worden, ter aanbidding voor de Zusters en de Kinders; en dat er van tijd tot tijd, alle acht of veertien dagen, op een wekedag en niet ’s zondags, eene mis zoude gecelebreerd worden, omtrent 7 ure, voor de Communie der Zusters en der Kinders, die op de schoolbanken kunnen zitten, zonder verder moeite. Aanvaard, Monseigneur, de uitdrukking mijner rechtzinnige en eerbiedie hoogachting.”

De pastoor van Moerkerke was duidelijk geen voorstander van de nieuwe parochie. Tussen de regels lezen we ook dat de neringdoeners van het dorp er niet gelukkig mee waren. Het dossier kreeg zo ook een politiek tintje en lag te gevoelig, zo dicht bij de gemeenteverkiezingen van 1912. De kwestie werd ook al aangeraakt in de dagbladen. Het zou zeker interessant zijn om deze zaak verder uit te spitten. Wat is er verder nog allemaal gebeurd in de lange periode tussen de brief van 1911 en de stichting van de parochie in 1947?

De oprichting van de parochie Sint-Rita

Ronny Debbaut

't Zwin Rechteroever
2003
03
002-006
BV
2025-01-24 11:05:53