☰ Extra

Moerkerkse straatnamen: Algonquin– en Ontariostraat

Denis Raman

2025 01 23 114803

2025 01 23 114842De Algonquinstraat loopt parallel met de Schip- donkvaart en verbindt de Nieuwdorpstraat met de Visserstraat en de brug naar ‘t Molentje. Die wijk ligt aan de overzijde van de vaarten.

De Ontariostraat is een doodlopende zijstraat van de Algonquinstraat en dateert pas van 2016. De Al­gonquinstraat heette tot na de Tweede Wereldoor- log Vaartstraat en is zo oud als de vaarten. Eerst werd rond 1843 het Leopoldkanaal gedolven. De brug naar ‘t Molentje kwam in het midden tussen de Nieuwdorpstraat en de Visserstraat - beide stra- ten werden onderbroken - en de Visserstraat werd omgeleid naar Molentjesbrug. Vanaf de Nieuw­dorpstraat kwam een eerste Vaartstraat. Dat straatje werd naar het zuiden verlegd toen in 1858 het Schipdonkkanaal gedolven werd.

Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de Vaartstraat een nieuwe naam verwijzend naar het Algonquinre- giment dat hier slag leverde. Ontario is de Canade- se provincie waar dat regiment is gevestigd.

Foto van de gedenkplaat uit Canadees graniet die veteranen van het Algonquinregiment in 2010 lie- ten plaatsen. De plaat staat langs de Leopoldsvaart Oost, naast het oorlogsmonument dat alle gesneu- velden van de slag om ‘t Molentje eert: Canadezen, Duitsers en burgers. Jaarlijks wordt er op de zon- dag na 13 september een plechtigheid met bloe- menhulde gehouden. Dit jaar gaf Marie-Therese Provoost een beklijvend ooggetuigenverslag

2025 01 23 114945Links: voormalig bestuurslid Wil- fried Morre houdt de vlag vast die Jack Patterson, voorzitter Algon-quin Veteranen Parry Sound uit Ontario aan Moerkerke schonk. Patterson sprak toen deze woor- den: Vandaag schenken wij u deze vlag van het Algonquin Regiment die in 2008 boven onze lijst der gesneuvelden heeft getreurd, als een diepgekoesterd aandenken aan de burgers van Moerkerke en om- streken. Algonquinveteranen en burgers van de Leopoldvaartomge- ving hebben levendige herinnerin- gen aan de gebeurtenissen die zich tijdens deze slag hebben afgespeeld en zullen het verhaal van de over- steek van het Leopoldkanaal en de prijs die werd betaald voor de vrij- heid van onze Belgische broeders en zusters blijven doorgeven aan de overlevenden. Het is om hen te eren die hun leven gaven of op een andere manier hebben geleden dat we vandaag de burgers van Moer¬kerke en omliggende gemeenten langs het Leopoldkanaal deze vlag van het Algonquin Regiment ten geschenke geven.

2025 01 23 115007De middelste foto toont de Algon- quinstraat met de Canadese leraar John Hetterington die om de twee jaar zijn hogeschoolstudenten naar ‘de slag om ’t Molentje’ brengt.

2025 01 23 115053De onderste foto beeldt een speld af met het wapen van het Algon- quinregiment. De esdoornbladeren en het woord Canada verwijzen naar het dienen van Canada en de kroon naar de Britse kroon [Canada maakt deel uit van de Commonwealth]. De elandstier staat symbool voor de regio Onta¬rio waar het regiment ontstond. THE ALGONQUIN REGIMENT is de naam van het regiment en NE -KAH-NE-TAH is het motto. Het betekent Laat ons leiden (Let us lead). "We Lead, Others Fol¬low" (Wij leiden, anderen volgen) is de titel van het marslied van het Algonquinregiment. 

De naam Algonquin

Het Algonquinregiment, dat gesticht was in Ontario, Cana­da in 1900, noemde zich in 1903 naar de Algonquin. Deze indianenstam (zie foto) leefde in zuid Quebec en oost Onta­rio. Het regiment rekruteerde ook bij de autochtone bevol- king. In de Tweede Wereldoorlog dienden vele Algon- quinindianen bij het gelijknamig regiment. Vandaag zijn er nog zo’n 8000 indianen die afstammen van de Algonquins. Ze leven in 9 gemeenschappen in Quebec en een in Ontario. Nog zo’n 3000 Algonquins spreken de locale taal, het Al­gonquin. In de ruime betekenis slaat Algonquin ook op het geheel van verwante indianentalen van heel Noord- Amerika; om verwarring te voorkomen is het beter voor de taalfamilie Algonquian te gebruiken. In Ontario is er ook het Algonquin Park, een Provinciaal natuurpark met prach- tige meren vernoemd naar de indianenstam. (nvdr)

Het Algonquinregiment in WOII

Na 2 jaar training in Canada scheepte het Algonquinregi­ment op 10 juni 1943 in voor Engeland. De 4.500 man, allemaal vrijwilligers, maakten deel uit van 10de Canadese Infanteriebrigade van de Vierde Canadese Pantserdivisie (Fourth Canadian (Armoured) Division). Een maand na de landing op Normandie op 6 juni 1944 zette het Algonquin­regiment voet aan wal op Juno Beach. Bij hun eerste treffen met de Duitsers in de ‘Zak van Falaise’ op 9 augustus ver- loor het regiment 128 man en 47 tanks. Van 31 augustus tot 8 september rukte het snel op naar Belgie, maar op de 8ste werd aan het kanaal Gent-Brugge in Moerbrugge de hele dag gevochten met zware verliezen. Op de 10de kon het ka­naal worden overgestoken. Op de 13de mislukte de over- steek van het Schipdonk- en Leopoldkanaal.

Op 13 en 14 september 1944 voerden de Algonquins een aanval uit over het kanaal en vestigden een fel bevochten bruggenhoofd in de wijk het Molentje. Een hevige tegen- aanval door sterke en ingegraven Duitse troepen aan de overzijde van het Leopoldkanaal dwong hen zich terug te trekken over het kanaal. De Algonquins betaalden een zwa- re tol in bloed voor deze heldhaftige onderneming. Ze ver- loren 8 officieren en 145 onderofficieren en soldaten: do- den, gekwetsten, krijgsgevangenen en vermisten.

De Slag om het Molentje vertraagde de geallieerde opmars. Pas een maand later zouden de Canadezen het Leopoldska- naal definitief oversteken bij Stroobrugge (Maldegem). Na de bevrijding van Zeeuws-Vlaanderen begin november 1944 ging 

het Algonquinregiment verder noordwaarts met de Vierde Divisie en leverde een reeks veldslagen voor de noordkust van de Schelde, die uiteindelijk leidde tot de moeizame bevrijding van Steenbergen op 8 november. Tot februari 1945 rustte het Algonquinregiment nabij Steenber- gen: deze periode werd bekend als de "Winter War" (november 1944 - februari 1945). Vervolgens namen ze deel aan Operatie Blockbuster, een onderdeel van het Rijnlandoffensief. Bij het staakt het vuren was het Algon¬quinregiment net voorbij Rastede in het noorden van Duits- land. In januari 1946 bedroeg het dodental van het Algon¬quinregiment 65 officieren en 1235 andere soldaten. Een derde van de 4500 vrijwilligers die in 1943 in Canada in- scheepten was gesneuveld.

2025 01 23 115113www.wwu.edu/skywise/indian/algonquin.jpg & www.native- languages.org/algonquin.html

Het strategisch belang van de Slag

De Slag om het Molentje speelt een beslissende rol in de bevrij- dingsfase van de Tweede Wereldoorlog. Na de landing op Nor¬mandie op 6 juni 1944 konden de geallieerden vanaf eind augus¬tus snel oprukken in het noorden van Frankrijk. Begin septem¬ber bevrijdden ze het grootse deel van Belgie. Veldmaarschalk Montgomery wou van dit elan gebruik maken om verder door te stoten naar het Ruhrgebied, naar het hart van de Duitse oorlogs- industrie. Op 17 september mislukte echter het plan om in Arn¬hem de Rijn over te steken.

Ondertussen was nagelaten een breed front te vormen: Belgie was al op 4 september bevrijd, behalve het noordwesten. In het gebied ten noorden van het Schipdonk- en Leopoldkanaal en in Zeeuws-Vlaanderen boden de Duitsers onverwacht hevige weer- stand. Hiltler had persoonlijk opdracht gegeven om "mit allen denkbaren Mitteln die Westerschelde zu sperren". Ze moesten kost wat kost de linker Scheldeoever behouden. Daarom misluk¬te de poging om in de nacht van 13 op 14 september in Moer- kerke de afleidingsvaarten over te steken. De bloedige Slag om het Molentje duurde 17 uur. Het Algonquiregiment leed 153 verliezen aan doden, gekwetsten en vermisten. Pas op 6 oktober konden de Canadezen in Stroobrugge definitief het Leopoldka- naal oversteken. Het duurde nog tot 3 november voor de hele streek bevrijd was.

Door deze vertraging van de opmars kon de haven van Antwer¬pen, die intact in handen van de geallieerden was gevallen, niet gebruikt worden. Materiaal en manschappen moesten nog steeds aangevoerd worden vanuit de Normandische havens. Pas 2 maanden later, na het ontmijnen van de Schelde, konden de eerste schepen opvaren. Bovendien was het Duitse 15de leger met 75.000 man met al hun zwaar materieel over de Schelde geevacueerd en kon het deelnemen aan de slag om Arnhem.

Terecht stelt Karel Aernauds in zijn boek Waar de rode klap- roos bloeit dat als het Algonquinregiment er wel in was ge- slaagd bij Moerkerke het Schipdonk- en Leopoldkanaal over te steken, dan had het 15de Duitse leger niet geordend over de Schelde kunnen ontsnappen en minder slag kunnen leveren bij Arnhem en dan was de Schelde eerder bevrijd en de Antwerpse haven eerder ontsloten geweest. Kortom, zonder de Slag bij het Molentje had de Tweede Wereldoorlog een andere wending gekend. (nvdr)

2025 01 23 115129Majoor Cassidy (rechts) bij een herdenking van de slag om ‘t Molentje.
De majoor stond aan het hoofd van de compagnie A die het bruggenhoofd moest aanleggen. Hij schreef in 1948 de lotgevallen van het regiment in WOII: Warpath: The Story of The Algonquin Regiment. Toronto.

De Slag om ‘t Molentje

2025 01 23 115145Na een oppervlakkige verken- ning dachten de Canadezen dat de vijand weinig weerstand zou bieden, maar de Duitsers hadden alle bruggen opgeblazen, de spit- se kerktoren beschoten opdat de geallieerden hem niet als uitkijk- post zouden gebruiken, verster- kingen aangevoerd en de kust- batterijen van Heist tot Cadzand, die voordien op zee waren ge- richt werden omgedraaid, klaar om de kanalen te beschieten.

Op 13 september staken om 21u30 vier Canadese compagnies van elk 90 man over met canvasbootjes. De A compagnie o.l.v. Majoor Cassi­dy, plaatste zijn commandopost in de maalderij Maurice Provoost. De B Compagnie leed aanzienlijke verliezen, maar slaagde er toch in haar positie bij het kruispunt Damweg - Molentje, de smidse Van Wonterg- hem te bereiken. Bij C en D liep het na de oversteek mis door foute orientering, gebrekkige radioverbinding maar vooral door de onver- wacht felle Duitse tegenstand. De C compagnie zag een rij knotwilgen loodrecht op de vaart aan als de bomenrij op de Damweg die zij vol- gens het plan hadden moeten bereiken. D stootte door tot de Damweg, maar kon geen aansluiting vinden met B. Daardoor bezetten de Cana­dezen niet de hele Damweg en bleef er een gevaarlijke bres van 150 m breed. Daarlangs zouden later Duitse versterkingen infiltreren.

Tegen middernacht oordeelde Majoor Cassidy dat de Genie mocht beginnen met de brugbouw. Constant laaide een hels vuur van Duitse mortieren, kanonnen en zware kustbatterijen. Het raakte ook de dorpskern van Moerkerke. In ‘t Molentje was de ravage compleet. De doodsbange burgers zaten biddend in hun kelders. ‘s Ochtends slopen Duitsers door de bres langs de Damweg. Al snel werd man tegen man gevoch- ten. De Duitsers kregen van alle kanten versterking; de Algonquins niet. Hun munitie raakte op want de bevoorrading kwam niet door het vijandelijke precisievuur.

Rond 11u30 werd de positie Damweg- Molentje opgegeven en trokken de Algonquis zich kruipend door grachten en huizen terug in een halve cirkel bij de brug. Tegen de middag kwam het bevel om de vaarten terug over te steken. Bij ge- brek aan voldoende canvasbootjes, zwommen velen over. De balans aan doden, gewonden en vermisten was zwaar: 8 officieren, 145 on- derofficieren en soldaten op een totaal van 360 man. De Algonquins kunnen er trots op zijn dat ze hebben gestreden tot het bevel tot terug- trekking kwam. Zij zijn niet op de vlucht geslagen ondanks de Duitse overmacht

Moerkerkse straatnamen: Algonquin– en Ontariostraat

Denis Raman

't Zwin Rechteroever
2018
04
006-009
BV
2025-01-23 11:58:03