Melkvoerders in de periode na de oorlog 1940 -1945 in Sijsele
Romain Verniest
In onze gemeente was er geen melkerij. In onze randgemeenten wel. De familie Maes uit Oedelem had er drie onder de naam 'Sint Marie': één te Oedelem, één te Maldegem met een kaasmakerij en één te Zomergem waar men ook boter maakte.
Moerkerke had ook zijn melkerij onder de naam 'Stoommelkerij Sint Dionisius' die gesticht werd in 1934 met als directeur, de toen 24 jarige Omer Martens. Bij de start van de melkerij stond er een stoommachine voor de aandrijving van de transmissieassen die op hun beurt de verschillende machines aandreven.
In 1943 werd een tweede stoommachine met stroomgenerator bijgeplaatst om niet meer afhankelijk te zijn van het stroomnet dat regelmatig uitviel. Dat was voor de koelinstallaties in de melkerij rampzalig. Ook de waterpompen die in de Waterhoek stonden, die dienden om Moerkerke dorp droog te houden, vielen dan stil. Maar de melkerij was de redder in nood. De elektriciteitsmaatschappij EBES liet een noodleiding van de melkerij naar het pompstation aanleggen. Gezien de grote activiteiten in de melkerij rond de middag afgelopen waren kon men in de namiddag stroom leveren om te pompen.
In de melkerij werd een groot gamma van 7 producten gemaakt: melk in flessen, chocomelk, yoghurt, boten en in de oorlogsperiode ook smeerkaas.
Later kwam er in Wingene een coöperatieve melkerij waarvan de boeren de voornaamste aandeelhouders waren. Er werd daar ook kaas gemaakt.
Voor de aanvoer van de melk naar de melkerij werd beroep gedaan op melkvoerders die met paard en wagen de melk bij de boeren ophaalden. De boeren moesten zeer vroeg opstaan om de koeien te melken zodat de melkkruiken tijdig aan de oprit van hun hoeve zouden staan.
Vanuit de Boerenbond werd er een melkcontroledienst opgericht. Normie Van Poucke en Constant Wildemauwe uit Sijsele waren er van in het begin bij. Maandelijks werd er onaangekondigd twee of drie maal per dag melkcontrole gehouden bij een boer. De melk werd per koe gewogen en er werd een melkstaal genomen. In het labo onderzocht men de melk op vet -en eiwitgehalte en eventuele ziektekiemen.
Later, met het opkomen van de melktanks die de boeren op hun boerderij plaatsten kwam er een einde aan het ophalen van de melkkruiken. Het ophalen gebeurde nu met een melkwagen van de melkerij. De voorraad melk van enkele dagen werd rechtstreeks in de tankwagen gepompt. De ophaler nam ook regelmatig melkstalen mee voor verder onderzoek. Heden ten dage gebeurt dat automatisch bij het overpompen van de melktank.
Hier volgt een lijst van de melkvoerders na de tweede wereldoorlog.
Voerders naar de melkerij van Moerkerke: Jerome en Ferdinand Desoete, toer Doornstraat (Calleshoek), Marcel Lonneville, Jules Lonneville, Louis Lonneville, Prudent Boesens, Michel Vandenbon en Edward Coene, Georges Van Poucke
Voerders naar de melkerij van Oedelem: Albert Jonckheere, Henri Vermeulen, Roger Vermeulen
Voerders naar de melkerij van Wingene: Cyriel Mus, Gerard Van Nevel, Albert Neyt
Bronnen:
- René De Gruytter en eigen archief
------------------------------------------------
Bij deze nodigen wij U uit op de inhuldiging van het nieuwe kapelletje aan de Middelburgse steenweg te Moerkerke.
(aan de hoeve Roels-Wittewrongel, richting Den Hoorn)
De inhuldiging gaat door op zaterdag 05 oktober e.k. om 15.00 uur.
In de nabijheid ervan stortte op vrijdag 05.04.1957 een militair vliegtuig neer en kwam de piloot Werner Marreyt om het leven. Toen werd er een kapelletje op de plaats van het ongeval geplaatst. Later werd deze verplaatst naar waar we nu het nieuwe kapelletje hebben geplaatst (zie artikel Nieuwsbrief 06 van december 2001). Daar het kapelletje werd vernield, hebben wij het op ons genomen om er een nieuw te plaatsen.
Wij hopen U op deze dag te mogen verwelkomen.