Het kasteel van Moerkerke ten tijde van Karel van Sint-Omaers
Jacques De Groote
In de staat van goederen, die na de dood van Karel van Sint-Omaars, op 12 februari 1569 ns, in opdracht van zijn weduwe Anna d'Oignies werd opgemaakt en aan de erfgenamen werd voorgelegd, staat het leen met het kasteel te Moerkerke als volgt beschreven:
vng fief tenu de sa Ma^te a cause de sa court du bourg de bruges comprendant en grandeur cent huit mesures de terres peu plus ou moings gisans en la paroiche de moerkcrcke avecque vng chastel bassecourt daues cingles jardins a jolitez boghaerts et aultres appartenances Et . ces appelle de toute anchienete la seigneurie de Moerkercke combien que le proprietaire dudict fief ny a nulle jurisdiction Sur lequel fief de Moerkercke es gisqute chastelrie auecque aultres maisonnages et jardin ds aergiers
Auquel fief est annexe et vniee vngne belle et grande maison gisant en la ville de bruges appellee anchienement Ryckenburg et est la maison en laquelle ledict feu S^r estant a bruges tenoit sa residence auecque trois aultres petites maisons et vngne porte de deriere y appartenant / chargee ladicte maison anchiennement des rentes heritables et perpetuelles qui sensuiuent / A scauoir a lescolatre de St Donaes en bruges xj s xj d gros xviij m Au cure de lesglise de st gilles en bruges viij s ix d gros vij m A la chappelle de st Jehan baptiste en lesglise de nostre dame xij d / a la chappelle de confrerie de nostre dame au beginaige en bruges vij s iiij d gros A la chappelle de st nicolai en lesglise de st gilles vij d gros x m A lobedience de st donaes ij d gros xviij m a la chapelle de st anne en lesglise de st saulueur en bruges v d gros xij m
Dudict fief et seigneurie de moerkercke sont tenuz et mouuans vingte cincq arrierefiezf selon le registre en faisant mention /
Le proprietaire dudict fief de moerkercke a droict de la denomination de cincq poures enffans aux deux escoles des poures de la ville de bruges asscauoir de trois garsons en lescolle des boghaerts et deux fillettes quant le cas y eschietselon la teneur des liures sur ce despescees /
Van dit leen hingen toen 25 achterlenen af. Daarnaast bezat hij te Moerkerke nog drie andere lenen, namelijk de volière, zwanerij en visserij van het ambacht Moerkerke, het ammanschap van Moerkerke met het waterschoutetenschap, en het leen van Upschote. Deze lenen had hij geërfd van Anna van Praet, zijn moeder.
Het kasteel van Moerkerke zelf wordt beschreven als:
lhostel et chastel que auoit ledict S^r en la paroiche de Moerckercke auecque les bassecourt hayes chaingles jardins a jolytez et des jardins auecques darbres fruycts portans et bois montans
Het kasteel was omwald. Er hoorde ook een neerhof bij, ook omringd door een walgracht. Er was ook een kruidtuin en een boomgaard¹ bij het kasteel, beide omringd door doornhagen. De kruidtuin (jardins a jolitez) werd door Karel aangelegd en was toen een der belangrijke Renaissancetuinen van onze streken. Na Karels dood verdween deze kruidtuin.
Op de noordwest hoek van het neerhof stond een poortgebouw, ten westen van de poort. Aan de oostzijde van de poort stond er een woonst, bestaande uit twee kamers, gedekt met een schaliedak. Daaraan stond ten oosten een washuis, bestaande uit een kelder en een kamer, gedekt met tegels. Daaraan stond ten oosten de paardenstallen, gedekt met strooi. Daaraan stond er nog een stal voor schapen, kalvers en hoenders. Op de noordoost hoek stond het wagenhuis. Aanpalend stond er op de oostzijde van het neerhof een grote schuur. Al deze gebouwen stonden met hun fundering aan het water van de singel. Achter de schuur, over de walgracht stond er een 'aisements'huis.
Tussen de brug van het kasteel en de poort op het neerhof lag er een kasseiweg. Op het neerhof stond er een grote linde met een bank eronder.
Aan de zuidzijde van het hof lag er een brug over de wal om naar de kruidtuin te gaan. Ook aan de westzijde was er een brug, waarbij er nog een 'aisements'huis stond. Bij deze brug stond er ook een klein huisje met schalies gedekt, waarin water werd gedistilleerd. Aan de oostzijde van het hof stond er een klein huisje met een pomp, ook met schalies gedekt, en op de noordoost zijde stond een huisje, met strooi gedekt, en een pothuis.
Buiten de omwalling stond rechtover de kerk de grote herberg, met paardestal en hofstede. Er stond ook nog een klein huisje, waar de wagenaar van de heer van Dranouter in woonde.
Op het neerhof stonden er tweehonderd en vier olmen, op het schuttershof van de herberg honderd zeventig en een populier en langs de dreef buiten het hof aan de oostzijde van het kasteel stonden er honderd vijf en twintig olmen en twee linden.
Hoe het kasteel zelf eruitzag weten we niet exact maar uit de beschrijving in de staat van goederen hebben we toch een goede kijk op de zaak.
Op de gelijkvloers was er een inkomzaal, een gaanderij, een grote en een kleine zaal, een keuken, een bottelarij. Onder de bottelarij was er een kelder. Er waren ook twee slaapkamers met garderobe². Een van de slaapkamers was die van Karel zelf. In de garderobe van zijn slaapkamer, hield hij zijn cabinet³. Naast de kleine zaal had Anna een eigen cabinet.
Op de eerste verdieping waren er nog slaapkamers. Er was er een boven de slaapkamer van Karel, een boven de andere slaapkamer, een boven de kleine zaal, een boven de bottelarij, een boven de keuken en twee boven de grote zaal. Op de tweede verdieping was er een kamer voor de knechten, een linnenzolder en nog een andere zolder.
Karel was een rijk man. Zijn kasteel straalde dan ook rijkdom uit. De meeste plaatsen waren behangen met wandtapijten. Zo vinden we in de kleine zaal een wandtapijt uit 10 stukken; in de kamer ernaast hingen er 5 grote en 4 kleine stukken wandtapijt met verdures. In de kamer boven die van Karel hingen er ook 7 stukken wandtapijt met verdures; in de kamer boven die naast de kleine zaal 9 grote en een klein stuk met mannen en vrouwen erop. In de garderobe ernaast waren er 4 kleine wandtapijten met de gevierendeerde wapens van Gistel. In de kamer boven de kleine zaal waren er 2 stukken wandtapijt. In de eerste kamer boven de grote zaal hingen er 7 stukken wandtapijt uit Parijs.
Ook het tafellinnen was rijkelijk aanwezig. Onder andere vinden we in de lijst 7 damasten tafellakens, 10 uit Venetië, 5 uit Padua, allen met bijhorende servetten. Er staan nog 84 tafellakens en 42 dozijnen servetten ingeschreven; ook 11 buffetlakens.
Karel bezat een bibliotheek met boeken in het Frans, het Latijn en het Grieks. Zijn Latijnse en Griekse boeken liet hij na aan Charles de Lescluse (Clusius). Een der Franse boeken was er een met de ridders van de Orde van het Gulden Vlies.
In het cabinet van Anna hingen er verschillende schilderijen⁴. Het is ook in haar cabinet dat de boeken met aquarellen van planten en dieren, die zich nu te Krakau bevinden, werden bewaard⁵. In de gaanderij hingen er 4 landkaarten.
Op het kasteel van Moerkerke was er geen kapel. Er was wel een kapel in het huis Ryckenburg te Brugge. In deze kapel stond er een altaar met een schilderij van de Heilige Drievuldigheid. Te Moerkerke was wel alles aanwezig om er de mis te lezen.
In de tuin was er ook een kleine zoo. Karel bezat, buiten hoeverdieren, ook 8 zwanen, 4 pauwen, 3 fesanten, 2 Afrikaanse kippen, een arend, een beer, 7 hertsen, een ooievaar en verschillende kleine vogels.
Na Karels dood bleef Anna te Moerkerke wonen. Na haar dood ging het kasteel naar Cornelius van Moerkerke en diens zoon Maximiliaan. Deze laatste moest het leen later verkopen. Het werd eerst door Jan Lauwers en in 1587 door Clement de Castillo aangekocht. Deze laatste liet onderhouds- en verbeteringswerken aan het kasteel uitvoeren⁶.
Voetnoten
- Het wegeltje dat nu nog bestaat, gelegen tussen het kasteel en de Nieuwdorpstraat en dat vertrekt uit de Middelburgse steenweg, Boomgaard genoemd, geeft ons een aanwijzing van waar de boomgaard toen lag.
- Kleine kamer, aanpalend aan een slaapkamer.
- In de 15de eeuw hielden de heren er een cabinet of Wunderkammer op na.
- Het aantal is niet gespecificeerd.
- Daar er in de staat van goederen duidelijk staat dat het cabinet van Anna haar eigendom blijft, kunnen wij ons hier dan ook afvragen wat er met de aquarellen is gebeurd?
- RAB, Jezuïten, 2374.