☰ Extra

De maangezellen

Guido Vermeersch

Ongeveer tachtig jaar geleden besloten enkele gemeente-onderwijzers uit de landelijke gemeenten ten oosten van Brugge regelmatig bijeen te komen. Een eerste keer gebeurde dat op een afgestelde heiligdag - die toen een verlofdag was- bij Richard Schutyser te Oostkerke. Waren nog aanwezig: Paul Ketele en Jozef Bostoen uit Westkapelle, René Van Steene uit Ramskapelle, de gebroeders Raymond en Paul Vandenberghe uit Damme, Medard Cosyn uit Hoeke, Jules Bostoen en Julien Bulcke uit Moerkerke en Antoon Vermeersch uit Lapscheure.

Er werd een bezoek gebracht aan de tuin en de klas: René Van Steene zonderde zich daarna af met de twee jongsten Paul Vandenberghe en Antoon Vermeersch; hij hield voor hen een geestelijke lezing. Stel u voor: op een verlofdag luisteren naar zo'n lezing. Er waren andere leuke dingen om te doen. De bijeenkomst op een afgestelde heiligdag heeft niet lang bestaan, en die geestelijke lezing evenmin. Er werd voorgesteld om te vergaderen op een donderdag, in de week van de volle maan, na schooltijd. In de periode van de volle maan is het meestal goed weer. De gezellen kwamen toen met de fiets, en van Lapscheure naar bijvoorbeeld Ramskapelle en terug, op meestal slechte wegen, was dat een hele karwei.

Hoe verliep zo'n bijeenkomst?... De eerste die aankwam was René Van Steene. Als hij binnenkwam zegde hij: "Mevrouw, doe maar rustig voort; ik zal een beetje piano spelen." Dat duurde tot de volgende aankwam. Van zodra iedereen aanwezig was, ging men aan tafel. Na een kort gebed werden koeke- en krentenbrood met koffie voorgezet. Sober en toch feestelijk. Wanneer de tafel afgeruimd was, bracht de gastheer bier, sigaren en spekken. Sigaren roken was toen nog teken van standing.

De dagorde werd niet officieel samengesteld. Maar het verliep als volgt: eerst de politieke toestand in het land. Die werd gewoonlijk ingeleid door Paul Ketele; die was goed op de hoogte, want lid van de katholieke verenigingen. Daarna kwam het onderwijs aan de beurt, waaraan iedereen deelnam. Een volgend punt was: de actualiteiten van de dag. Reeds om negen uur stond de koster-onderwijzer van Ramskapelle op, nam nog een snoepje voor onderweg, wenste iedereen goedenacht en vertrok met zijn fiets met carbure-lamp naar huis. Om tien uur vertrokken ook Paul Ketele en Jules Bostoen. Toen bleven alleen nog de jongsten over die meer leuke onderwerpen naar voor brachten. Maar om elf uur keerde ook de laatste maangezel huiswaarts.

In de jaren zeventig kwam er een nieuwe generatie. De "oude garde" had het stilaan laten afweten: ofwel gestorven, ofwel om gezondheidsredenen afgehaakt. Uit Ramskapelle kwam Louis Proot, uit Oostkerke Georges De Bruycker en Georges Timmerman, Antoon Noë uit Damme, Maurice Van Damme, Antoon Verminck en later Denis Raman uit Moerkerke, André Stubbe en later ook Louis Thiel uit Westkapelle, Jerôme Slembrouck uit Dudzele en Guido Vermeersch uit Lapscheure. Iedereen kwam per auto. Er moest geen rekening meer gehouden worden met volle maan, maar de naam bleef. Vermits een vereniging altijd een voorzitter heeft, kozen wij Maurice Van Damme, omdat die over velerlei onderwerpen smakelijk kan vertellen, André Stubbe was de ondervoorzitter; een secretaris was er niet nodig, want statuten hadden we niet en we hoefden ons geen zorgen te maken over geld, dat was er ook niet. Op zo'n bijeenkomst in 1962 heeft Georges De Bruycker eens in kernachtige bewoordingen, doorweven met humor en doorspekt met spreuken uit de bijbel, van ieder van ons als het ware een portret geschilderd. Die toespraak werd op magneetband vastgelegd.

Vanaf die periode werd het avondmaal aangepast: rijkelijk voorzien van brood met kaas en ham, verschillende soorten groenten maar ook nog het traditionele koeke- en krentenbrood. Bij feestelijke gelegenheden, bvb. bij een oppensionstelling, kwam er al eens een glas wijn op tafel. Later werden de gezellen met hun dame, bij het huwelijk van de kinderen, of ook bij een 50-jarig huwelijksjubileum, uitgenodigd naar de receptie,. Ondertussen haakten Georges De Bruycker, Georges Timmerman en Antoon Noë om uiteenlopende redenen af. André Stubbe en Antoon Verminck zijn overleden. Nadat ook de jongste(?), Denis Raman, met pensioen ging, konden de bijeenkomsten op een willekeurige dag en tijdstip gehouden worden. En om het nog gezelliger te maken komen nu de dames mee.

De beurtrol bestaat nog altijd. Op een namiddag die voor iedereen schikt, maar niet in december, januari, februari, juli en augustus, komen wij nu om halfdriesamen voor de koffie met taart. Daarna kan er gezellig gepraat worden bij een drankje en een snoepje. Om 7 u. keert iedereen huiswaarts.

Na al die vele jaren willen wij best de traditie voortzetten. We kijken er steeds naar uit. Misschien zit er ook een beetje nostalgie in. We praten over vroeger, toen we allen jong waren, jong van hart, jong van leden. We koesteren onze herinneringen. We kennen elkaar; we leven mee; we kennen eenieders problemen, elkaars gelukkige momenten: de kinderen, de kleinkinderen, zelfs de achterkleinkinderen. Er zijn ook de droevige momenten: iemand verliezen, gezondheidsproblemen. En toch kunnen we zeggen: NIET OUT.

Komen er na ons nog maangezellen? Het zullen in ieder geval geen gemeente-onderwijzers zijn. Want de gemeentebesturen zijn sinds enkele decennia hun scholen liever kwijt dan rijk; eerst kwam Hoeke aan de beurt, dan Lapscheure, Oostkerke, Ramskapelle en ook Moerkerke.

Deze gegevens werden voor het eerst samengebracht rond 1970 door mijn Vader, Antoon Vermeersch en in 2002 door mij herwerkt en aangevuld.

De maangezellen

Guido Vermeersch

't Zwin Rechteroever
2002
02
007-009
BV
2025-01-21 11:26:47