☰ Extra

Jo' Charles van Sint-Omaers, heere van Dranoultre, Moerkerke, etc.

Jacques De Groote

In 1525 huwde Anna van Praet, dochter van Karel en Passchine van Halewyn en erfgename van het kasteel en de domeinen van Moerkerke, met Josse van Sint-Omaers, heer van Moerbeke, Dranoulter, etc., zoon van Charles en Marguerite de Bailleul. Zij kregen een zoon, Charles (1533-1569), en een dochter, Jehanne.

Charles huwde met Françoise de Blois, gezegd Treslong, en na haar dood met Anne d'Ongnies, dochter van Claude en Jacqueline Maillet. Hij stierf kinderloos op 12 februari 1569.

In de omloper van Moerkerke-Noord-over-de-Leye uit 1565 staan zijn bezittingen in Moerkerke, waaronder: "Jo'. Charles van S'. Omaers heere van Dranoultre ende Moerkercke etc". by verstervuenesse van Jo°. anna van praet zyne Jo°. moedere ande westzyde daeran / mette westzyde an s'visscherswech ende zuudhende anden heerwech / metten houe ende casteele ende de groote herberge daervp staende ende es t'hof van Moerkercke metten houijingen ende boomgaerden daer vp staende ende es t'hofleen van Moerkercke xix gemeten j lyne xxvij roeden"

Hier lezen we dat het kasteel toen omgeven was door houijingen ende boomgaerden. Een deel van deze hovingen bestond uit een kruidentuin. Charles, die eerst een militaire loopbaan had gekozen, kwam op het einde van zijn leven in Moerkerke wonen en legde er zich toe op plantkunde. Hij was zeer ziek geweest en in deze moeilijke periode was een van zijn kennissen Charles de l'Escluse – Clusius – geweest, een van de drie grote botanici uit onze streken (Dodoens, Lobelius, Clusius). De Florentijn Ludovico Guicciardini vermeldde in zijn beschrijving der Nederlanden, naast de tuin van de Antwerpse apotheker Peter van Coudenberghe, ook die van Charles van Sint-Omaers.

Charles legde zich niet alleen toe op het aanleggen van een kruidentuin, maar stelde ook een collectie geaquarelleerde botanische illustraties samen, die voor de periode enig was in haar soort: de Centuriae plantarum rariorum.

Voor het vervaardigen van deze collectie had hij kunstenaars in dienst, waaronder Jacob vanden Coornhuuse, die Brugs poorter was en lid van de schildersgilde. Van hem zijn maar weinig werken gekend. Toch weten we dat hij in 1572 een altaarstuk voor de O.L.Vrouwekerk te Damme heeft geschilderd.

Vele illustraties van de collectie werden door Clusius, Lobelius en Dodoens als voorbeeld gebruikt voor het laten maken van houtblokken en voor het bepalen van de kleuren bij het drukken van hun kruidenboeken.

Wat is er met deze collectie gebeurd?

De verzameling werd na de dood van Charles aan de medische faculteit van Leuven geschonken om Vlaanderen te sieren en de geneeskunde te verrijken. In 1595 verwerft Karel van Arenberg de collectie, die hij liet uitbreiden en herschikken volgens de methode van Daléchamps. Later kwam de verzameling bij Daniel Weinman, kanselier van Kleef, terecht en vervolgens in de bibliotheek van Friedrich Wilhelm, keurvorst van Brandenburg en later koning van Pruisen. Deze bibliotheek lag aan de basis van de Koninklijke Bibliotheek van Berlijn, die in 1919 de Preussische Staatsbibliothek werd.

In de Tweede Wereldoorlog, tijdens de bombardementen van Berlijn in 1941, werd deze collectie, samen met andere handschriften, naar het kasteel van Fürstenstein in Silesië in veiligheid gebracht en in 1943 naar het Benedictijnerklooster van Grüssau. Na de oorlog bleef de verzameling in Polen en kwam in 1947 in de Jagiellonskabibliotheek te Krakau terecht, waar ze nu nog altijd gecatalogeerd staat onder de naam Libri picturati A16-31.

Deze collectie bevat 112 aquarellen van vogels, 36 van vissen en 28 van viervoeters. Het grootste deel van de verzameling (1409 aquarellen) bestaat uit planten. Ze kan als een der belangrijkste plantenverzamelingen uit de 16de eeuw bestempeld worden.

Tot in 1996 werd deze collectie de Clusiuscollectie genoemd, daar men dacht dat ze door Charles de L'Escluse was samengesteld. Helena Wille¹ toonde aan dat de collectie niet van Clusius maar wel van Charles van Sint-Omaers was. Dankzij haar is een deel van ons patrimonium terecht gekomen.

Buiten de collectie te Krakau en een plant die de naam van Charles heeft meegekregen, namelijk de Reynoutria of bruidssluier, is er nog weinig van deze humanist gekend. Misschien is het tijd dat wij er eens verder aan denken en proberen zijn naam in onze stad terug op te roepen door hem een plaats in het Litterair Museum te geven en een straatnaam in Moerkerke.

Nota:

  1. WILLE H., The discovery of the scientific heritage of Karel van Sint-Omaars. Scientiarum historia 22 (1996); De botanische belangstelling van Karel van Sint-Omaars in Moerkerke tijdens de 16de eeuw, in Uitgelezen bloemen, tentoonstellingscatalogus 15 nov 1997 - 10 jan 1996, De Biekorf, Brugge. Helena Wille werkt nu een doctoraatsthesis over het onderwerp af.

--------------------------------

Op 9 september is het weer Open Monumentendag, ook in Damme. Op die dag zal Michel vanden Brouck tekst en uitleg geven bij de wapenschilden van de poort van het kasteel van Moerkerke, die werden gerenoveerd.

Jo' Charles van Sint-Omaers, heere van Dranoultre, Moerkerke, etc.

Jacques De Groote

't Zwin Rechteroever
2001
03
010-011
BV
2025-01-17 15:49:50