☰ Extra

T ZWIN RECHTEROEVER

2025 01 15 131733NIEUWSBRIEF 'T ZWIN RECHTEROEVER VZW

December '00 Jaargang 1/2 Driemaandelijks VU: Michel van den Broeck P/a Kasteelstraat 7 8340 Damme

'T ZWIN RECHTEROEVER VZW

Verschijnt vier maal per jaar

Voorzitter

Michel van den Broeck

Bestuur

Denis Raman
Voorzitter Beheerraad

Jacques De Groote

Ronny Van Landschoot

Geert Van Poucke

Redactie en Vormgeving

Paul Gervoyse
Jacques De Groote

EDITORIAAL

Michel van den Broeck

Geachte lezer,

Ik wil U in dit en in volgend nummer respectievelijk twee basisdocumenten voorstellen, opgesteld op het Vlaamse Beleidsniveau. Onze werking zal zich ongetwijfeld in de toekomst hierbinnen situeren. Het eerste document is de beleidsnota Monumenten, Landschappen en Archeologie opgesteld door Vlaams Gemeenschapsminister Johan SAUWENS. Een tweede document -dat in het volgend nummer aan bod zal komen- is het Structuurplan, zijnde het Ruimtelijk Beleidsplan opgemaakt door het Vlaams gewest, de provincies en de gemeenten. Ik zal erover trachten een overzichtelijk beeld op te hangen van beide documenten en, daar waar het zich aandient, in schuine druk te wijzen op hun verband.

In dit nummer dus de beleidsnota Monumenten, Landschappen en Archeologie. Met deze beleidsnota wordt voor de periode 2000-2004 een meer concrete uitwerking gegeven aan de basisopties in het regeerakkoord. Ze geeft de grote strategische keuzes en opties van het beleid voor de duur van de regeerperiode weer.

Johan SAUWENS stelt: "Als nalatenschap van ontelbare generaties vormt ons cultureel, landschappelijk en archeologisch erfgoed het collectief geheugen én geweten van Vlaanderen." "... We hebben de onvoorwaardelijke plicht dit cultuurarchief integraal en respectvol te beheren. De toegenomen druk op de Vlaamse ruimte vormt een bedreiging voor deze culturele identiteit." "... De overheid heeft als plicht een geïntegreerd erfgoedbeleid op te zetten, dat op het integrale behoud van zowel de materiële als de immateriële aspecten van ons patrimonium gericht is. Met het Monumentendecreet van 1976, het Landschapsdecreet van 1996 en het Archeologiedecreet van 1993 is daartoe alvast het basisinstrumentarium voorhanden."

"Het voorbije decennium is de erfgoedzorg ten volle uit het defensief getreden om een belangrijke katalyserende bijdrage te leveren tot de duurzame kwaliteit van leef-, woon- en werkomgeving in Vlaanderen. Meer dan ooit staat de zorg voor ons cultureel, landschappelijk en archeologisch erfgoed vandaag voor een geïntegreerd, toekomstgericht en open beleid. De schrik voor het bevriezende effect van het beschermingsbeleid maakt hierbij plaats voor een kwalitatieve en hedendaagse omgang met onze ruimtelijke omgeving."

"Een integrale erfgoedzorg staat echter niet alleen voor de materiële instandhouding van ons cultuurpatrimonium, maar houdt ook in dat het via een actuele beleving zijn maatschappelijke relevantie behoudt." "De Vlaamse overheid is echter niet de enige protagonist in dit erfgoedbeleid. In het bijzonder de lokale besturen hebben aan deze zorg een complementaire invulling te geven."

"Het behoud van het architectuurpatrimonium is één van de opdrachten van de overheid. Van de ongeveer 20.000 beschermde monumenten, die Vlaanderen op basis van het reeds geïnventariseerd architectuurpatrimonium zou tellen, is nog niet de helft beschermd." "Een geactiveerd beschermingsbeleid dringt zich dan ook onvoorwaardelijk op. Indien het monumentenbeleid een kwalitatieve zorg voor de authenticiteit van het bouwkundig erfgoed tot doel heeft; dient op de eerste plaats een voorkomingsbeleid gevoerd."

"..het Vlaams bouwkundig erfgoed is voor tweederde geïnventariseerd. Deze inventarisatie moet in eerste instantie dringend, én dit uiterlijk tegen 2004, voltooid worden. Omwille van de arbeidsintensiviteit zal hierbij voor het inhoudelijke aspect beroep gedaan worden op externe ondersteuning."

SAUWENS onderscheidt in dit cultureel erfgoed: het wooncultureel en werkcultureel (industrieel) erfgoed; het kerkelijk erfgoed; het publiek (openbare burgerlijke architectuur zoals scholen, feestzalen, gemeentehuizen); het klein historisch erfgoed (funerair erfgoed vnl. kapellen maar ook veldkapellen en -kruisen en straatmeubilair allerhande); het militair erfgoed (militaire bouwkunst); het maritiem erfgoed (historische vaartuigen) en tenslotte het roerend cultureel patrimonium, voor zover het deel uitmaakt van beschermde monumenten.

Hij vervolgt: "Om de contextuele cultuurwaarden op een geïntegreerde wijze te beschermen en te beheren, wordt niet alleen het gebruik van het instrument van beschermde stads- en dorpsgezichten verder aangezwengeld, maar het instrument op zich ook gevaloriseerd. Eigenaars en gebruikers van een beschermd dorps- of stadsgezicht moeten er via een stimulerend beleid spontaan toe aangezet worden om de specifieke karakteristieken van hun respectieve dorps- of stadsgezicht in stand te houden."

"Eén van de belangrijkste beheersaspecten, zoniet hét belangrijkste, is de bestemming van het monument. Door het monument (opnieuw) te integreren in de samenleving wordt de instandhouding ervan het beste verzekerd. Het geeft het erfgoed een (maatschappelijk relevante) inhoud én het beschermt tegen teloorgang. Bovendien zorgt dit geïntegreerde behoud van de historische cultuurwaarden - tegen de om zich heen grijpende vervreemding in - voor een grotere leefkwaliteit binnen de vertrouwde omgeving. Dat dit niet altijd even gemakkelijk is moge blijken uit o.a. de instandhouding van de beschermde kerken tegenover een sterk afgenomen kerkbezoek. Ook de bestemming van het industrieel erfgoed (actueel 550 beschermde sites) is moeilijk. De overheid zal, door onder meer tussen te komen in het bestemmingsonderzoek, een beleid ontwikkelen dat hun eigenaars en beheerders terzake motiveert."

De waarde van een landschap wordt bepaald door de mate waarin het de drager is van de eigenheid en de geschiedenis van de streek, door de omvang en de kwaliteit van de natuurlijke elementen die het mee vorm en inhoud geven en door zijn schoonheid. Deze drie landschapsaspecten: cultuur, natuur en esthetiek vormen samen de belevingswaarde, de herkenbaarheid en tegelijkertijd de kwaliteit van een landschap. Deze kenmerken verhouden zich meestal als communicerende vaten. De kwaliteit van relatief gave landschappen vormt een niet te onderschatten troef voor een duurzame ontwikkeling van bepaalde regio's. Het natuur- en landschapsgericht toerisme, waarbij mensen vooral op zoek zijn naar rust, groen en authenticiteit, zit duidelijk in de lift en is ook economisch gezien een opportuniteit. De landschapswaarde van de verstedelijkte omgevingen bepaalt in belangrijke mate de woonkwaliteit. Kortom, het landschap waarin we leven, heeft zonder meer invloed op onze levenskwaliteit."

Johan SAUWENS wil het landschappenbeleid gedurende deze regeerperiode wordt geactiveerd en verruimd. Het opstarten van een integrale zorg voor alle landschappen vereist een goede afstemming met de ruimtelijke ordening, het landbouw- natuur- en bosbeleid. Op langere termijn moet een maximale synergie en afstemming tussen de landschapszorg en het natuurbehoud worden nagestreefd."

"Er werd gestart met de opmaak van de zogenaamde landschapsatlassen eind 1995. Deze atlassen geven de relictzones van de traditionele landschappen weer. Het zijn zones waar de historisch gegroeide landschapsstructuur tot op vandaag herkenbaar is gebleven. In termen van het Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen zijn dit de gave landschappen. De landschapsatlassen zullen voor alle provincies voor medio 2000 zijn gefinaliseerd."

Het is o.a. de bedoeling om de landschapsatlassen een doorwerking te laten hebben in de ruimtelijke structuurplanning op de diverse niveaus. "Gezien de directe betrokkenheid van de gemeenten bij het terrein is deze inpassing op het gemeentelijk niveau van kapitaal belang voor een daadwerkelijke landschapszorg. De innoverende betekenis van het landschappendecreet schuilt vooral in de bepalingen die het beheer regelen. Eens beschermd, moet een actief beheer via een beheerscommissie en aan de hand van een beheersplan ten zeerste worden aangemoedigd."

"Het archeologisch bodemarchief in Vlaanderen is bijzonder rijk door het feit dat het sinds eeuwen één van de dichtsbevolkte regio's van Europa is met nauwelijks gebieden die ongerept zijn of waar de menselijke invloed tot vandaag onbeduidend is gebleven. Opdat dit collectief geheugen niet ongeregistreerd op de schop zou gaan, is de nood aan een geïntegreerd archeologisch monumentenbeheer bijgevolg zeer groot. Omwille van de druk op de ruimte dringt zich voor Vlaanderen nochtans meer dan ooit een systematisch gebiedsdekkend archeologisch erfgoedbeheer op. Het is dan ook één van de kerntaken van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium om in te staan voor de uitbouw én continue actualisering van een wetenschappelijk onderbouwde Centrale Archeologische Inventaris (C.A.I.). Gelijktijdig met de uitbouw van de Centrale Archeologische Inventaris zal een preventief archeologisch beschermingsbeleid opgestart worden om het archeologisch erfgoed zoveel mogelijk voor de toekomst te bewaren."

"Een volwaardige archeologische monumentenzorg impliceert echter een archeologische toetsing op basis van de Centrale Archeologische Inventaris van alle vergunningsplichtige werken met ingreep-in-de-bodem. Zodoende kunnen de ruimtelijke ontwikkelingen omwille van de archeologische kwaliteiten bijgestuurd worden."

Kust en Polder, landschapseducatie in de Zwinstreek

Willy Wintein kwam op woensdag 8 november ll. zijn project, ondernomen in opdracht van de Bestendige Deputatie van West-Vlaanderen, voorstellen in het stadhuis van Damme.

Het gaat hier om een educatief werkboek en een CD-Rom, waarin de landschappen in de kuststreek (de Zwinstreek), en het ontstaan ervan, in al zijn aspecten worden belicht.

Met deze publicatie wil het provinciebestuur de vakoverschrijdende educatie in het secundair onderwijs ondersteunen.

Dit project is niet enkel voor het secundair onderwijs belangrijk, maar is voor allen, die zich met de Zwinstreek verbonden voelen, interessant.

Het werkboek wordt aangeboden aan 100 BFr en de CD-Rom aan 20 BFr en kunnen besteld worden bij de Dienst natuur- en milieu-educatie van de Provincie. Tel. 050/403251 Fax. 050/403403 e-mail: Dit E-mail adres wordt beschermd tegen spambots. U moet JavaScript geactiveerd hebben om het te kunnen zien.

Intro en editoriaal - 't Zwin Rechteroever - 2000-02

Michel van den Broeck

't Zwin Rechteroever
2000
02
001-005
BV
2025-01-15 13:18:46