☰ Extra

Colloquium 'Polders En Wateringen'

Michel van den Broeck

Deze studiedag had plaats in het stadhuis van Damme op vrijdag 19 mei. Deze studiedag werd georganiseerd door het RIJKSARCHIEF te Brugge. De heer schepen van cultuur COENS leidde de studiedag in. We hernemen hieronder enkel de voor ons werkgebied meest interessante gegevens.

Prof Em. VERHULST van de Gentse universiteit (RUG) zit de studiedag voor. Hij leidt de vergadering in: "In het tweede kwart van de 12de eeuw worden de eerste polders door offensieve bedijking gewonnen. Het woord "polder" ontstaat in 1142; dit zijn bovenlokale publiekrechtelijke organen, gelast met het lozen van het water wegens het bestaan van dijken. Er worden afwateringskanalen gegraven. De organisatie van de polderbesturen is een bevoegdheid van de ingelanden (d.w.z. de eigenaars van de gronden die in de polders zijn gelegen). Veel zaken zijn nog niet bestudeerd."

drs. Dries TIJS, archeoloog aan de RUG, zet uiteen dat de theorie over de ontstaansgeschiedenis van de kustvlakte door het zog. Duinkerke IIIB transgressiemodel stilaan wordt verlaten en plaats maakt voor een nieuw RSZ (Relatieve Zeespiegel)-model, waarin getijden en getijdengeulen een rol spelen. Het transgressiemodel redeneert dat er zeespiegelstijgingen en dalingen geweest zijn. Bij klimaatsverbetering (temperatuurstijging) stijgt de zeespiegel en wordt er slib dwz klei en zand afgezet. Bij klimaatsverslechtering (temperatuurdaling) daalt de zeespiegel en laat de vorming van veen toe - bij overheersing van zoet water -. Om dit te staven baseerde men zich op archeologische vondsten die de af- of aanwezigheid van permanente menselijke bewoning aantonen (argument "ex silencio").

De datering van deze vondsten gaf meteen de datering aan van de transgressiefase. Dit zog. Chronostratogrsfisch model is voorbijgestreefd vnl. om volgende redenen: 1°. Je kan afzettingen in een kustvlakte onmogelijk onderscheiden in transgressie- en regressiefase. Dit is veel complexer dan de afzetting van zand en klei. Schorre; slikke en zandwad komen altijd samen voor maar in wisselende verhoudingen naargelang het overstromingspatroon. Je kan derhalve onmogelijk grote gebieden (Oudland en Middelland) op die manier bedekken. 2° Door radiokoolstofanalyse van het veenmos is gebleken dat de curve van de zeespiegel in gans West Europa dezelfde is. We hebben een gemiddelde zeespiegelstijging van 7 cm/100 jaar die stabiel is sinds 3000 voor Xus. Dit is in tegenspraak met de stijging en daling die er zou geweest zijn bij de Duinkerke-transgressies; neen het zeespiegelpeil bleef constant tot nu.

Wat wel gebeurd is, is een vertraging van de zeespiegelstijging; waarna de gewone stijging opnieuw de overhand gaat nemen met vorming van nieuwe getijdengeulen. Hierdoor gebeurt er een drainering van het veen gepaard gaande met inklinking. Het is een dynamisch en onstabiel geheel van wadmilieus. Bij opslibbing worden bepaalde gedeeltes definitief onttrokken aan de getijden en ontstaat er een schorrelandschap.

Erik HUYS, medewerker aan het rijksarchief te Brugge, geeft een exposé i.v.m. de bronnen voor de rechtsgeschiedenis van wateringen en polders. Alhoewel er een overvloed aan bronnenmateriaal voorhanden is, is de geschiedenis van de organisatie, structuur en werking van de Polders en Wateringen in de kuststreek, vooral dan in het Ancien Régime, een tot op heden praktisch onbeschreven bladzijde.

******************************

Op zondag 10 september e.k. is het weer OPEN MONUMENTENDAG met als thema DE TIJD

Ook in Damme kun je Open Monumentendag beleven Ook wij zijn present Wij verwachten U en zullen U enkele aspecten rond TIJD laten ontdekken

Tot dan

Colloquium 'Polders En Wateringen'

Michel van den Broeck

't Zwin Rechteroever
2000
01
006-007
BV
2025-01-15 13:03:49