☰ Extra

Gebruiksobjecten, vervaardigd uit Noord-Europese gesteenten, gevonden in een middeleeuwse context
te Hoeke

Deel 1: Twee vuisthamers of klopstenen met sporen van gebruik

Jan Tilleman

Op de boerderij en aangrenzende landerijen van “Ten Houcke Boven” waar zich nog restanten van een Middeleeuwse haven bevinden, komen gigantisch veel natuurkeien voor. Het is een vaststaand feit dat deze stenen hier verzeild geraakten als ballast in de handelsschepen.

Zo kwamen er typische stenen van de Oostkust van Engeland (Berwick-Upon-Tweed) als ballast mee bij het transport van Engelse wol naar Vlaanderen. Uit het Baltische gebied en Scandinavië kwamen ballaststenen mee met o.a. droge stokvis.

Die ballaststenen bleven hier achter omdat zware producten zoals granen en dakpannen als terugvracht met minder, of geen ballast verscheept werden. De hier achtergebleven keien op de landerijen kunnen voor mechanische pech aan landbouwmachines zorgen. Daarom worden ze sinds jaar en dag van het veld geraapt en gedeponeerd in de putten op de landslag die eertijds de “Hoogstraete”[1] op Ten Houcke Boven was. Anderzijds worden ook veel gesteenten aangetroffen bij onderzoek naar funderingsresten van het verdwenen stadhuis en wat vermoedelijk het bankgebouw of Hanzehuis was. Ten slotte worden ook keien aangetroffen in afvalkuilen. Een paar van die stenen vielen op door hun vorm en vroegen als het ware om meer aandacht. Hierna wil ik het hebben over twee vuisthamers of ook “Kloppers” genoemd. Ze werden door Prof. Wim Declercq en geoloog Roland Dreesen, beiden verbonden aan de vakgroep Archeologie U.Gent gedetermineerd en beoordeeld.

  1. Afbeelding1Zwarte vuisthamer

Ergens in de jaren 80 van vorige eeuw vond ik deze donkergrijze natuursteen als oppervlaktevondst op het akkerland nabij de Hoogstraete. Bijzonderlijk komen hier ook veel ijzerslakken voor. Uit officieel onderzoek o.l.v. Jan Trachet, door de faculteit Archeologie van U.Gent in 2019 – 2021 is vast komen te staan dat op deze plaats metaalbewerking voor de scheepsherstellingen plaats vond. Er was zelfs een ijzergieterij wat meteen de aanwezigheid van de talrijke metaalslakken verklaart. De gevonden steen is 17 cm lang en vertoont duidelijke sporen van bewerking om hem geschikt te maken voor gebruik in de hand. (Inkeping in de rechter bovenhelft is goed te zien op foto 1) Hij ligt erg goed in de linkerhand waaruit men kan afleiden dat hij specifiek voor een linkshandig persoon aangepast is. In de aangebrachte groef past namelijk enkel de linker duim. (Foto rechts) Met zijn gewicht van 1,537 kg bereikt men al een goed klopeffect. Het klopvlak onderaan is zeer ruw door uitbrokkeling vanwege het effectieve gebruik.  

Volgens determinatie is de steen een doleriet of ook diabaas genoemd. Dit is een magmatisch gesteente van vulkanische oorsprong dat silicium, veldspaat, pyroxeen en olivijn bevat. Doleriet wordt aangetroffen in Zweden, Engeland en Duitsland.

  1. Afbeelding2Roze vuisthamer

Voortvloeiend uit een archeologisch vooronderzoek naar aanleiding van de geplande aanleg van ruwvoedersilo’s op de hoeve werd deze roze vuisthamer (Foto 2) in de zomer van 2019 opgegraven samen met meerdere natuurstenen, schelpen van geconsumeerde oesters en mosselen, beenderresten en veel potscherven van zowel inlands als buitenlands  vaatwerk. In dezelfde context, maar op een drie tal meter van de vuisthamer verwijderd, is in 2014 een vijzel of mortier opgegraven.[2] Alle, in deze schuine grondlaag gevonden items zijn te dateren in de 13de tot 15de eeuw. Het is duidelijk dat alle materiaal hier gestort werd in wat vermoedelijk een ronde zwaaikom voor aanleggende schepen was. En dit na de bloeiperiode van Hoeke als haven. Zelf heb ik deze depressie nog verder weten aanvullen met overtollige aarde tijdens de werken aan de N 49 in 1974 - 75.

Afbeelding3De klopsteen is een fijnkorrelige roze graniet. Dit is een vulkanisch stollingsgesteente samengesteld uit veldspaat, kwarts, glimmer (biotiet, muscoviet, lithioniet) amfibool en pyroxeen. Het komt veelvuldig voor in Scandinavië van waar het als ballaststeen talrijk mee gebracht werd naar Hoeke.[3] Op zowat 3 cm van het bovenvlak van de steen is er een groef uitgekapt om aldus een goede greep te hebben. Het oppervlak is glad zoals van een rivierkei, behalve aan één zijkant waar een stuk van weggekapt is om aan te passen voor handig gebruik. Het klopvlak is net zoals bij de vorige klopper ook ruw uitgebrokkeld omdat er hieruit kristallen los gesprongen zijn bij het gebruik. De 1,774 kg wegende steen is eerder kort (13.5 cm hoog) maar ligt met het bovenvlak in de handpalm, toch handig voor gebruik.

Hoe oud beide werktuigen zijn is moeilijk te bepalen. Ze kunnen hier gemaakt zijn uit daartoe geschikt bevonden ballaststenen maar ze kunnen even goed in een andere regio en door ander volk reeds gehanteerd zijn. Door de uitgebreide mondiale contacten die de Hanzeatische handelaars hadden, is dit evenzeer mogelijk.

Voetnoten

[1]    De Hoogstraete is gelegen op het gedeelte van de Krinkeldijk ten N-O van de expressweg N 49. Deze dijk was aanvankelijk de Evendijk B genoemd, die de eerste inpoldering ten noorden van Brugge inhield.

[2]    Zie mijn ’Vondstmelding van vijzel’, in: Rond de Poldertorens, jg. 57 (2015), nr. 2,  p. 39.

[3]    De zogenoemde “Zweedse keien” die veelvuldig gebruikt worden voor bestrating lijken er qua structuur en kleur heel goed op.

Gebruiksobjecten, vervaardigd uit Noord-Europese gesteenten, gevonden in een middeleeuwse context te Hoeke

Jan Tilleman

Rond de poldertorens
2023
03
097-099
BV
2025-01-14 10:30:34