☰ Extra

De terugkeer van de Dudzeelse meelzak uit 1915.

Dirk Pieters

Toestand van de burgerbevolking in Dudzele tijdens de Eerste Wereldoorlog

De bezetters eisten graan en slachtvee op om hun leger te voeden. Vandaar de immer schaarser wordende levensmiddelen. Ook kochten de Duitsers allerlei producten op om ze zelf te gebruiken, ze naar huis te sturen of ze mee te nemen als ze in verlof mochten gaan. De schaarste bracht dan de stijgende duurte mee! De praktijken van de “zwarte markt” vonden ingang.  Blauwen, kopen en verkopen aan woekerprijzen werden schering en inslag. De werkende bevolking kreeg het krap.  Alles sloeg snel op behalve de lonen en de renten der renteniers.  Bij de arbeiders kwam er voedseltekort.[1]

Met hetgeen men ter plaatse nog kon bemachtigen werd het plaatselijk “Groene Kruis” opgericht.

Afbeelding1Achterste rij van links naar rechts:
Leopold Bogaert, E.H. Bonne, Charles Costers, Karel Bogaert, Arthur Depuydt en Valentin Van Audenaerde.
Vooraan:
Sylvie Bruynooghe, Margriet Braet, Leonie Schotte, Leonie Deroo, Louise Vandecasteele, Sabine Vermeire, Rose Peere, Marie De Haene, Marguerite De Haene en Eugenie Bruynooghe.

Deze groepering verschafte soep aan noodlijdenden, ouden van dagen en kinderen.  Elke dag mochten zij om een schep soep komen naar de remises van dokter Caenen, waar vrijwilligsters die soep bereidden met rondgehaalde erwten, bonen en groenten.

Afbeelding2Links zuster Sidonie met Robertine Caenen.
Rechts: E.H. Bonne met Irène Caenen, de dochters van dr. Maurits Caenen.

Daar de nood nog steeg, werd alles gerantsoeneerd en werd het Groene Kruis omgevormd in een plaatselijk “Voedingscomiteit”. Daar kon men de allernoodzakelijkste voedingsproducten bekomen aan officiële prijzen en tegen aflevering van de eigen rantsoenzegels.  Deze eetwaren werden grotendeels door de Verenigde Staten van Amerika toegestuurd en beheerd door de C.R.B.

De C.R.B. (Commission for Relief in Belgium)[2]

België kon met haar voedselproductie maar aan 20% van haar behoeften voldoen, het was voor 80% afhankelijk van voedselimport. Door de oorlog viel de import van voedsel stil. Bovendien eisten de Duitsers de “Belgische 20%” op, om hun leger te kunnen voorzien van eten. De Belgische bevolking werd zo twee keer getroffen: ze werden bezet door de Duitsers én werden geconfronteerd met hongersnood.

Millard Shaler, een Amerikaanse emigrant en mijningenieur, besefte al snel dat men niet gewoon voedsel kon aankopen en laten importeren. Groot-Brittannië zette niet enkel een economische blokkade op Duitsland, maar ook op alle bezette landen. Ze was er zich van bewust dat het voedsel, geïmporteerd door Shaler, meteen in handen zou vallen van de Duitsers. Zoekend naar de beste oplossing, contacteerde Shaler ambassadeur Page, die nam dan op zijn beurt persoonlijk contact opnam met Herbert Hoover, de latere president van de Verenigde Staten.

De Commission for Relief in Belgium (CRB) was een Amerikaanse organisatie bevoegd voor voedselvoorziening in België en Noord-Frankrijk tijdens de Duitse bezettingen gedurende de Eerste Wereldoorlog.  Herbert Hoover was een toonaangevend persoon in de organisatie.

Tussen 1914 en 1918 leverde de Commission for Relief in Belgium ongeveer 320.000 ton meel aan België. Het meel werd in katoenen zakken gedaan door de Amerikaanse molenaars. De CRB hield de verplaatsing van de zakken naar België nauwlettend in de gaten. Enerzijds aasden Duitse munitiefabrieken op de katoenen zakken en anderzijds vreesde de CRB dat de zakken, eens ze leeg waren, gevuld konden worden met minderwaardig meel om dan verkocht te worden aan de hongerige burgers. De lege zakken werden dus zorgvuldig verzameld en herverdeeld aan scholen voor beroepsonderwijs, naaiateliers, kloosters en kunstenaars. Daar werden ze hervormd tot kleren, accessoires, kussenslopen, tassen en andere nuttige zaken.  Ook in Dudzele kwam zo’n lege meelzak heel waarschijnlijk terecht in de zustersschool waar zij door de kinderen, met behulp van de zusters, werd geborduurd als dank voor de Amerikaanse vrijgevigheid.

De ‘Dudzeelse meelzak’

Annelien van Kempen uit Voorburg (NL) is een kunstenares en experte in geborduurde meelzakken uit WO 1[3]. Zij verzamelt al geruime tijd alle info over de Belgische geborduurde meelzakken.  Waar en door wie werden ze gemaakt?  Waar zijn ze nu nog te vinden?  Annelien speurt het internet af en reist de wereld rond om zoveel mogelijk meelzakken in kaart te brengen. Vorig jaar ontdekte zij er één die in 1915 in Dudzele werd vervaardigd.  Dit volkskunstwerkje was in het bezit van een zekere Paul Brouha uit Sutton in de staat Vermont (USA).

Paul Brouha is op bijzondere wijze verbonden met België: zijn vader dr. Lucien Brouha, was Belg, hoogleraar aan de universiteit van Luik. Lucien Brouha trouwde in 1938 met Paul’s moeder, Elizabeth King Shaler Brouha. Het echtpaar vluchtte in de aanloop van de Tweede Wereldoorlog naar Parijs, en daarna naar de VS waar Lucien Brouha hoogleraar werd aan de universiteit van Harvard.

De wens van Paul Brouha is: “I want the item to be properly curated, displayed, and appreciated by descendants of the people who made them during World War I.” (“Ik wil dat de bloemzak op de juiste manier zal worden bewaard, tentoongesteld en dat deze gewaardeerd kan worden door afstammelingen van de mensen die het tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben gemaakt.”)

De bloemzak Lexington Mill & Elevator Co. geraakt in Dudzele

Annelien van Kempen was in oktober 2022 op vakantie in Blankenberge. Zij zakte af naar Dudzele en merkte toen de veelzijdigheid op van de Dudzelenaars. Op het internet ontdekte zij ondermeer de Heemkring Dudzele via de website www.degroenetente.be. Zij nam contact op met mij.


Onze aandacht en interesse was enorm groot. Na heel wat heen en weer mailverkeer met Nederland en Amerika volgde een overeenkomst van overdracht.  Hoe de versierde meelzak in het bezit is gekomen van de familie Shaler is niet bekend.  Het kan geschonken zijn aan Mary of Millard Shaler in Brussel of in Londen.  Paul Brouha, kleinzoon van Mary en Millard Shaler, uit Vermont, VS, heeft samen met zijn vrouw Carol, op 7 april 2023 in het Stadhuis van Brugge de Dudzeelse meelzak overhandigd aan Dirk Pieters, voorzitter Heemkring Dudzele.

Terzelfdertijd werd een oorlogskantwerk, dat ook in het bezit was van Paul Brouha, overgemaakt aan de gemeente Hooglede.  Zij waren eveneens aanwezig met een delegatie bij de officiële overdracht in het Brugs stadhuis.

Afbeelding3V.l.n.r.: Annelien van Kempen, Dirk Pieters, Carol Brouha, consul USA Chris Breding, schepen F. Sap van Hooglede en Nico Blontrock, Brugs schepen van cultuur.

De versierde bloemzak zal in een tweezijdig glazen kader worden bevestigd in het Heemkundig Museum ‘de groene tente’ te Dudzele. Er werd overeengekomen met N.S.B. Dudzele dat zij dit borduurwerk mogen ontlenen bij hun bezoeken aan de scholen en bij binnenhuis activiteiten zoals de 11-novemberviering in De Polder.

Afbeelding4

Voor de boven- en onderranden zijn draden uit de stof getrokken en er is een lint in de Belgische kleuren rood, geel, zwart door de stof geregen. Het is merkwaardig dat niet het Belgische maar het Vlaamse wapenschild op de zak is geborduurd.

Een bewuste ingreep of een onbewuste vergissing?

De geborduurde tekst:
aan ’t liefdadige Amerika.
DUDZEELE
bij Brugge
uit dankbaarheid
1915’

is in sierlijke letters geborduurd, vooral de krul die de ‘d’ maakt, onderscheidt zich. Het wapenschild van Dudzele staat midden op de zak. Op de bovenzijde zijn drie vaderlandslievende elementen geborduurd:

  • de Belgische en Amerikaanse vlag met gekruiste vlaggenstokken
  • het schild met, vreemd genoeg, de Vlaamse leeuw
  • de letters AB innig samengevoegd, de letter A in de Amerikaanse kleuren rood, wit, blauw; de B in de kleuren rood, geel, zwart.


Aan de onderzijde zijn twee bloemtakken geborduurd, bijeengehouden door een sierlijke strik. De bloemen zijn diepblauw, de takken, blaadjes en de strik zijn vaal beige. Aan de binnenkant van het borduurwerk blijkt dat de ‘beige’ garens verbleekt zijn, oorspronkelijk waren ze groen.

Op de rugzijde van de meelzak werd de stad en naam gedrukt van de maalderij.  In ons geval is dit de Lexington Mill & Elevator Company uit Lexington, Nebraska.

Voetnoten 

[1]    Uit de kronieken van Louis-Frans Monbaliu uit “Vier eeuwen Monbaliu’s vanuit Dudzele bekeken”. Uitgegeven door Frank Monbaliu – Dudzele

[2]    Wikipedia: “Commission for Relief in Belgium”

[3]    Meer info over geborduurde meelzakken op de site: www.belgianfloursacks.com

De terugkeer van de Dudzeelse meelzak uit 1915

Dirk Pieters

Rond de poldertorens
2023
03
092-096
BV
2025-01-14 10:13:50