☰ Extra

De restanten van wat destijds de grootste hoeve van Hoeke was, zijn begraven onder een meter dikke laag aarde

Jan Tilleman

In het tweede nummer van “Rond de Poldertorens” (63° jg. Nr. 2) bracht medelid Johan Deckers een zeer interessante bijdrage over het kerkje van Hoeke en haar grafzerken uit de 16° tot en met 18° eeuw. Daar wil ik graag even op inpikken omdat de op pagina 56 vermelde burgemeester, Jacob Beels, woonde op een hoeve die ondertussen verdwenen is maar even in het daglicht kwam n.a.v. de omvorming van de rijksweg “N 49” tot autostrade” A 11”.

Als blijvend visueel relict aan deze man hebben we uiteraard de goed bewaarde grafplaat van Jacob, zijn vrouw Magdalena Wielmaekere en kinderen, die zich in de linker muur van het portaal in de kerk van Hoeke bevindt.[1] Van de hofstede van Jacob was tot voor de werken aan de “A 11” enkel een groot perceel weiland met veel oneffenheden over gebleven. In 2015 werden naar aanleiding van een archeologisch vooronderzoek, met behulp van een graafmachine, een aantal proefsleuven getrokken. Hierbij werden de resten van bebouwing gelokaliseerd. Het perceel werd daaropvolgend geweldig verhoogd en is nu functioneel als akkerland. Kadastraal is het perceel ingeschreven onder; Hoeke, sectie B, nr. 145. Maar laten we aan de hand van archiefdocumenten even kijken of we meer over deze hofstee en omgeving kunnen te weten komen.

Vermeldingen van de hofstede Jacob Beels:

  1. In de omloper van “HOUCKE” 1554.[2]

  Er is geen beter document om mee te beginnen dan de omloper van de stad “Houcke”, opgesteld midden de 16° eeuw naar aanleiding van de rechttrekking van het “Zwin”, bij middel van de aanleg van de “Varsche Vaart”, ook “Zoete Vaart” genoemd, in de loop van de 16° eeuw. De hofstede van Jacob Beels is gelegen in het 9° Begin waarin zich ook de pastorie van Hoeke bevindt. Omwille van de interessante gegevens geef ik eerst de beschrijving van dit 9° begin;

Dit begint aen de oostzijde daeraen (van het 8° Begin) over d’adere tuschen deselven adere aende Westzijde, den heerweg die van den molen naar Ten Houcke boven loopt aan de noord-oostzijde, streckende Zuyt-oostwaert tot aen den heerweg ende aen’t kerkhof van Houcke, cum noord-westeynde aen’t gescheet van de paele en is ’t beloop daer Jacob fs. Pr. Beels in woont. Van noorden in in’t 21° begin ’s Heerbaselishoeck.

In deze rubriek vernemen we dat de hoeve van Jacob Beels gelegen is in het 9° begin (deelgebied) van het stadsgebied van Hoeke. Deze zone maakt deel uit van het 21° begin van ’s Heer Baselishoek Polder. Aan de Westkant vormt een gracht de scheiding met het 8° begin. Aan de Noord-West kant is de grens een denkbeeldige rechte lijn dwars door de erfplaats van Jacob Beels (gescheed van de paele). Aan de Noord-Oost zijde ligt de heerweg die van de molen naar “Ten Houcke Boven” loopt. Die weg, toen nog een aardeweg[3], verbond Westkapelle met Hoeke. De molen wordt vermeld omdat op de plaats van de huidige stenen molen, kort na 1412 (De voltooiing van de aanleg van de “Hoeke-vaart”) op deze plek een houten staakmolen opgericht was ter vervanging van een oudere molen die meer oostelijk stond. De wal ervan is nog aanwezig. De Zuid-Oostelijke grens wordt gevormd door een heerweg (nu de St. Jacobsstraat) en het kerkhof aan de kerk van Hoeke.

Gezien de beschrijvingen van de eigendommen in het 9° begin aangevat worden van aan de noordkant, treffen we de hofstede en boomgaard van Jacob Beels als eerste aan onder volgnummer 163 van de hele omloper. Hierbij het citaat met als eerste lijn een aanvulling van recentere datum;

 Nu de kinderen van Pieter Huges cum suis

Jacob Fs Pieter Beels over Dieriek Mouscron metten boo

gaerde daer hij nu ten tijde woont cum noordwest

Zijde in’tgescheet van de paele jegens zijn selfs

Land streckende cum noord oosteynde aen de adere

En cum zuyt westeynde in de halve adere begre-

Pen in den ommelooper in eene partie groot 6 G

II Roe  (folio 72 art. 3)


                                                          XI G. II lijn LXXVII Roeden

 

Afbeelding1Fig. 1: Rubriek 163 in het naschrift van de omloper van Hoeke uit de 18° eeuw, met de omschrijving van het erf met hoeve van Jacob Beels.

Hier vernemen we dat Jacob in opvolging van een zekere “Dieriek Mouscron” op de hoeve gekomen is. Van het hele erf met een oppervlakte van 11 gemeten, 2 lijnen en 77 roeden, ligt 6 gemeten en 2 roeden binnen het stadsgebied van Hoeke. Omgerekend naar het huidige metriek stelsel is het een geheel van 5 ha 27 are 45 ca waarvan 2 ha 65 are 71 ca gelegen zijn binnen het paalgebied.[4] Op 6 gemeten en 2 roeden waren dus stadsrechten (een vorm van belasting) verschuldigd aan de stad Hoeke. Langs de Noord-Oostzijde lag ook al een gracht langs de heerweg. Er werd gemeten tot halfweg de gracht die de grens met het 8° begin vormde. De vermelding van een boomgaard duidt op een zekere welstand en zullen we ook cartografisch nog terug vinden.

  1. In het “Paelbouck” van Houcke (1554).[5]

Het stadsgebied van Hoeke, waarbinnen stadsrechten geheven werden, was afgebakend door 35 stadspalen. Alhoewel de intentie erin bestond om stenen palen te plaatsen, moeten er uiteindelijk houten palen of zelfs geen enkele gezet zijn. Dat verklaart waarom er geen terug te vinden zijn.[6] Het paalboek beschrijft de standplaatsen van de palen evenals de afstand van de ene paal tot de volgende, alsook de afstand van de palen tot de kerktoren van Hoeke. De 8° stadspaal werd gezet aan de erfplaats van Jacob Beels. Hierna volgt de beschrijving van de standplaats ervan;

Item van den achsten paelsteen noortoostwaert totten IX ° paelsteen die

staet uppet landt van Jacob fs P. Beilz ten zuutwesten upden gracht vanden boogaert toebehoorende Jacob Fs P. beils vooren daer hij weunt    CXXV roeden

Ende de distantie van vooren neghensten paelsteen zuudtwaert tot vooren tor-

Re CI   R.

 “Item” waar de rubriek mee begint, verwijst naar de aanhef van het eerste citaat voor de eerste paalsteen, en begon als volgt;” Eerst de distancie van”. Vrij vertaald dus: “De afstand van”. De achtste paalsteen stond op het land van Jacob Beels, ten Zuidwesten van de boomgaard aan de gracht. Omgerekend bedroeg de afstand van de 8° tot de 9° paal 480 m. Van de kerktoren tot de 8° paalsteen bedroeg de afstand 388 meter.

 

  1. In de omloper van de watering ’s Heer Baselishoek (1550).[7]

Zoals we vernamen in de omloper van Hoeke is de hofstede van Jacob Beels terug te vinden in het 21° begin van ’s Heer Baselishoek. Dit begin heeft hoofdzakelijk dezelfde begrenzing als het 9° begin van het paalgebied van Hoeke, met dit verschil dat de gracht van aan de west zijde verder gevolgd wordt tot aan de heerweg die van de molen komt. De deelpercelen worden opgesomd vanaf de noordkant zodat er twee stukken “ten vrijen” (vrij van stadsbelasting) gelegen zijn. Hierna de 3° rubriek met de beschrijving van Jacob Beel’s hofstee en ook een aantal aanvullingen die ons wat vertellen over het verloop van de bewoning.

In marge; hofstede daer hij Jan Van De Watere woont anno 1726 & 1743 in cluijs

 De selven    (als in de vorige 2° rubriek; Soetaert )

 Idem            ( als in de vorige rubriek; idem hoirs Huyghes )

De selven     (Jacob Beels) over Dieric Moscroen ande zuudtoostsijde daer an de hofstede cum bogaerde ten noordtoosthoucke daer hij selve woont streckende cum zuudtwesthoucke inde halven adere ende metten noordtoosthoucke anden heerwegh

Toevoegingen:

Paele 10-2-74 roeden

en de rente als voorseijt aende kercke van Houcke

per paelbouck het 9° begin

                                                                                           XI gemeten II roeden

 

Dit perceel (woonerf van Beels) ligt aan de Zuid-Oostzijde van het vorig vermelde perceel (in de omloper) waarin de dreef naar de hoeve vermeld wordt. Op het noordoostelijke deel bevinden zich de hoeve en de boomgaard die grenzen aan de heerweg. De zuidwestkant grenst aan de scheidingsgracht van het 21° met het 20° begin. Merkwaardig genoeg worden hier wel 11 gemeten uit de omloper van Hoeke vermeld maar de 2 lijnen zijn hier 2 roeden en de 77 roeden uit de vorige omloper zijn verdwenen. Dat is wellicht een menselijke nalatigheid. We vernemen ook dat op dit perceel een jaarlijkse rente aan de kerk van Hoeke verschuldigd is. 

Van de omloper van de watering van ’s Heer Baselishoek bestaat ook nog een veel jongere versie uit 1797. Hierbij de 3° rubriek uit deze omloper;

In marge: hofstede

 Den selven Jacob over Dierik Moscroen aen de zuijdoostzijde daer aen de hofstede metten booghaerde ten noordoosthoucke daer hij selve woont streckende metten zuijdwesthoucke in de halve adere en metten noordoosthoucke aen den heerwegh

Hier af binnen de paele 25 roeden

De reste van desen beghinne                                      XI gemeten II roeden

Merkwaardig genoeg worden nu maar 25 roeden binnen het stadsgebied gesitueerd, terwijl het in de omloper van Houcke, 6 gemeten en 2 roeden waren. Natuurlijk was hier de totale oppervlakte van belang voor het betalen van de polderlasten. Zo zie je maar hoe delicaat het is om reconstructies te maken in het verleden.

De vierde rubriek uit de omloper van ’s Heer Baselishoek wil ik hier bijgaand ook vermelden omwille van een zeer interessant gegeven;

De stede van Houcke aen de zuijtoostsijde genough ten middel daer aen der stede pit met een wegelken oostwaertuijt tot aen den heerwegh

 1 lijn lants

Het is namelijk zo dat er sinds mensenheugenis in het centrum van een stad een waterput aangelegd werd om in geval van brand, te kunnen beschikken over bluswater. De stad “Houcke” bezat een stuk grond van 1 lijn (= 100 roeden of 14 are 74 ca) gelegen aan de zuidkant en halverwege het woonerf van Jacob Beels. Van de stedeput naar de heerweg (die naar Ten Houcke Boven loopt) ligt er een wegel. Dit duidt aan dat het belangrijk middeleeuws zakencentrum van de stad Houcke gelegen was op “Ten Houcke Boven”. Dat wordt eveneens bevestigd door de archeologische vondsten daar ter plekke. Het “Hanzehuis” of de bank, het stadhuis en de St. Jacobskapel zijn er de meest in het oog springende bouwwerken geweest. In de huidige kadastrale perceelindeling is “De stedeput” echter niet meer terug te vinden.

  1. Op de kaart van Pieter Pourbus (1571).

 Cartografisch is dit de vroegste bron met tevens al een zeer hoge nauwkeurigheidsgraad. Dit, dank zij de toepassing van driehoeksmeetkunde van op de kerktorens. Op deze geschilderde kaart, voltooid in 1571, is de hofstee van Jacob Beels bij middel van een vierkante omwalling met in het midden drie gebouwen weergegeven. Het complex bestaat uit twee grote en één kleine eenheid. Zo te zien staat een schuur haaks op het woonhuis met stal en ovenkot.

Afbeelding3 Fig. 3: Fragment uit een vergrootte zwart-wit foto genomen van een deel van het schilderij van Pieter Pourbus. Rechts van het wapenschild van Hoeke bevindt zich de hofstede Beels. Onder het wapenschild de kerk van Hoeke.


  1. Op een kaart van ’s Heer Baselishoek anno 1765.

Afbeelding4We maken even een sprong van zowat 200 jaar in de tijd. Om een betere afwatering te bewerkstelligen heeft het bestuur van de watering op 6 juli 1765 bij akte, het graven en aanpassen van een moerader goedgekeurd. De graafwerken dienden uitgevoerd over een afstand van 350 roeden (1344 m.)  Op de ontwerpkaart voor de werken stellen we vast dat er op de hofstede van Jacob Beels, twee gebouwen gelokaliseerd worden. Het grootste gebouw (vermoedelijke schuur) heeft hier een aanbouw. Omwille van de toen reeds gangbare veeteelt vormen schuur en stallingen wellicht één geheel.

  1. Op de militaire kaart van de Oostenrijkse Nederlanden: Ferraris (1777).

Afbeelding5Op de militaire kaart van Ferraris wordt de hofstede afgebeeld in het midden van een grote boomgaard. We zien hier duidelijk drie van elkaar gescheiden gebouwen omgeven door een wal die in het Zuid-Oosten onderbroken is. Iets zuidoostelijker wordt een tweedelig omzoomde zone weer gegeven. Links is ontegensprekelijk het stukje van de stad van Houcke met de “Stedeput” waarvan melding onder punt 3. Aan de overkant van de weg die naar “Ten Houcke Boven” loopt, staat de “Gaaiperse” ingetekend.


Een kerkwegel over het verdwenen erf van Jacob Beels.


Tot in de jaren 70 van vorige eeuw liep er over de vroegere erfplaats van Jacob Beels nog een kerkweg. Langs deze wegel konden de bewoners uit de omgeving van Hoeke molen de kerk bereiken. Men ging langs de rijksweg
(N 49) richting Hoeke brug (over de Damse vaart). Halverwege lag er een betonnen voetbrug om af te slaan in de weide met verdwenen hofstee. Dwars door deze weide kwam men weer aan een brugje dat lag over de gracht op de westzijde van de vroegere boomgaard, vermeld in punt 1 en 2. De kerkweg liep over dit brugje verder rechtdoor over akkerland. Op dit veld zorgden betontegels er voor dat de wegel ten allen tijde begaanbaar bleef. Via een derde voetbrug ging het over de gracht die de grens vormde tussen het 20° en 21° begin van “Heer Baselishoek Polder” links af verder tot aan de laatste voetbrug over de gracht van de Oostkerkestraat. In mijn kinderjaren heb ik deze kerkwegel nog afgelopen met het klasje van de zusterschool.

Afbeelding6Fig. Het brugje van de kerkwegel aan de Oostkerkestraat.

Archeologisch vooronderzoek in 2015.

Op 26 en 27 mei 2015 zijn de proefsleuven opengelegd. Het terrein is zeer oneffen met een laag niveau waar er muurresten aanwezig zijn. Rondom het deel dat bebouwd was zien we een fikse verhoging of talud wat de indruk geeft van een aarden omwalling met rechte zijden. Er kwamen muren tevoorschijn op zowat 20 cm. onder de graszode.

Afbeelding7Hier zien we een beeld van de hoger gelegen grondrug waarop de kerkwegel loopt. Foto vanaf het Zuid-westen genomen. 

Afbeelding8Fundering van een muur waarin hergebruik van oude moefen vast te stellen is. 

Afbeelding9Uit een dwarssleuf kwamen deze duigen  en een stukje bandijzer van een vat tevoorschijn.

Voetnoten 

[1]    Foto in Rond de Poldertorens 63° jg. Nr. 2 p. 57. Johan Deckers.  Evenals: http://balat. kikirpa.be/photo.php?path=B080008&objnr=91168&nr=17

[2]    Rijks Archief Brugge: Fonds Mestdagh: TBO 171 – 255 :Kopie (± 1772) naar het origineel van Antheunis Schoonmaeckere (1554).

[3]    Pas in 1894 werd deze aardeweg verhard met kasseistenen.

[4]    Voor de berekening is de Brugse roede die overeenstemt met 3.84m gebruikt.

[5]    Rijksarchief Brugge:

[6]    In Damme daarentegen zijn er wel stenen stadspalen bewaard gebleven.

[7]    R.a.B. Omlopers Mestdagh: TBO 3 nr.611 f° 33. Met dank aan Jan Hutsebaut voor de transscriptie.

De restanten van wat destijds de grootste hoeve van Hoeke was, zijn begraven onder een meter dikke laag aarde

Jan Tilleman

Rond de poldertorens
2022
04
113-121
BV
2025-01-09 15:55:43