☰ Extra

Jacobus Bogaert (1819-1879) uit Dudzele: Van eenvoudig werkman tot huiseigenaar, niet zo evident in de 19de eeuw

Yvette Kemel

Bij het bladeren in het register van de notaris Pieter Joseph Proot uit Dudzele, nu in het Brugse Rijksarchief, viel mijn oog op een akte waarin de inventaris van een sterfhuis was opgenomen.[1] Een eerste idee was dat het ging om de voorganger van café d’Hoogte op de Westkapelse Steenweg. Maar bij nader inzien ging het over een verdwenen huis in de huidige Zwaanhofstraat.[2]

Afbeelding1

Toewijzing van de percelen, A437, A438, A439c en A440 in Estaminet Den Hollander op de Kleine Vismarkt in Brugge, Gazette van Brugge 25-10-1865, Openbare Bibliotheek Brugge, Historische Kranten

Op 7 december 1870 koopt Jacobus Bogaert, werkman uit Dudzele, voor 600 frank, 5 aren, 23 centiaren zaailand in Dudzele, deel van 12 aren, 1 centiare van Mathilde De Backere, ongehuwde kleermaakster en winkelierster uit Dudzele. Het perceel maakte deel uit van een groter perceel kadasternummer A/439.[3] Dit perceel werd samen met andere percelen verkaveld door de familie Cattoor in 1865.[4]

Mathilde De Backere kocht op 4 november 1865 samen met Leopold Demaeckere 12 aren, 1 centiare. Nadien werd een akte van verdeling opgemaakt waarbij Leopold eigenaar werd van 6 aren, 78 centiaren.[5] Na de aankoop splitste Mathilde haar perceel in twee delen. Het perceel dat ze voor zichzelf hield kreeg het kadasternummer A439g, zij laat daarop een huis bouwen. Het perceel dat zij verkoopt aan Jacobus Bogaert kreeg het kadasternummer A439 c1 en 439d1.

De beschrijving van het perceel aangekocht door Jacobus luidt als volgt: 5 aren, 23 centiaren zaailand, deel van 12 aren, 1 centiare gelegen in Dudzele in het dorp, in de Watering van Grootreigaertsvliet in het 170ste begin. Oost van de steenweg van Dudzele naar Lissewege, palend noord aan het land van Leopold Demaecker en afgeschei-den met een haag. Oost aan het land van de kinderen van Philippe De Prée, ook afgescheiden met een haag. Zuid aan het land van de verkoopster, bebouwde grond en hoveniersland, tussen welk hoveniersland een doorn- of beukenhaag moet worden aangeplant op kosten van de koper.

 Afbeelding2Figuratieve aanduiding van de verkaveling op het primitief kadasterplan van 1830-1834, Cartesius.be.

Bij de aankoop door Jacobus waren nog een aantal voorwaarden: het is de koper toegestaan om op dit perceel land een huis te bouwen tegen de noordgevel van het huis van de verkoopster op voorwaarde dat hij bak- of metselstenen gebruikt en op zijn kosten de vensters van het huis van de verkoopster laat toemetselen. Dit laatste moet gebeuren voor hij begint te bouwen. Indien de voorwaarden worden geschonden moet hij een schadevergoeding betalen van 200 frank. Indien de kopers of hun erfgenamen in het gebouw herberg zouden houden of drank verkopen gedurende het leven van de verkoopster zal zij een schadevergoeding krijgen van 1000 frank.

Wie was Jacobus Bogaert?

Jacobus Bogaert werd geboren te Damme op 24 juli 1819 als zoon van Joannes Jacobus en Maria Anna Vandemoere. Bij zijn huwelijk staat hij ingeschreven als dienstknecht en later in de bevolkingsregisters als werkman. Hij huwt in Dudzele op 6 februari 1860 met Theresia De Lannoye, naaister, geboren in Dudzele op 9 april 1830, dochter van Anna Maria De Lannoye. Anna
Maria was ongehuwd, haar kind werd geboren in haar ouderlijk huis.

Afbeelding3Oude Steenweg naar Lissewege rond 1900.  Het huis van Jacobus Bogaert is het tweede aan de rechtse kant van de straat. Het café links werd gesloopt in 1911. Stadsarchief Brugge, collectie Guillaume Michiels, GM 110.

Afbeelding4Oude Steenweg naar Lissewege rond 1912. Stadsarchief Brugge, collectie J. A. Rau, FOA15905

Afbeelding5Zwaanhofstraat huidig zicht. Google street view.

Bij de aankoop van het perceel zaailand waren Jacobus en Theresia al gehuwd, toch koopt hij de grond op zijn naam. Meer nog, op 3 maart 1873 laat zij een akte opmaken door notaris Proot waarin ze verklaart dat wanneer zij sterft voor haar man, alles, roerende en onroerend goederen, die zij in gemeenschap bezitten eigendom worden van Jacobus zodat hij in staat is om een comfortabel leven te leiden na haar dood.[6]

De vraag stelt zich: hoe kan een werkman in 1870 dergelijke perceel aankopen en daarop een huis laten bouwen?[7]  In 1868 erft Jacobus samen met zijn broers en zusters[8] de helft en 1/7de van de wederhelft van hun tante Marie Therese Vandemoere,[9] overleden op 25 juni 1868, weduwe van Benedictus Flamen.[10] De resterende 6/7de delen van de helft waren voor de halfbroers en halfzusters of hun erfgenamen. Benedictus was arts en woonde met zijn echtgenote op de Steenhouwersdijk B3/59 in Brugge. Zij hadden geen kinderen. De erfenis bedroeg 4550 frank in contanten, het meubilair, huishoudgerief en kledij werd geschat op 2570 frank. En er was nog een kapitaal van ongeveer 8000 frank uitgeleend geld aan familieleden van Benedictus Flamen dat nog moest worden terugbetaald. [11]  Dat verklaart hoe Jacobus als gewone werkman erin slaagde om dit land te kopen en daarop een huis te bouwen.

Jacobus en Theresia hadden vier kinderen. [12]

1. Leopold, geboren op 14 augustus 1861. Hij werd onderwijzer – landmeter. Leopold zou huwen met Leonie Maria Vandenbroucke op 25 augustus 1891. Leonie was geboren te Uitkerke maar het gezin woonde te Dudzele. Vader Constantijn was er koopman en moeder Rosalie Gielis winkelierster. Leopold en Leonie woonden vanaf 1890 in de onderwijzerswoning bij de school aan de Damse Steenweg.

2. Eugenia Maria Anna Theresia, geboren op 26 augustus 1864, zij vertrok in 1898 naar Brugge. Geen verdere gegevens.

3. Karel Lodewijk, geboren op 8 augustus 1868, hij overlijdt al op 1 februari 1871 op tweejarige leeftijd.

4. Karel Lodewijk, geboren op  10 februari 1872. Ook hij werd onderwijzer en commandant van het vrijwillige gewapende brandweerkorps te Dudzele. Hij huwde op 13 september 1898 met Octavia Maria Braems. Zij was de dochter van Joseph en Mathilde Kimpe.

Jacobus Bogaert zou echter niet lang van zijn nieuwe huis kunnen genieten, hij overleed op 3 januari 1879. Theresia blijft achter met drie minderjarige kinderen. Zij laat een inventaris opstellen van alle roerende en onroerende goederen.[13] Zij is erfgename van 1/4 in vollen eigendom en genot van een ander 1/4de in vruchtgebruik haar hele leven. Zij beheerde de resterende delen van de erfenis voor haar minderjarige kinderen.

Wat bezat Jacobus Bogaert met zijn gezin?

Het huis bestond uit: een woonplaats, kamer, voute, kelder, keuken, ovenhuis, allemaal overzolderd. Een privaat en twee konijnenkoten gebouwd in steen en gedekt met pannen. De schuur is gebouwd in hout en bedekt met pannen. Er is 5 aren, 23 centiaren bebouwd, onbebouwd erf en hoveniersland. Bekend bij het kadaster sectie A 439 c1 en 439d1. Geschat op 3200 frank.

Goederen gevonden in dit huis:

In de woonplaats: stoof, koolbak, ‘schup’, ijzeren moor, blikken koffiekan, ‘leker’, twee bloemvazen, twee glazen bollen, vier gebloemde ‘tellooren’, blikken ‘sulferdoos’, blikken doos, zeepschotel, twee ijzeren kandelaars, ‘cabaret’, spiegel, ‘slaghorlogie’, twee tafels, twee ‘zwijnehespen’ en acht ‘zwijne schotelvleesch’, zeven stoelen, stoor en gordijnen aan het venster. Samen geprezen voor 68 frank en 40 centiemen.

In de kamer: vier gebloemde ‘tellooren’, crucifix, twee bloemvazen, theetrekster, glazen suikerpot, wijwatervat, tafel, vier stoelen, twee melkpinten, twee ‘moleurkens’, ‘puppekop’, gordijnen en stoor aan het venster, mande, beddenbak, twee strozakken, twee hoofdeinden, twee beddenlakens, twee katoenen en twee wollen ‘sargien’, ‘bedspreede’, bedstede met twee kasten erboven. In de bedstede: strozak, hoofeind, twee katoenen en twee wollen ‘sargien’, regenscherm, kleerkast in zachthout en deur. Samen geprezen voor 73 frank en 55 centiemen.

In de keuken: ‘fourchettebus’, negen ‘fourchetten’, drie blikken bussen, ‘keukeschup, trachter’, blikken maat, vier gebloemde ‘tellooren’, vier bierglazen, spiegel, ‘lepelbare’ met acht lepels, crucifix, koffiemolen, strijkijzer met boutten, vijf theekommen, tafelmes, ‘elsen’.[14] Samen geprezen voor 12 frank, 40 centiemen.

In de kelder onder de trap: drie witte ‘tellooren’, ‘boterplatteel’, twee melkpinten, vijf theekommen, broodmes, zout- en pepervat, zes flessen, bankborstel, ‘trachter’, smeerpot en borstel.

In de kelder zelf: blikken ‘lauwer’, zeven witte ‘tellooren’, twee witte papkommen, driestoofpotten, stenen soepterrine, drie smoutpotten, 25 kilogram smout, 25 ‘pottebezems’, ‘casserol’, tinnen soeplepel. Samen geprezen voor 59 frank, 90 centiemen.

Op de voute: ijzeren beddenbak, handzeel en stoel. Samen geprezen voor 3 frank.

Op de zolder: 137,5 liter tarwe, 50 liter rogge, 40 kilogrammen havermeel, 12 kilogrammen roggebloem, wat zwijnmeel, 10 zakken in soorten, zakken met erwten, 400 kilogrammen aardappels, wat ‘stakebonen’, ‘idem sarlot’, twee  weggen, pik en haak, zeis, vier emmers, wat ‘halamsteerten’, ijzeren ketel, delfschop, ‘wiege, zwingelhalam, beerkupe, houtten rakel’, dorsvlegel, wat planken en brandhout, twee slechte zeefden en wat ijzer. Samen geprezen voor 110 frank, 90 centiemen.

In het ovenkot: ‘balaine borstel’, tange, koekeschup, hangel. Samen geprezen voor 2 frank.

In de schuur: ‘kortewagen’, twee manden, ladder, 30 bundels stro, een belammerde geit, een jonge geit, bak en schotel, twee sikkels. Samen geprezen voor 47 frank, 90 centiemen.

In de varkensstal en park: ‘Bercqzwijntje’, 2 bakken, het mest en park. Samen geprezen voor 32 frank.

In het konijnenkot: ach konijnen, ‘zwijnekuip’, twee manden, ‘drietandgreep met planterie’. Samen geprezen voor 14 frank.

Op de achterplaats: ‘waschkuip, hemmer, casserolle’, twee waterpotten, ‘rakel’, spade. Samen geprezen voor 3 frank, 70 centiemen.

Veldvruchten: op land eigendom van madame Thomas die deze gemeenschappelijk in gebruik heeft. 11 aren, 6 centiaren bezaaid met tarwe en aardappelland ingekapt twee dagen en half door één man. 11 aren, 6 centiaren ledig land, labeur 1 vore met een muilezel. Samen geprezen voor 7 frank, 15 centiemen.

Huishoudlinnen (‘menagielinnen’): vier katoenen beddenlakens, vier venstergordijnen, twee fluwijnen, 2 hemdvesten, tafelkleed. Samen geprezen voor 9 frank, 30 centiemen.

Kledij en lijflinnen van de overledene: laken kazak, laken gillet, wintervest, zomerkazak, een paar schoenen en een paar laarzen, een hemd. Samen geprezen voor 23 frank.

Kledij en lijflinnen van de weduwe: vier hemden, twee ‘lijvekens’, drie ‘kleedsels in soorten’, mantel, drie halsdoeken, drie schorten ‘in soorten’, twee paar schoenen, twee paar kousen, vier zwarte mutsen, drie katoenen mutsen. Samen geprezen voor 47 frank, 50 centiemen.

Haar juwelen: diamanten kruis in goud met gouden ketting, geprezen 50 frank. Twee diamanten ‘oorslingers’ in zilver, geprezen 30 frank. Gouden knopring, geprezen 5 frank.

Trouwring, geprezen 2 frank. Totale waarde 87 frank

Totale waarde van alle roerende goederen 601 frank, 30 centiemen.

Contant geld in huis: acht stukken van 5 frank zijnde 40 frank.

Begrafeniskosten:

Laurent Schotte uit Dudzele voor het maken van een doodskist 22 frank, Constant Latruwe voor het luiden van de klokken 12 frank, 25 centiemen, pastoor Crombez voor de lijkdienst 4 frank 54 centiem en 17 frank, 28 centiemen, Constant Hoemaecker over het recht als wederdrager[15] en grafmaker 5 frank, 16 centiem, Philip Deurseno voor het dragen van vanen 2 frank, 15 centiemen, de onderpastoor van Dudzele voor het bezorgen van de doodskaartjes 5 frank en voor de kosten van de rouwmaaltijd 12 frank. Totale kosten voor de begrafenis 132 frank 98 centiemen.

Theresia De Lannoye bleef in het huis wonen tot aan haar dood, zij overleed op 4 februari 1917 in haar huis ‘Oude Lisseweegsche Steenweg 218’, ze was toen 86 jaar. Haar zoon Karel en zijn echtgenote Octavie Braems woonden bij haar in.[16]

Voetnoten

[1]    RAB, notariaat J. De Puydt depot 1976, nr. 58 akte notaris Pieter-Joseph Proot.

[2]    Dit zou nu Zwaanhofstraat nr. 8 zijn.  Met dank aan Dirk Pieters van de Heemkundige Kring Dudzele voor de hulp bij de situering.

[3]    RAB, notariaat J. De Puydt depot 1976, nr. 37 akte notaris Pieter-Joseph Proot.

[4]    RAB, notariaat Willems depot 2002, akte notaris Hendrik Claerhoudt.

[5]    RAB, notariaat Willems depot 2002, akte notaris Hendrik Claerhoudt.

[6]    RAB notariaat J. De Puydt depot 1976 nr. 43 akte notaris Pieter-Joseph Proot.

[7]    Het loon van een arbeider bedroeg 3,00 tot 4,50 frank per dag naargelang de het soort werk. Zie Denise de Weerdt, Arbeiderstoestanden van 1850 tot 1870, www.marxists.org.

[8]    Broers en zusters van Jacobus Bogaert:

1. Eugenia Bogaert, dienstmeid wonende te Brugge.

2. Joannes Bogaert, dienstbode wonende te Lapscheure.

3. Leopoldus Bogaert, koemelker wonende te Moerkerke.

4. Marie Therese Bogaert, dienstmeid.

5. Rosalie Bogaert, gehuwd met Joseph Stevens, werkman, wonende in Brugge.

[9]    Marie Therese Vandemoere en Maria Anna waren de dochters van Jacobus Bernardus Vandemoere en Marie Therese De Schepper. Hun vader huwde een tweede maal met Jacoba Vanhecke.

[10] Benedictus Flamen, heelmeester en burgemeester van Damme aldaar gedomicilieerd en residerende te Brugge, overleden te Brugge op 3 oktober 1861 (overlijdensakte 967 van 1861).

[11] Deze erfenis is door notaris Henricus Claeys uit Oostkamp vereffend. RAB, TBO132/32 nr.19.

[12] Wo1dudzele.brugseverenigingen.be/JUWEELTJES/EENDUDZELENAARBIJHET3deREGIM ENTLANSIERS1914.

[13] RAB, notariaat J. De Puydt depot 1976, nr. 58  notaris Pieter-Joseph Proot, 7 maart 1879.

[14] Soort priem voor het maken van gaten in leerwerk. Woordenboek der Nederlandsche Taal

[15] Een persoon die een bericht overbrengt. Woordenboek der Nederlandsche Taal.

[16] Archiefbank Brugge, Bevolkingsregister Dudzele 1890-1900 A/158.

Jacobus Bogaert (1819-1879) uit Dudzele: Van eenvoudig werkman tot huiseigenaar, niet zo evident in de 19de eeuw

Yvette Kemel

Rond de poldertorens
2020
04
120-126
BV
2024-12-04 10:11:58
Statcounter code invalid. Insert a fresh copy.